Artikelen van Cees van Leuven
Tijdschrift
NJB 1 (2024)
Stoornis en ontoerekenbaarheid
In het oordeel over ontoerekenbaarheid ontmoeten twee domeinen elkaar: het juridische en het geneeskundige. In het arrest in de zaak Thijs H. introduceerde de Hoge Raad een beoordelingskader voor de ontoerekenbaarheid, dat bestaat uit twee centrale componenten. Ten eerste moet bij de verdachte tijdens het feit sprake zijn geweest van een psychische stoornis in de zin van artikel 39 Sr. Ten tweede moet die stoornis hebben doorgewerkt in het begrip of in de controle van de verdachte. Deze beschouwing focust op de eerste component. Auteurs plaatsen enkele kanttekeningen bij de overweging van de Hoge Raad dat voor de ontoerekenbaarheid de vaststelling van een ‘stoornis in juridische zin’ volstaat.
Academische vrijheid onder druk
Er zijn allerlei signalen waarneembaar die erop duiden dat het niet de goede kant opgaat met de academische vrijheid in Nederland. In een recent rapport van het Europees Parlement scoort Nederland op dat terrein slechts een 24ste plek op de ranking van de 27 EU-lidstaten. Ook is er de laatste jaren in toenemende mate discussie over problemen rond benoeming en bevordering van wetenschappers, beïnvloeding van onderzoek door sponsoren en problemen rond machtsmisbruik en sociale onveiligheid aan universiteiten. Jurisprudentie illustreert bovendien dat universiteiten ruime mogelijkheden bezitten om via allerlei interne reglementen en instructies beperkingen aan te brengen op de academische vrijheid van individuele wetenschappers.
De verkiesbaarheid van Donald Trump
In de Verenigde Staten wordt op dit moment discussie gevoerd over de vraag of voormalig president Donald Trump zich bij de presidentsverkiezingen in november opnieuw verkiesbaar mag stellen. Sommige staatsrechtgeleerden menen van niet. Volgens hen is Trump door zijn aandeel in de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 van rechtswege van het presidentschap uitgesloten. Dit betoog heeft in de media veel aandacht gekregen. Inmiddels zijn hier in diverse deelstaten rechtszaken over gestart en hebben enkele statelijke rechters zich hierover al uitgesproken.
Maatregelen van kinderbescherming moeten blijven bij vechtscheidingen, zij het effectiever
In NJB 2023/2453, aflevering 34 pleiten Adri van Montfoort & Mariëlle Bruning voor ‘Minder maatregelen van kinderbescherming bij scheidingsconflicten’. Samengevat vinden ze dat vechtscheidingen vooral weer een zaak moeten worden van de ouders in plaats van van de overheid. De ouders moeten het maar voor de rechter uitvechten in rechtszaken over gezag en omgang (hierna: ‘G&O’). Dit is een heel erg slecht idee dat vooral geschreven lijkt vanuit een ivoren toren, en vanuit de presumptie dat ‘de rechter wel weet wat in het belang van het kind is’ en dat ouders kúnnen procederen.
Minder maatregelen van kinderbescherming bij scheidingsconflicten
Van Montfoort & Bruning (hierna: auteurs) verwerpen het Advies Complexe scheidingen en jeugdbescherming, brief van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) van 17 mei 2023. Dat is niet verstandig.