Artikelen van Bas van Zelst
Tijdschrift
NJB 25 (2022)
De civielrechtelijke beoordeling van fraudeverwijten
Tegen strafrechtelijke normen in het strafrecht wordt anders aangekeken dan in het civiele recht. Waneer strafrechtelijke normen in een civiele context moeten worden beoordeeld ontstaat een fuzzyness die leidt tot onduidelijkheid, aanleiding geeft tot opportunistisch procederen en die meer algemeen onwenselijk is. De twee belangrijke scharnierpunten zijn de openbare orde enerzijds en de bewijslastverdeling en -weging anderzijds. De strafrechtelijke en civielrechtelijke normen blijken in de praktijk niet altijd makkelijk te verenigen. Dat leidt tot uitdagingen in de toepassing ervan. De rechtspraktijk heeft behoefte aan nadere duiding van hoe om te gaan met die problematiek. Daarbij moeten overwegingen van systeemcoherentie en rechtsstatelijkheid, rechtspolitiek en maatschappelijk belang op een genuanceerde manier worden gewogen. Met dit artikel wordt voor die discussie een aanzet geven.
De ‘prosument’ in de platformeconomie
Duurzaamheid, digitalisering en de opkomst van online platforms geven aanleiding tot een herijking van het consumentbeeld in het privaatrecht. De consument als ‘zwakke partij’ in verhouding tot handelaars is een te eenzijdige benadering geworden. Op online platforms is de consument juist aan de aanbodzijde actief geworden als ‘prosument’, en ook op het vlak van duurzaamheid heeft de consument een actieve rol. Tegelijk zijn in digitale markten nieuwe kwetsbaarheden ontstaan doordat bedrijven met gebruik van persoonsgegevens ongemerkt de aankoopbeslissingen van consumenten beïnvloeden. Het huidige consumentenrecht biedt met een ‘one-size-fits-all’-benadering weinig ruimte voor het faciliteren van deze ontwikkelingen. Tijd dus voor een herijking. Welk consumentbeeld geeft handvatten voor passende regelgeving en beleid?
De Federalist Papers hebben de EU niets te bieden
Nieuwenburg & Jansen betoogden onlangs dat het in het kader van de conferentie over de toekomst van de EU goed zou zijn om kennis te nemen van de Amerikaanse Federalist Papers. Deze vormen ‘het fundament voor een verstandige discussie over een sterkere Europese democratie die moet leiden tot institutionele prioriteiten’. Volgens Nieuwenburg & Jansen bieden de Federalist Papers zicht op een EU ‘die op federaal-institutioneel niveau meer democratisch en meer rechtsstatelijk is’, oftewel ‘een Verenigde Staten van Europa’. In deze bijdrage zet ik enkele vraagtekens bij het betoog van Nieuwenburg & Jansen.
Naschrift
Graag danken wij Jacob van de Beeten voor zijn respons op onze bijdrage ‘Op naar de Verenigde Staten van Europa!’ (NJB 25 maart 2022, afl. 11). In deze respons draagt de auteur een aantal prikkelende kritieken aan. Op deze kritieken geven wij een tweeledige reactie in dit naschrift.
Tijdschrift
NJB 17 (2021)
De kracht (en het gevaar) van cognitive illusions in het civielrechtelijk debat
De kern van het probleem dat in deze bijdrage centraal staat, is dat mensen irrationele beslissingen nemen. Die beslissingen zijn vaak voorspelbaar en daarmee beïnvloedbaar. Dat geldt ook voor beslissingen van rechters. Dit kan worden verklaard door de werking van heuristics en biases. Het is niet moeilijk te bedenken hoe dit soort cognitieve illusies door advocaten kunnen worden gebruikt. Het gunstig presenteren van een zaak aan een geschiloplosser is een kernelement in het werk van de advocaat. Maar de fundamentele beginselen van civiel procesrecht zijn geen tandeloze tijger. Zij bieden een essentiële tegenkracht aan de gestelde neiging van advocaten voor niets anders oog te hebben dan het belang van de cliënt en leggen de advocaat een verplichting op actief bij te dragen aan een behoorlijke procedure en, daarmee, aan het voorkomen van negatieve gevolgen van cognitieve illusies op de kwaliteit van rechterlijk oordelen. Toegegeven: het systeem is mogelijk niet waterdicht.
