Artikelen van Camila Sam-Sin
Tijdschrift
NJB 4 (2022)
Tijdige rechtspraak 2020-2023: gaat het er toch van komen?
Doorlooptijden van civiele procedures vormen een zwakke plek in onze rechtspleging. Terecht heeft de Rechtspraak dit onderwerp hoog op de agenda geplaatst. Er zijn ambitieuze plannen, met scherpere normen. Maar zijn ze goed doordacht en hebben ze kans van slagen? De auteurs zien geen grond voor een positief antwoord op deze vragen.
Circulair bouwen
Dit artikel komt voort uit het initiatief ‘Jurist doet WAT’ dat het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen en het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen in 2020 zijn gestart. De gedachte achter dit initiatief is dat iedere jurist(e) vanuit zijn of haar eigen (juridische) expertise iets kan bijdragen aan de verduurzaming van de economie en de maatschappij. In dat kader roepen het NGB en het OO&R alle juristen in Nederland op mee te doen en samen bij te dragen. Als onderdeel van ‘Jurist doet WAT’ zijn zes zogeheten ‘Klimaattafels’ (werkgroepen van juristen) aan de slag gegaan om met concrete (juridische) voorstellen te komen die kunnen bijdragen aan verduurzaming. De auteurs van dit artikel maken deel uit van de Klimaattafel Gebouwde Omgeving en in dat kader is dit artikel geschreven. Het bevat een concrete suggestie hoe partijen de circulariteit in de gebouwde omgeving kunnen bevorderen door het overeenkomen van een terugnamegarantie.
Spoedprocedures over coronamaatregelen in België en Nederland
In Nederland en België wordt over vergelijkbare coronamaatregelen geprocedeerd. In dit artikel wordt een aantal recente rechterlijke uitspraken uit beide landen naast elkaar gelegd. De positie van de Belgische Raad van State bij de beoordeling van de overheidsmaatregelen lijkt (iets) steviger dan de rol die de Nederlandse rechter zich bij zo’n beoordeling aanmeet. De Nederlandse onmiskenbaarheidstoets versus het Belgische ernstig middelcriterium in kort geding zijn met elkaar vergelijkbaar, met dien verstande dat de Belgische Raad van State wel tot een zelfstandige én uitgebreidere evenredigheidstoets komt en de Nederlandse rechter een meer beperkte proportionaliteitstoets toepast. Het ruimere toetsingskader van de Belgische Raad van State kan een inspiratiebron vormen voor de Nederlandse rechters.
Vrij en blij?
In de bijdrage onder de titel Vrijheid Blijheid. Of: Nederland vogelvrij? wordt op een nogal suggestieve, in elk geval weinig genuanceerde, wijze een beeld geschetst dat het sinds februari 2021 kommer en kwel is met de voorlopige hechtenis in ondermijningszaken. In die zaken wordt volgens de auteurs te vaak de voorlopige hechtenis geschorst. De rechter laat zich daarbij kennelijk leiden door de rechtspraak van het EHRM en door het gebrek aan perspectief op een inhoudelijke behandeling van de zaak. Al met al een zorgelijke ontwikkeling volgens de auteurs. Zij maken er en passant ook melding van dat het doorgaans gaat om niet-gepubliceerde uitspraken en vragen meer aandacht voor het debat over de voorlopige hechtenis en voor meer middelen.
Naschrift
We danken prof. Mols voor de moeite die hij heeft genomen om te reageren. We scharen ons achter zijn oproep om meer beslissingen omtrent de voorlopige hechtenis te publiceren, zodat het debat beter gevoerd kan worden. Dat debat mag ook gaan over de vraag wat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) precies leert.
Tijdschrift
NJB 39 (2021)
De botte bijl van het privacytoezicht
Sinds de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw is een van de basisbeginselen van het Europese gegevensbeschermingsrecht dat de verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens ‘rechtmatig’ moet zijn. Richtlijn 95/46/EG gaf daartoe een limitatieve opsomming van zes alternatieve voorwaarden waarop deze rechtmatigheid kon worden gebaseerd. Deze voorwaarden zijn min of meer woordelijk gehandhaafd in de opvolger van de richtlijn, de AVG. Het uitputtende karakter van deze opsomming brengt mee dat het lidstaten niet vrijstaat om nieuwe voorwaarden toe te voegen, en evenmin om bijkomende vereisten te stellen aan de vervulling van die voorwaarden. Europese toezichthouders leggen deze voorwaarden echter steeds beperkter uit. Het fenomeen dat toezichthouders met – soms niet evidente – interpretaties hele categorieën van verwerkingen taboe verklaren, is niet nieuw, maar lijkt onder de AVG vleugels te hebben gekregen. De Autoriteit Persoonsgegevens loopt daarbij internationaal voorop. De AVG heeft privacy-toezichthouders vergaande handhavingsbevoegdheden gegeven, maar die moeten daarbij niet op de stoel van de wetgever gaan zitten.
Een ‘community court’ in Nederland
Empirisch onderzoek naar de eerste Nederlandse probleemoplossende wijkrechtbank op het gebied van strafrechtspleging laat zien dat verdachten met multiproblematiek baat kunnen hebben bij een persoonsgerichte aanpak in samenspraak met hulpverleners. De doelstellingen ten aanzien van de wijkgerichtheid zijn moeilijker te bereiken en vergen heroverweging. De auteurs bespreken vijf lessen die uit de pilot te trekken zijn.
Vrijheid, blijheid
De toepassing van voorlopige hechtenis is geregeld het onderwerp van verhit debat in de zittingszaal en trekt al jaren de interesse vanuit de wetenschap. Sinds enige maanden lijkt er zich een kentering te voltrekken in de wijze waarop deze wordt toegepast, in het bijzonder in ondermijningszaken. Met dit artikel willen auteurs de aandacht vestigen op deze ontwikkeling om deze breder dan in de rechtszaal ter discussie te stellen.