Artikelen van Bart Custers

Tijdschrift
NJB 5 (2025)
Prijsdiscriminatie voorbij wettelijke discriminatiegronden
Bedrijven personaliseren online prijzen steeds vaker met behulp van consumentendata en algoritmen. Dit kan direct en indirect discriminatie opleveren. Prijspersonalisatie op gronden die niet wettelijk zijn verboden kan echter ook als discriminerend worden ervaren. Dit artikel presenteert de bevindingen van een survey onder 727 Nederlandse consumenten, waarin verschillende niet-verboden gronden werden voorgelegd op basis waarvan prijzen gepersonaliseerd kunnen worden. De perceptie van consumenten blijkt grotendeels overeen te komen met wat momenteel bij wet verboden is, maar er bleken ook enkele ‘nieuwe’ discriminatiegronden te zijn, zoals intelligentie en uiterlijk, die vergelijkbare negatieve reacties uitlokken als wettelijk verboden gronden. Dit roept vragen op over de regulering van gepersonaliseerde prijzen en in hoeverre wetgeving aanpassing behoeft om ethische en sociale normen beter te weerspiegelen, vooral nu het gebruik van prijspersonalisatie naar verwachting in de toekomst zal toenemen.
Een eerste verkenning naar de rol van het Openbaar Ministerie binnen het programma Preventie met Gezag
Om te voorkomen dat minderjarigen en jongvolwassenen door criminelen worden geronseld, zet het Ministerie van BZK in op preventie. Deze aanpak wordt ‘Preventie met Gezag’ genoemd. In deze bijdrage wordt een inkijkje gegeven in de rol en positie van het Openbaar Ministerie binnen deze aanpak.
Aanwijzing Tekortenregeling Geneesmiddelen
Met de Aanwijzing Tekortenregeling Geneesmiddelen draagt de wetgever de Inspectie op haar primaire taak als kwaliteitsbewaker van veilige en ondeugdelijke geneesmiddelen niet uit te voeren. Dat is onbegrijpelijk en maakt van de aanwijzing een paardenmiddel dat afbreuk doet aan de doelstelling van de Geneesmiddelenwet, namelijk het aanbieden van deugdelijke geneesmiddelen, en zal daarmee meer kwaad dan goeds doen.

Tijdschrift
NJB 27 (2024)
Het recht op bescherming van persoonsgegevens is onbetaalbaar
Veel gratis online dienstverleners, zoals zoekmachines en sociale media, zijn gebaseerd op de handel in persoonsgegevens van gebruikers. In de kern zijn ze gratis omdat gebruikers ‘betalen met hun gegevens’. Deze bijdrage stelt dat deze bedrijfsmodellen, waarin persoonsgegevens worden gezien als valuta of als een verhandelbaar product, problematisch zijn in het licht van het recht op bescherming van persoonsgegevens. Immers, in artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de EU is het recht op persoonsgegevens verheven tot een onvervreemdbaar grondrecht en grondrechten kunnen niet worden verhandeld.
Uitbreiding strafrechtelijke sancties om terugkeer van vreemdelingen te verhogen
In dit artikel wordt onderzocht of het opleggen van strafrechtelijke sancties aan vreemdelingen die niet meewerken aan hun uitzetting juridisch gezien mogelijk is in het licht van het Unierecht. Ook komt aan de orde of verwacht mag worden dat deze strafrechtelijke maatregelen zullen leiden tot hogere aantallen vreemdelingen die terugkeren.
Buitengerechtelijke incasso van privaatrechtelijke schulden bij natuurlijke personen
Schulden bij natuurlijke personen blijft een onderwerp dat zowel nationaal als in Europees verband hoog op de beleidsagenda’s staat. Deze bijdrage gaat in op de ‘buitengerechtelijke incasso’, het innen van privaatrechtelijke schulden buiten de rechter om. Doel van een buitengerechtelijk incassotraject is om de schuldenaar ervan te overtuigen de openstaande facturen te betalen. Doel van dit artikel is te schetsen hoe de buitengerechtelijke incasso van privaatrechtelijke schulden bij natuurlijke personen, waaronder ook kleine onder nemers, wettelijk is geregeld. Daarover bestaat nogal wat onduidelijkheid.
Onderzoek een uitbreiding van de voorwaarden voor gesloten deuren in zaken van seksuele misdrijven
Er zou onderzoek moeten worden gedaan naar de mogelijkheden en verplichtingen vanuit nationale, Europese en internationale wet- en regelgeving naar de mogelijkheden de voorwaarden uit te breiden om een zitting inzake seksuele misdrijven achter gesloten deuren te houden.