Tussen recht en praktijk
Het onrechtmatig verwijderen van overheidsinformatie wordt op dit moment niet of nauwelijks gesanctioneerd. Hierdoor is er geen juridische ‘stok achter de deur’ om bestuursorganen te bewegen om hun informatiehuishouding op orde te krijgen. In dit artikel wordt ervoor gepleit om het toezicht op en handhaving van de informatiehuishouding te versterken. De Wet open overheid geeft namelijk ook nog te weinig hoop dat in de toekomst overheidsinformatie niet ten onrechte zal worden verwijderd.
Financiële geschillen en procedurele rechtvaardigheid
Kifid heeft in 2016 een ‘nieuwe visie op klachtbehandeling’ ingevoerd. Centraal in deze nieuwe visie staat de notie van ‘procedurele rechtvaardigheid’. Op het eerste gezicht lijkt uit evaluatieonderzoek te volgen dat deze nieuwe visie zijn vruchten afwerpt. Positieve oordelen over Kifid ‘in het algemeen’ verhullen echter grote verschillen in de waardering van verschillende Kifid-procedures. Het onderzoek dat in dit artikel wordt beschreven laat zien dat dit verschil in waardering sterk samenhangt met de ervaren procedurele rechtvaardigheid in beide procedures. Het effect van de nieuwe visie lijkt zich te beperken tot de voorfase van de procedure waarin een substantieel aantal zaken met succes wordt bemiddeld, maar zij heeft in de ogen van consumenten nog niet geleid tot een verbetering van de ‘oude’ Kifid-procedure die uitmondt in een uitspraak. Welke lessen kunnen hieruit worden getrokken?
Het betwistbare rapport van de Commissie Dossier J.A. Poch
In het NJB van 17 maart 2021 reageert Ward Ferdinandusse op onze opvattingen over het rapport van de Commissie Dossier J.A. Poch. Ferdinandusse was de zaaksofficier in het Nederlandse onderzoek naar Poch. Ook de leden van de commissie, Ad Machielse en Egbert Myjer, hebben op onze opvattingen gereageerd. De piloot Julio Poch werd ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de doodsvluchten tijdens de militaire dictatuur in Argentinië in de periode van 1976 tot 1983. Poch werd op 22 september 2009 in Spanje aangehouden en via Spanje uitgeleverd aan Argentinië, dankzij de gegevens van zijn laatste vlucht als piloot van Transavia die door Nederland waren verstrekt. Wij willen in deze repliek enkele juridische knelpunten in deze zaak onder de aandacht brengen die tot nu toe niet of onvoldoende aan de orde zijn gekomen.
Naschriften
Van der Wilt & Rozemond stellen dat het nog steeds niet duidelijk is waarom Poch in 2009 niet werd aangehouden ter uitlevering en vragen zich af of dat wellicht te maken had met zijn Nederlandse nationaliteit. Dat verbaast mij. Dat Poch inderdaad niet uitgeleverd werd vanwege zijn Nederlandse nationaliteit valt niet alleen te lezen in het rapport van de Commissie Poch, maar is door de overheid al toegelicht in een kort geding in 20092 en nog verschillende malen sindsdien.
In een hiervoor opgenomen bijdrage stellen Van der Wilt en Rozemond juridische vragen die in de zaak Poch niet of onvoldoende aan de orde zouden zijn gekomen. Het rapport en onze bijdrage in NJB 13 bevatten al veel antwoorden. Uit de in het rapport opgenomen onderzoeksopdracht kan bijvoorbeeld blijken waarom Poch en zijn raadsman niet zijn gehoord. Het stond hun overigens vrij zelf de commissie met relevante informatie te benaderen. Dat hebben zij niet gedaan.
