Artikelen van Desiree de Jonge
Tijdschrift
NJB 8 (2022)
De veroordeling van Shell tot 45% CO2-reductie in 2030
Het opstellen van regels ter bescherming van burgers tegen de schadelijke gevolgen van klimaatverandering is een taak van de wetgever. De civiele rechter heeft op dat terrein in beginsel geen rol. Als echter sprake is van reguleringsfalen en de overheid daardoor tekortschiet in de bescherming van de burger kan dat anders zijn. Nu de doelen uit de Klimaatwet stelselmatig niet worden gehaald kan betoogd worden dat er, zeker op het moment dat de Shell-zaak speelde, sprake was van zo’n reguleringsfalen. Aan het daaropvolgende civiele oordeel kan echter wel de eis worden gesteld dat het feitelijk de mensenrechtelijke positie van de (toekomstige) bewoners van Nederland dient. Want als het optreden van de civiele rechter niet effectief is, corrigeert het dat reguleringsfalen niet. Die effectiviteit is in de Shell-zaak op voorhand niet evident.
Ik zie ik zie wat ik niet zie
Hoewel de KMar inmiddels heeft laten weten niet door te zullen gaan met etnisch profileren in het kader van MTV-controles, is zulk profileren volgens de Nederlandse rechter niet in strijd met internationale discriminatieverboden. Dat strookt echter niet met de rechtspraak van het EHRM: als huidskleur, ook al is dat in een optelsom van criteria, beslissend is voor de vraag of iemand wordt staande gehouden, is er steeds sprake van een onderscheid in strijd met artikel 1 Protocol 12 EVRM. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat ras historisch steeds in grote mate bepalend is geweest, en nog steeds is, voor het antwoord op de vraag wie zich relatief vrij over de wereld kan bewegen, en wie niet. Die ongelijke toegang tot legale migratie komt voort uit het koloniale verleden en heeft tot gevolg dat mensen zonder rechtmatig verblijf vooral mensen van kleur zijn. Het verbod om expliciet onderscheid te maken op grond van ras maakt het echter onmogelijk om het structurele verband tussen huidskleur en verblijfsstatus juridisch te erkennen.
Het verhullende proces-verbaal en ander ondeugdelijk gedrag van de politie
Rechters krijgen soms zaken voor zich waarin de politie een onjuist proces-verbaal (PV) heeft opgemaakt. In een deel van deze zaken verhult het incorrecte PV dat de politie ook nog iets anders heeft gedaan dat niet in overeenstemming is met de regels, zoals disproportioneel geweld bij de aanhouding of het toepassen van een onjuiste verhoormethode. Het artikel bespreekt een aantal zaken waarin dit het geval is, en bepleit dat rechters zich duidelijker uitspreken over onjuiste PV’s en ander onrechtmatig gedrag van de politie.
Bezwaarschriftenadviescommissie Kinderopvangtoeslag
De Bezwaarschriftenadviescommissie Kinderopvangtoeslag adviseert de Belastingdienst/Uitvoeringsherstelorganisatie Toeslagen (UHT) over de afhandeling van bezwaarschriften van gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire tegen financiële compensatiebeschikkingen. Wat voor adviezen heeft zij afgegeven in 2021? De Bezwaarschriftenadviescommissie is ruimhartig omgegaan met bezwaarschriften die na afloop van de bezwaartermijn zijn ingediend. In haar adviezen stelde zij de diverse compensatieregelingen voorop. Pleidooien voor een ruimere compensatieregeling heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie in het algemeen afgewezen. Op enkele punten heeft de commissie geadviseerd de CAF-compensatieregeling ruimhartig toe te passen. Bijvoorbeeld door net als invorderingsrente ook in rekening gebrachte toeslagrente te vergoeden.