Tijdschrift
NJB 21 (2023)
Juridische instrumenten voor een effectiever en efficiënter stikstofbeleid
De sterke overbelasting van Natura 2000-gebieden gecombineerd met een zeer strikte interpretatie van artikel 6 Habitatrichtlijn hebben geleid tot een ‘slot’ op zowat alle nieuwe activiteiten die stikstofuitstoot veroorzaken. Zolang de emissies, en daarmee ook de depositie, niet duidelijk omlaag gaan bestaat weinig kans dat hierin verandering komt. De overheid heeft tot nu toe slechts in zeer beperkte mate instrumenten ontwikkeld waarmee de bestaande belasting teruggedrongen kan worden. De kern van een recent voorgestelde alternatieve aanpak is het sturen door middel van emissiereductiedoelstellingen per sector en, wat emissies uit de veehouderij betreft, per bedrijf. Onder voorwaarde van een goede monitoring en handhaving verzekert deze aanpak, anders dan de tegenwoordige voorstellen van de regering, dat de (binnenlandse) emissies ook daadwerkelijk dalen. Dat is voorwaardelijk voor het kunnen doorbreken van de impasse in de vergunningverlening. Depositieberekeningen, met alle daaraan thans verbonden onzekerheden en twijfels, zijn in het nieuwe voorstel overbodig.
Technologiekennis voor een eerlijk proces
Technologie wordt steeds ingewikkelder. Voor burgers wordt het dan lastiger te begrijpen wat er gebeurt, bijvoorbeeld met hun persoonsgegevens. Onrechtmatigheden komen alleen aan het licht als bedrijven voldoende transparantie en inzage bieden, hetgeen regelmatig niet het geval is. In geval van onrechtmatigheden kan een burger naar de rechter gaan, die dan een oordeel moet vellen. Maar wat als ook de rechter de technologie niet of onvoldoende begrijpt? In deze bijdrage wordt betoogd dat het recht op een eerlijk proces met zich brengt dat een rechter voldoende begrip moet hebben van de technologie waarover moet worden geoordeeld. Omdat niet alle rechters opgeleid kunnen worden met diepgaande technologische kennis, worden voorstellen gedaan om dit probleem op te lossen.
Stemmen door de tijd
Zijn wij onze nakomelingen en voorouders iets verschuldigd? Hebben wij zorgplichten jegens toekomstige en vorige generaties? En zo ja, wat houden die in? Het antwoord op deze vragen luidt: ja. Wij hebben de algemene juridische plicht om met de legitieme (levensduuroverstijgende) belangen van toekomstige en vorige generaties rekening te houden en die algemene zorgplicht kan zich onder omstandigheden verdichten tot concrete afdwingbare zorgplichten. Voorlopig bestaat voor zorgplichten en aansprakelijkheid jegens toekomstige generaties voldoende ruimte. Vorige generaties vinden bij de burgerlijke rechter wel serieuze obstakels op hun weg.
Zedenzaak voor de rechter
De uitkomst van zedenzaken binnen het rechtssysteem kan voor zowel verdachte als aangever/aangeefster een ‘grabbelton’ lijken. En op die onzekere uitkomst moet dan ook vaak nog (heel) lang worden gewacht ook. Dit is schadelijk voor alle betrokkenen. Kan dat niet anders?
Groningen en de Toeslagenaffaire
Wat betreft het serieus nemen van burgers, vooral de zwakkere en lager opgeleide, valt in Nederland nog veel te winnen. Andere landen doen meer moeite om burgers te laten participeren en hen serieus te nemen.

