Artikelen van Bastiaan Rijpkema
Blog
Wilders II: Het onverdraagzaamheidscriterium toegepast door de Hoge Raad
Of hoe de weerbare democratie het strafrecht binnentreedt.
Tijdschrift
NJB 42 (2021)
Wilders II: Het onverdraagzaamheidscriterium toegepast door de Hoge Raad
Met het Wilders II-arrest heeft de Hoge Raad een verdere invulling gegeven aan het in het Felter-arrest geïntroduceerde onverdraagzaamheidscriterium. Helder is nu dat dit criterium geactiveerd wordt wanneer er sprake is van beledigende uitlatingen specifiek gericht tegen een minderheidsgroep. Dergelijke uitlatingen, in de specifieke wijze waarop deze gedaan werden in Wilders II, dienen binnen het toetsingskader van artikel 137c (en d) Sr als ‘onnodig grievend’ te worden beoordeeld. Een politicus verliest daarmee de bescherming die de disculperende context van het maatschappelijke debat hem of haar normaal gesproken kan bieden. In diezelfde beweging heeft de Hoge Raad de artikelen 137c en 137d Sr nu nog duidelijker in de sfeer van de weerbare democratie getrokken, dat wil zeggen: als bepalingen (mede) ter verdediging van de democratische rechtsstaat.
Beschadigd vertrouwen herstellen
Hoe kan de overheid zich in situaties van gefaciliteerde schade het beste opstellen? Op basis van een breed literatuuronderzoek over het bevorderen van vertrouwen in de overheid alsmede over de behoeften van gedupeerden tijdens een proces van schadeafhandeling, is de auteur in haar proefschrift gekomen tot een theoretisch kader van vertrouwenwekkend schadebeleid. In dit artikel staat zij stil bij de daaruit als relevant naar voren gekomen principes en beleidsinstrumenten aan de hand van voorbeelden uit het onderzoek. De doelstelling is om lezers, met name juristen en beleidsmakers die betrokken zijn bij het opstellen en uitvoeren van schadevergoedingen en schaderegelingen van overheidswege in brede zin, kennis te laten nemen van dit kader, dat beoogd is als handvat voor de praktijk.
Waarborgen voor een veilig werk- en leerklimaat voor toekomstige artsen
Werken en leren kan alleen in een veilige omgeving en dat geldt in het bijzonder voor artsen in opleiding omdat zij niet alleen vakbekwaam moeten worden, maar verantwoorde zorg moeten leveren aan patiënten gedurende hun opleiding. Daarom vraagt de effectiviteit van het juridische kader in de vorm van toezicht en tuchtrechtelijke/civielrechtelijke en eventueel strafrechtelijke aansprakelijkheid bijzondere aandacht. Bij het werk- en leerklimaat voor de meer dan 10.000 (basis)artsen die als arts-assistent een vervolgopleiding volgen tot o.a. huisarts, bedrijfsarts of medisch specialist, spelen drie verhoudingen een belangrijke rol: de relatie met het ziekenhuis als opleidingsinstituut, de relatie met de specialisten die de opleiding verzorgen en de relatie met patiënten. De discussie over een veilig werkklimaat vertoont deels overeenkomsten met die over de positie van promovendi aan universiteiten, maar de risico’s bij de opleiding van arts-assistent zijn groter. Gemiddeld zijn arts-assistenten rond de 30 jaar, ruim 67% is vrouw. De context voor de specialisatieopleiding wordt voor een belangrijk deel – generaliseren is moeilijk – bepaald door masculiene waarden, zoals ‘hard werken, niet klagen, proactief leren, en vlot je eigen verantwoordelijkheid leren nemen’. Je kwetsbaar opstellen, of het werk- en/of leerklimaat aan de orde stellen zijn ‘not done’. De omstandigheden die een veilig werk- en leerklimaat bedreigen voor artsen in opleiding zijn overwegend net zo slecht als vijftien jaar geleden. Ondertussen wordt het toezicht op afstand geplaatst. Uiteindelijk schieten de juridische waarborgen structureel te kort, met als gevolg risico’s op een onveilig werkklimaat voor jonge artsen, maar ook onnodige risico’s voor de patiënt.