Tijdschrift
NJB 23 (2020)
25 kapiteins, 1 vloot
Na de uitbraak van het coronavirus moest er overal ter wereld razendsnel gehandeld worden. In Nederland gebeurde dat via de veiligheidsregio, die opeens voor een enorme opgave kwam te staan. De veiligheidsregio moest enerzijds het landelijke beleid simpelweg ‘uitvoeren’, maar moest anderzijds ook allerlei vragen zelf beantwoorden. Daarbij moesten de veiligheidsregio’s roeien met de riemen die ze hadden. Dat leidde op een aantal punten tot grote differentiatie tussen verschillende veiligheidsregio’s. Die verschillen werden op sterk uiteenlopende gronden gemotiveerd, waarbij zowel de effectieve aanpak van het virus als een bredere afweging van de volksgezondheid tegen andere belangen een rol speelden. De motiveringen legden daarmee bloot dat het optreden van de veiligheidsregio bestond uit een combinatie van verlengd lokaal bestuur en een gedeconcentreerde bevelsstructuur.
Functionele immuniteit van vreemde gezagsdragers in de context van internationale misdrijven
De staatspraktijk inzake de niet-toepasselijkheid van functionele immuniteit in de context van internationale misdrijven is relatief beperkt. Dit heeft de Rechtbank Den Haag ertoe doen besluiten dat er geen gewoonterechtelijke regel inzake niet-toepasselijkheid bestaat. Toch valt er veel te zeggen voor een dergelijke regel, met name in het licht van de ambitie van de internationale gemeenschap om straffeloosheid voor de meest ernstige misdrijven een halt toe te roepen. Daarom zijn zowel de VN-Commissie voor Internationaal Recht als de Nederlandse regering wel voorstander van deze regel.
Dangerous minds
Wat als een afgestrafte terrorist nog steeds gevaarlijk blijkt te zijn? Moeten we denken in de richting van een speciale tbs voor terroristen? Dat lijkt geen oplossing voor het onderliggende probleem. Beschreven wordt hoe de strafdoelen speciale preventie en resocialisatie riskeren onderbelicht te blijven op het moment dat zulk veiligheidsdenken de overhand neemt, met als risico dat na bestraffing het probleem blijft bestaan. Er moet veel meer ingezet worden op de tijd dat een gedetineerde binnen zit, want daar valt de winst te halen.
Ingezetenen eerst!
Onlangs is een wetsvoorstel ingediend dat beoogt in het buitenland wonende Nederlanders middels stemrecht invloed te geven op de samenstelling van de Eerste Kamer. De regering acht de huidige situatie ‘onevenwichtig’, nu niet-ingezetenen wel kunnen stemmen voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement maar niet voor de Eerste Kamer. In dit artikel wordt betoogd dat het afnemen van het kiesrecht voor de Tweede Kamer van niet-ingezeten Nederlanders, het meeste in overeenstemming is met de grondslagen van het kiesrecht. Daarbij kan een overgangstermijn van vier jaar worden gehanteerd, waarbinnen geëmigreerde Nederlanders hun stemrecht niet verliezen.
Reacties en naschrift aangaande 'De (on)ethische advocaat'
Reacties op ‘De (on)ethische advocaat – over de balans tussen cliënt en maatschappij’ van Bas van Zelst (NJB 2020/964, afl. 16, p. 1145-1150) en een naschrift van de auteur.
Tijdschrift
NJB 16 (2020)
Nederlandse kinderen in Syrische kampen
In november 2019 oordeelde het Hof Den Haag in spoedappel dat de Staat niet gehouden is zich in te spannen om Nederlandse kinderen in Syrische kampen naar Nederland te halen. Het arrest van het hof roept op belangrijke onderdelen vragen op vanuit het perspectief van het geldend internationaal en Europees recht. Is het werkelijk aannemelijk dat repatriëring uit Syrische kampen te gevaarlijk is voor daarbij te betrekken overheidsdienaren? En hoe lijdelijk of actief hoort de Nederlandse rechter zich eigenlijk op te stellen als de naleving van mensenrechten afhankelijk is van een rechterlijke interventie?
