Artikelen van Charlotte de Kluiver
Tijdschrift
NJB 40 (2022)
Fertiliteitsfraude in de Nederlandse rechtsorde
Door moderne DNA-technieken en DNA-databases waarin op zoek kan worden gegaan naar verwanten, is aan het licht gekomen dat er Nederlandse gynaecologen zijn die patiëntes met hun eigen zaad hebben geïnsemineerd. Als een dergelijke fertiliteitsfraude aan het licht komt is dat steevast groot nieuws. Maar wat zijn de juridische mogelijkheden van moeders die erachter komen dat hun kind met sperma van de gynaecoloog is verwekt? Civielrechtelijk zou een nieuw type vordering, die van de wrongful fertilisation, uitkomst kunnen bieden, al steekt de verjaringstermijn daar vaak een stokje voor. Omdat een arts bij fertiliteitsfraude opzettelijk handelt en opzettelijk zijn handelingen verhult, kan men de vraag stellen of het strafrecht niet het aangewezen rechtsgebied zou zijn om fertiliteitsfraude aan te pakken. Maar het huidige strafrechtelijke kader biedt nauwelijks soelaas voor de slachtoffers van fertiliteitsfraude. De wetgever is aan zet.
Is de strafbaarstelling van het in het openbaar zoeken naar een draagmoeder of jezelf daartoe aanbieden in strijd met artikel 8 EVRM?
Voor één op de zes mensen is zwangerschap niet vanzelfsprekend.2 Wanneer medische hulp geen soelaas biedt, kan draagmoederschap uitkomst bieden. Een vrouw stelt dan haar lichaam ter beschikking om hierin een zwangerschap te voldragen om daarna het gezag over het geboren kind over te dragen aan de wensouders. Dit klinkt eenvoudig, maar is het in de praktijk niet. Zo is de eerste stap, het in het openbaar zoeken naar een draagmoeder, ingewikkeld door de strafbaarstelling hiervan. In deze bijdrage staat de vraag centraal of deze dertig jaar oude wet inmiddels in strijd is met artikel 8 EVRM. Aanleiding is een reeks jurisprudentie van het EHRM en nieuwe inzichten vanuit de psychologie en pedagogie. De uitkomst is van belang voor het wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming, dat binnenkort wordt toegezonden aan de Tweede Kamer.
Damnatio memoriae in Den Haag?
De slavernij en de banden die vele vooraanstaande leden van ons voorgeslacht ermee hadden staan steeds meer in het middelpunt van de belangstelling. Na excuses van onder andere steden en financiële instellingen voor de betrokkenheid van hun voorgangers bij de slavernij staan excuses namens de Staat op de rol. Ondertussen worden voormalige helden van hun voetstuk getrokken. Hoe zit het eigenlijk met de heren wiens beeltenissen voor de Hoge Raad zetelen? En die er niet staan.
Een sneller verbod van politieke partijen: overbodig en onwenselijk
Het voorstel van Kamerleden Paternotte en Sneller om politieke partijen sneller te verbieden is overbodig en onwenselijk. Overbodig, omdat politieke partijen al verboden kunnen worden op grond van het oude artikel 2:20 BW en de Wet politiek partijen daarvoor een regeling zal gaan bevatten. Onwenselijk, omdat het voorstel de bijzondere positie van politieke partijen miskent.
Tragisch maar helder: Wvggz is geen basis voor de bescherming van toekomstige generaties
Hendriks, Sombroek & De Vries roepen de Hoge Raad op om verplichte anticonceptie (VAC) op grond van de Wet verplichte GGZ (Wvggz) toe te staan en het advies van de A-G Lückers te verwerpen. Hun standpunt is mijns inziens niet houdbaar.
Tijdschrift
NJB 4 (2019)
Plan Dekker: een nieuwe leemte in de rechtshulp
Naar aanleiding van de discussie over een plan van minister Dekker om drastisch te snoeien in het recht op rechtshulp, waarschuwen de auteurs van dit artikel voor een nieuwe leemte in de rechtsbijstandsvoorziening voor on- en minvermogenden die zal gaan lijken op de leemte die aanleiding gaf tot de rechtshulpbeweging in zeventiger jaren van de vorige eeuw.
Lees het hele artikel in Navigator.
Herziening gesubsidieerde rechtsbijstand, ADR en rechtsstatelijkheid
De beleidsbrief van minister Dekker heeft de vraag naar de rechtsstatelijke waarborgen die de diverse vormen en aanbieders van ADR bieden nog relevanter gemaakt dan deze al was. In dit artikel wordt niet geconcludeerd dat er al grote misstanden plaatsvinden. Ook wordt niet gepleit voor een intensieve overheidsbemoeienis met de zich in de komende jaren verder ontwikkelende markt voor geschiloplossing. Wel wordt verwacht dat er een duidelijke visie wordt ontwikkeld over de rol die de overheid zou moeten hebben en dat de overheid de vinger aan de pols houdt. In deze bijdrage geven de auteurs een aanzet voor deze visie en doen een oproep tot discussie.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het wetsvoorstel Franchise
Op 12 december 2018 is een nieuw wetsvoorstel Franchise ter consultatie voorgelegd. In Boek 7 BW wordt een nieuwe titel over de franchiseovereenkomst geïntroduceerd. Wat opvalt is dat de gehele nieuwe titel van dwingend recht is. In het commerciële contractenrecht is dat ongebruikelijk. Wellicht is dit nodig om de problemen op te lossen. Maar is er wel een deugdelijke probleemanalyse? Mogelijk is de nuance die het onderscheid tussen regelend en dwingend (en semi-dwingend) recht biedt te snel terzijde geschoven. Zal dit wetsvoorstel de onrust in de franchisesector wel kunnen wegnemen?
Lees het hele artikel in Navigator.
VN: ‘Recht op abortus’
Het Mensenrechtencomité van de VN vindt dat lidstaten niet zelf hun abortuswetgeving mogen bepalen en zet de deur verder open naar een recht op abortus. Dat blijkt uit de General Comment die het comité op 30 oktober 2018 aannam. Hiermee adviseert het HRC de VN-lidstaten over de interpretatie van artikel 6 (het recht op leven) van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). Volgens het HRC behoort tot het recht op leven ook de toegang tot abortus. En daarmee bepleit het VN-orgaan indirect een recht op abortus.
Lees het hele artikel in Navigator.