Tijdschrift
NJB 24 (2017)
Weerbare democratie en het probleem van timing
Op 17 januari 2017 besloot het Bundesverfassungsgericht (BVerfG) dat de Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD) niet verboden wordt. Het hof oordeelde dat de NPD weliswaar is gericht op omverwerping van de liberaal-democratische basisorde, doordat ze streeft naar een ‘op een etnische ‘volksgemeenschap’ georiënteerde autoritaire ‘nationaalstaat’, een staatsmodel dat de, voor allen gelijke, menselijke waardigheid aantast en het democratiebeginsel veronachtzaamt, maar de partij werd toch niet verboden omdat het onwaarschijnlijk is dat ze haar doelen ooit zal bereiken. De uitspraak betekent een stevige ‘update’ van het ‘jaren vijftig-kader’ omtrent partijverboden. De uitspraak roept een vraag op die nauw gerelateerd is aan, maar toch dient te worden onderscheiden van, de rechtvaardiging van partijverboden: wanneer is het ‘juiste’ moment om in te grijpen en wat zegt het het EHRM daarover? Ook voor Nederland relevante vragen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Constitutionele worstelpartij tussen wetgever en vrijheid van meningsuiting
Zijn de wettelijke grenzen van de vrijheid meningsuiting sinds 2001 op constitutioneel toelaatbare wijze verschoven dan wel is er een vooruitzicht dat dat (nader) zal gebeuren? Om die vraag te beantwoorden wordt in deze bijdrage ingegaan op de sinds 2001 aangenomen, verworpen of bij de Staten-Generaal aanhangige wetsvoorstellen die de vrijheid van meningsuiting inperken dan wel uitbreiden. Al met al is er een hoop politieke drukte geweest over de wettelijke grenzen van de vrijheid van meningsuiting met een beperkte en constitutioneel kwetsbare opbrengst.
Lees het hele artikel in Navigator.
De bescherming van bijzondere persoonsgegevens in de Uitvoeringswet AVG
De verwerking van bijzondere persoonsgegevens maakt burgers bijzonder kwetsbaar voor bijvoorbeeld discriminatie of uitsluiting en is daarom door de Algemene Verordening Gegevensbescherming die volgend jaar in werking treedt, met extra waarborgen omgeven. In de consultatieversie van de beoogde Uitvoeringswet permitteert de Nederlandse wetgever zich veel te veel vrijheden in haar drang ‘beleidsneutraal’ te blijven en het bestaande systeem van verwerking van bijzondere persoonsgegevens uit de Wbp intact te laten. Bovendien wordt veel te veel beleidsvrijheid gelaten aan verantwoordelijken.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 28 (2014)
Verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht
Per 1 maart 2014 is de ‘Wet verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht’ in werking getreden. De nieuwe wet roept de nodige vragen op, al is het momenteel nog onduidelijk hoe deze wet in de praktijk zal worden toegepast. De nieuwe bevoegdheden bewerkstelligen inhumane situaties, zo wordt hier betoogd, waarbij de waardigheid van de vreemdeling wordt aangetast. Daarbij is er gevaar voor inbreuk op grondrechten terwijl de noodzaak daarvan niet is aangetoond. De verweermogelijkheden van de vreemdeling tegen de nieuwe wetgeving zijn minimaal, maar is de vreemdeling ook nog illegaal dan is deze helemaal rechteloos.
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het plan opgevat om het huidige Wetboek van Strafvordering (volledig) te moderniseren. Waar het huidige Wetboek een jarenlange ontstaansgeschiedenis heeft zal de introductie van het nieuwe Wetboek, als de voortekenen niet bedriegen, in een veel kortere periode tot stand komen. Het Wetboek wordt gemoderniseerd om ‘de tand des tijds’ weer adequaat te kunnen doorstaan, maar daarbij wordt de verdediging tegelijkertijd teruggedrongen in een rol die zich kenmerkt door een gebrek aan rechten, tijd en mogelijkheden. Efficiënt is dat, bezien vanuit een vervolgende overheid, ontegenzeggelijk wel, maar het predicaat ‘behoorlijk’ verdient het niet.
Artikel 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering is aanstaande. Een prachtige kans, niets te vroeg ook, om het wetboek up to date te krijgen. Om wensen, dromen zo u wilt, te realiseren en het wetboek bestendig te maken voor de komende decennia. Minister Opstelten is er met zijn toespraak bij het congres Modernisering Wetboek van Strafvordering al in een vroeg stadium in geslaagd om de betrokkenen bij die modernisering op scherp te zetten. Zijn toespraak spitste zich toe op het eerste artikel van het huidige wetboek: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
Willem Johannes Witteveen
De afspraken met Willem Witteveen staan nog in onze agenda’s: over de begeleiding van promovendi en studenten, nieuwe onderzoeksplannen en de methodiek van het onderwijs. Maar voordat we weer zouden overgaan tot de orde van de dag, zouden we zijn verhalen horen over de reis door Indonesië. De veelheid van culturen en religies in dat grote land zou Willem ongetwijfeld hebben geassocieerd met de vragen die hem bezighielden zo lang als we ons herinneren; vragen naar de mogelijkheden van mensen om in vrede samen te leven in een wereld die op zoek is naar ordening door het recht.