De (on)ethische advocaat
Te makkelijk worden stellingen ingenomen over de toelaatbaarheid van advocatuurlijk handelen of nalaten, zonder dat acht wordt geslagen op de rol die advocaten spelen in de rechtsbedeling. De advocaat verdedigt de belangen van de cliënt. Daarbij maakt de advocaat gebruik van zijn privileges. Die heeft hij niet voor zichzelf, maar ten behoeve van de goede rechtsbedeling. Die privileges bieden tegenwicht aan de privileges en bevoegdheden van de (vele) andere actoren in die rechtsbedeling. Het is onjuist de privileges van de advocaat te koppelen aan een verplichting maatschappelijke belangen te behartigen. Dat een advocaat het belang van de cliënt verdedigt is omwille van de goede rechtsbedeling. Dat is het maatschappelijk belang dat advocaten dienen.
Laat ouderen over de toekomst stemmen
Ouderen het kiesrecht ontnemen, of het gewicht van hun stem verminderen, kan binnen de democratische rechtsstaat nimmer de oplossing zijn voor maatschappelijke langetermijnproblemen, zoals de klimaatcrisis. Het algemeen kiesrecht, zoals dit gewaarborgd wordt binnen de rechtsstaat, legitimeert immers onze wet- en regelgeving en het bestuur. Daarnaast fundeert dit recht het probleemoplossend vermogen van onze democratie. Tot slot verzet het liberale mensbeeld, dat ten grondslag ligt aan de huidige democratische rechtsstaat, zich ertegen dat mensen worden teruggebracht tot een groep.
Tijdschrift
NJB 38 (2018)
De keizer-quaestie
Op zondagochtend 10 november 1918 overschreed Keizer Wilhelm II van Duitsland bij Withuis / Eijsden de Nederlandse grens. Dat was een gebeurtenis die destijds als een bom insloeg in de internationale politiek en diplomatie. Wilhelm von Hohenzollern was immers niet alleen staatshoofd van het belangrijkste Europese land, maar ook de opperbevelhebber van het leger dat op dat moment al vier jaren lang een Wereldoorlog voerde, die België volledig in puin legde en ook in grote delen van Frankrijk grote schade aanrichtte.
Lees het hele artikel in Navigator.
Woonwagencultuur mag toch blijven
Het Nederlandse woonwagenbeleid kenmerkte zich tot voor kort vooral door een ‘normalisatie-’ en ‘uitsterfbeleid’. Met het nieuwe beleidskader Gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid is het echter in grote mate in overeenstemming gebracht met mensenrechtelijke standaarden. In dit artikel wordt ingegaan op de inhoud van het nieuwe beleidskader en de betekenis ervan voor het Nederlandse woonwagenbeleid.
Lees het hele artikel in Navigator.
Over de noodzaak van een beter geïnformeerde en bredere discussie over geschiloplossing
Er is onvoldoende (empirisch) onderzoek gedaan om vergaande stellingen in te kunnen nemen over het nut en de noodzaak van mediation, en van een mediationwet in het bijzonder. De effecten van mediation staan nog onvoldoende vast. Nader onderzoek is dan ook nodig. De thans in consultatie voorliggende Experimentenwet rechtspleging biedt voor dit nader onderzoek een wettelijke basis en grote mogelijkheden. Omdat een bredere discussie over geschiloplossing wenselijk is, zou onderdeel van dit nader onderzoek moeten zijn hoe de uitkomsten van de diverse alternatieve geschiloplossingsmethoden zich verhouden tot uitkomsten van rechtspraak door de rechter.
Lees het hele artikel in Navigator.
Inverbindingstelling vraagt om andere juristen!