Nawoord op De dataset langs de meetlat van artikel 6 EVRM
In een bijdrage getiteld De dataset langs de meetlat van artikel 6 EVRM (NJB, afl. 5) reageert Jordy van der Pijll op een eerder door ons geschreven artikel over de toegang die de verdediging in strafzaken zou moeten krijgen tot de datasets die in een toenemend aantal strafzaken een belangrijk deel van het bewijs (moeten) leveren. Een korte reactie.
Tijdschrift
NJB 34 (2021)
De demonstrerende rechter
De laatste jaren zijn Nederlandse rechters meermalen de straat op gegaan uit protest tegen ontwikkelingen die de Rechtspraak raakten. Zo is er gedemonstreerd tegen een voorgenomen beperking door de Raad voor de rechtspraak van de zaakpakketten van de kleinere rechtbanken en is publiekelijk steun betuigd aan Poolse collega’s wier onafhankelijkheid wordt bedreigd. De demonstrerende rechter is een betrekkelijk nieuw verschijnsel, een vorm van betrokkenheid die lijkt te worden gevoed door de druk die rechters ervaren op de Rechtspraak en rechtsstaat. Deze demonstraties roepen vragen op, zowel binnen als buiten de Rechtspraak, over onder meer de rechterlijke onpartijdigheid en de dracht van de toga tijdens demonstraties. In deze bijdrage wordt geprobeerd om deze vragen beter te begrijpen en een begin van een antwoord te formuleren. Dit gebeurt door expliciet aandacht te besteden aan het onderscheid tussen het optreden van de rechter in en buiten functie. Een analyse langs deze lijnen laat zien waar het in juridisch en beroepsethisch opzicht wringt bij de demonstrerende rechter en over welke punten de beroepsgroep verder na zou moeten denken. In aansluiting hierop, en afsluitend, wordt gepleit voor meer aandacht voor dit onderwerp binnen de Rechtspraak.
Eindelijk toegang tot datasets
Na de inbeslagneming van dataservers van Ennetcom in april 2016 deed een nieuw fenomeen zijn intrede in de Nederlandse strafrechtspleging: PGP-data. Oftewel de versleutelde inhoud van e-mailaccounts die de opsporing wist te ontsleutelen. In een snel toenemend aantal zaken wordt het door het Openbaar Ministerie gepresenteerde bewijs in doorslaggevende mate gebaseerd op een selectie van dergelijke data, terwijl de volledige datasets niet aan de verdediging worden verstrekt. Het toepassen van bestaande wetgeving, jurisprudentie en in de praktijk ontwikkelde uitgangspunten uit een tijd waarin in het geheel nog niet voorzienbaar was dat technologische ontwikkelingen zouden leiden tot dit type bewijsvoering staat inmiddels op gespannen voet met de adequate mogelijkheden die ook de verdediging moet hebben om die data in te zien, te onderzoeken en daaruit te selecteren wat ter verdediging van belang wordt geacht. Er zal een einde moeten worden gemaakt aan de sinds de introductie van dit fenomeen ontstane systemische ongelijkheid. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden nam in het onderzoek Bosnië-Brandberg na diverse eerdere verzoeken van de verdediging op 1 juli 2021 een baan brekende beslissing die navolging verdient.
Europees Parlement roept op tot erkenning abortusrecht
Het Europees Parlement heeft de lidstaten van de Europese Unie opgeroepen om abortus als recht te erkennen en de toegang tot veilige abortus zo volledig mogelijk te verzekeren. Op 24 juni 2021 nam het Europees Parlement daarvoor een resolutie aan. Daarbij riep het de EU-lidstaten ook op om het recht op gewetensvrijheid te beknotten, omdat dit recht de toegang tot abortus zou beletten. In dit artikel wordt uiteengezet waarom de resolutie echter geen abortusrecht schept en waarom het Europees Parlement de vrijheid van geweten niet zomaar opzij kan schuiven. Tot slot wordt de Nederlandse juridische situatie beschreven ten aanzien van het abortusrecht en het recht op gewetensbezwaren.