Over soevereiniteit
Tijdschrift
NJB 40 (2013)
Dan toch maar een vaccinatieplicht?
In dit artikel wordt een gekwalificeerde vaccinatieplicht voor kinderen onder de twaalf jaar bepleit. Vaccinatie van deze kinderen tegen de meest risicovolle infectieziekten zou verplicht moeten worden, terwijl tegelijkertijd de ouders de mogelijkheid moet worden gegeven om op basis van een gewetensbezwaardeprocedure ontheffing te vragen. Herhaaldelijk gebruikte argumenten, dat zo’n plicht strijdig zou zijn met de vrijheid van godsdienst van de ouders, met het recht op onaantastbaarheid van het lichaam van het kind en met het recht op gezinsleven, worden ontkracht. Door deze maatregel kan het aantal vaccinaties op de biblebelt worden vergroot waardoor de vaccinatiegraad stijgt, de groepsimmuniteit worden bevorderd en de kans op toekomstige uitbraken verder worden verkleind, zonder dat een vaccinatieplicht tout court hoeft te worden ingesteld.
Hoe moeilijk is het om een vereniging te verbieden?
Deel 2: de zaak Martijn
Op 2 april 2013 wees het Hof Arnhem-Leeuwarden arrest in de zaak Martijn. Het was het met de kwalificatie van de rechtbank eens dat het gedrag van de vereniging Martijn in strijd was met de openbare orde. Het hof stelde echter dat er aan nog een eis moet worden voldaan: de werkzaamheden moeten de samenleving ontwrichten of kunnen ontwrichten. Volgens de auteur moet het mogelijk zijn dat bepaalde daden in strijd worden geacht met de fundamenten van de rechtsorde zonder dat de vereniging (in dit geval) technisch misdrijven pleegt.
Op 2 april 2013 wees het Hof Arnhem-Leeuwarden arrest in de zaak Martijn. Het was het met de kwalificatie van de rechtbank eens dat het gedrag van de vereniging Martijn in strijd was met de openbare orde. Het hof stelde echter dat er aan nog een eis moet worden voldaan: de werkzaamheden moeten de samenleving ontwrichten of kunnen ontwrichten. Volgens de auteur moet het mogelijk zijn dat bepaalde daden in strijd worden geacht met de fundamenten van de rechtsorde zonder dat de vereniging (in dit geval) technisch misdrijven pleegt.
Minder rechten voor meer subjecten
Over een ‘rechtendieet’ ten behoeve van dieren
Mensenrechten leiden aan begripinflatie: met de tweede en derde generatie mensenrechten lijken welhaast alle rechten een mensenrecht zijn. Zo wordt het begrip betekenisloos. Waarom moeten mensen over zoveel rechten beschikken, terwijl de dieren het zonder rechten moeten stellen? Een aantal van de klassieke mensenrechten zou ook voor dieren kunnen gelden. Er moeten niet steeds meer mensenrechten bijkomen, maar de kring van rechtssubjecten die de mensenrechten beschermen mag wel worden uitgebreid.
Mensenrechten leiden aan begripinflatie: met de tweede en derde generatie mensenrechten lijken welhaast alle rechten een mensenrecht zijn. Zo wordt het begrip betekenisloos. Waarom moeten mensen over zoveel rechten beschikken, terwijl de dieren het zonder rechten moeten stellen? Een aantal van de klassieke mensenrechten zou ook voor dieren kunnen gelden. Er moeten niet steeds meer mensenrechten bijkomen, maar de kring van rechtssubjecten die de mensenrechten beschermen mag wel worden uitgebreid.
Nederland en de ratificatie van Protocol 15 bij het EVRM
Het 15e Protocol bij het EVRM staat sinds juni 2013 open voor ratificatie. Het is een amenderend protocol dat enkele wijzigingen bevat van het EVRM die zullen worden doorgevoerd als alle verdragstaten het Protocol hebben geratificeerd. Het codificeert onder meer het subsidiariteitsbeginsel en de doctrine van de margin of appreciation.
Blog
Over soevereiniteit. Het belang van zuiver definiëren
Bastiaan Rijpkema plaatst kanttekeningen bij het artikel ‘Over soevereiniteit en Europese integratie: het belang van zuiver redeneren’, dat Jan Willem van Rossem eerder dit jaar schreef.
Blog
Minder rechten voor meer subjecten: over een rechtendieet ten behoeve van dieren
Dierenrechten klassieke rechten voor nieuwe subjecten.