Rechtzoekenden richten zich vooral op hulp en advies bij de wijze waarop ze hun problemen kunnen oplossen en niet zozeer op hulp bij procederen. De rechtenopleidingen aan de Nederlandse universiteiten zijn echter vooral gericht op procederen en niet primair op overleg en mediation. Om deze tegenstelling te overbruggen is het noodzakelijk juristen anders op te leiden. Juristen kunnen zich niet meer beperken tot een technisch-juridische invulling van hun vak.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 9 (2018)
De toelaatbaarheid van Med-Arb naar Nederlands recht
Med-Arb (mediation-arbitrage) is een procedure waarbij een mediator arbiter kan worden als het mediationtraject niet tot een oplossing leidt. Tegen het mechanisme kunnen allerlei bezwaren worden ingebracht, maar het biedt ook belangrijke voordelen, met name snelheid en finaliteit, terwijl tegelijkertijd een minnelijke oplossing het primaire doel blijft. In deze bijdrage wordt onderzocht of de bezwaren naar Nederlands recht aan Med-Arb in de weg staan en worden de Amerikaanse ervaringen met Med-Arb besproken. Ook wordt in de Nederlandse context ingegaan op zowel processuele als materiële aspecten van Med-Arb. Geconcludeerd wordt dat wanneer in de Med-Arb-overeenkomst en het Med-Arb-proces aan een aantal specifieke aspecten voldoende aandacht wordt besteed, een Med-Arb-proces leidt tot een in beginsel in binnen- en buitenland tenuitvoer te leggen scheidsrechterlijke beslissing.
Lees het hele artikel in Navigator.
Lees het hele artikel in Navigator.
Onterecht in voorarrest
Over de besluitvorming met betrekking tot het voorarrest bestaat veel discussie, met name over de gewoonte van de beslissing, waardoor veel personen in voorarrest zitten, en de gebrekkige motivering van die beslissing. In principe ligt er een taak voor politie, justitie en de rechtspraak om onderzoek te doen naar de zaken waarin uiteindelijk een schadevergoeding wordt uitgekeerd (of dit dossieronderzoek te ondersteunen). Die organisaties zouden intrinsiek gemotiveerd moeten zijn om het aantal schadevergoedingen en de totale kostenpost te verlagen. Duits onderzoek laat zien dat patronen zijn te ontdekken in de onterechte voorarresten, waaruit lessen kunnen worden geleerd. Uit Amerikaans onderzoek zouden instrumenten kunnen worden overgenomen om de beslissing te rationaliseren.
Lees het hele artikel in Navigator.
Lees het hele artikel in Navigator.
Een precedent zonder precedentwerking
In de zomer van 2017 behandelde de Tweede Kamer de tweede lezing van het initiatiefvoorstel tot gedeeltelijke afschaffing van het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet. De eerste lezing daarvan was in 2009 afgerond. De Kamer die mede met het oog op deze grondwetsherziening was verkozen, was inmiddels al twee keer vervangen. De regering concludeerde daarom dat dit initiatiefwetsvoorstel niet meer ter tafel lag. Die conclusie ging de Kamer te ver en zij verzocht de Afdeling advisering van de Raad van State om voorlichting. Die concludeerde dat uitsluitend de Tweede Kamer die gekozen is na de ontbinding die volgt op de eerste lezing van een grondwetsherzieningsvoorstel, bevoegd is om de tweede lezing ter hand te nemen. Deze redenering wijkt op belangrijke punten af van wat de Raad van State eerder in een advies heeft gesteld. En wat steekt, is dat de voorlichting van die afwijkingen niet expliciet doet blijken integendeel, het lijkt wel alsof ze worden weggemasseerd.
Lees het hele artikel in Navigator.
Lees het hele artikel in Navigator.
Wat te doen als de vijand de nucleaire optie loslaat op het Binnenhof?
Is het nodig een regeling met betrekking tot designated survivors op te tuigen voor het geval doemscenario’s werkelijkheid worden? De Grondwet biedt al soelaas. Designated survivors aanwijzen kan echter geen kwaad.
Lees het hele artikel in Navigator.
Lees het hele artikel in Navigator.
Reactie op 'Doos drie'
Doorgaans zijn de stukjes van Peter Wattel voor mij als eenvoudige praktijkjurist buitengewoon leerzaam, met name als ze over Europees recht gaan. Ik lees ze dan ook graag. Maar in zijn laatste schrijfsel gebruikt hij in zijn aanklacht tegen de fiscale wetgever wel erg grote woorden.
Lees het hele artikel in Navigator.
Lees het hele artikel in Navigator.