Tijdschrift
NJB 19 (2022)
Op de schommel tussen autonomie en repressie
Bespreking van het preadvies voor de NJV-jaarvergadering 2022 van Anne Keirse & Vanessa Mak, ‘Op de schommel tussen autonomie en repressie: Een privaatrechtelijk perspectief op de repressieve samenleving’ (preadvies), in: T. Barkhuysen e.a., De repressieve samenleving. Vanuit civiel-, bestuurs- en strafrechtelijk perspectief, Handelingen NJV, 151e jaargang/2022, Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 9-93.
Repressief bestuursrecht
Bespreking van het preadvies voor de NJV-jaarvergadering 2022 van Tom Barkhuysen & Michiel van Emmerik ‘De repressieve samenleving en het bestuursrecht: worstelend op zoek naar een betere balans tussen wetteloosheid en rechteloosheid’, in: De repressieve samenleving vanuit civielrechtelijk, bestuursrechtelijk en strafrechtelijk perspectief, Handelingen NJV, 150e jaargang/2022, Wolters Kluwer 2022, p. 95-189.
Hedendaags strafrecht en de repressieve samenleving
Bespreking van het preadvies voor de NJV-jaarvergadering 2022 van Johannes Bijlsma, Stijn Franken en Petra van Kampen, ‘Altijd een komma, nooit een punt? Reclassering, toezicht en resocialisatie Handelingen’ (preadvies), in: T. Barkhuysen e.a., De repressieve samenleving. Vanuit civiel-, bestuurs- en strafrechtelijk perspectief, Handelingen NJV, 151e jaargang/2022, Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 193-274.
Het recht om de wet te overtreden?
Door technologische ontwikkelingen wordt het steeds beter mogelijk om het gedrag van mensen te monitoren en bij te sturen. Rechtshandhaving door technologie kan veel effectiever en ingrijpender zijn dan door menselijke handhavers, zet de wetgever en rechter soms buiten spel en reduceert de ruimte voor burgerlijke ongehoorzaamheid. Dit zorgt voor minder mogelijkheden rechtsregels ter discussie te stellen, hetgeen de rechtsontwikkeling in de weg kan staan. In deze bijdrage worden parallellen getrokken met de evolutiebiologie om te illustreren dat het kunnen afwijken van de norm soms nodig is voor doorontwikkeling van het recht. Enige ruimte om de wet te mogen overtreden, bijvoorbeeld via burgerlijke ongehoorzaamheid of gedoogconstructies, zorgt voor voldoende variatie en draagt bij aan een goede rechtsontwikkeling.

Tijdschrift
NJB 30 (2021)
Waar zijn ‘de essentialia’ in de Grondwet?
Wat zijn precies de kernbeginselen, de essentialia, van het Nederlandse staatsbestel? En staan die wel allemaal in de Grondwet? Om erachter te komen wat voor hen essentialia zijn die in de Grondwet moeten worden opgenomen, zijn enkele focusgroepen met burgers betrokken en gevraagd naar hun opvattingen over de Grondwet. Uit dit artikel blijkt dat niet alleen onder staatsrechtjuristen, maar ook onder geïnformeerde burgers een heel aantal voorstellen leeft om meer essentialia in de Grondwet te krijgen en deze leesbaarder te maken. Zij kunnen richtsnoeren bieden voor als er weer eens integraal naar de Grondwet wordt gekeken. Daarvoor lijkt geen beter moment dan nu. In Den Haag wordt geformeerd en daarbij heerst een trend van constitutioneel denken en grondwetsherziening. De inzichten uit dit onderzoek kunnen als inspiratie dienen bij de gedachtevorming en onderhandelingen.
Online prijsdiscriminatie
Steeds meer producten en diensten worden online aangeboden. Consumenten kunnen vaak eenvoudig prijzen van verschillende aanbieders vergelijken. Tegelijkertijd kunnen aanbieders met behulp van beschikbare gegevens en algoritmen de prijzen voortdurend aanpassen, zowel naar de marktomstandigheden als naar de persoonlijke kenmerken van groepen consumenten of individuele consumenten. Het (steeds verder) personaliseren van prijzen wordt doorgaans aangeduid als prijsdiscriminatie. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre hierbij ook in juridisch opzicht sprake is van discriminatie, door deze ontwikkelingen te duiden in het licht van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB).
Nieuwe toeristische verhuurbepalingen voor digitale platforms strijdig met het Unierecht
Toeristische verhuur kan leiden tot inkrimping van de woonruimtevoorraad en/of tot aantasting van de leefbaarheid. Als dit zich voordoet is regulering van toeristische verhuur gewenst. Voor het oplossen van het eerste probleem bestaan er – ook zonder de toeristische verhuurbepalingen – voldoende wettelijke mogelijkheden. Alvorens wetgeving in te voeren die ertoe strekt het tweede probleem op te lossen, dient eerst onderzocht te worden of, en zo ja, welke toeristen precies ernstige overlast veroorzaken. De onlangs ingevoerde bepalingen in de Huisvestingswet die gemeenteraden de bevoegdheid geven om verplichtingen op leggen aan degene die een dienst verleent gericht op het publiceren van aanbiedingen voor toeristische verhuur, is dan ook prematuur en in strijd met Unierechtelijke bepalingen.

Tijdschrift
NJB 12 (2021)
Amicus curiae en kruisbenoemingen bij de hoogste bestuursrechters
Op 13 oktober 2020 heeft de Eerste Kamer de wet Amicus curiae en kruisbenoemingen bij de hoogste bestuursrechters aangenomen. Kruisbenoemingen kunnen een positief effect hebben op de rechtseenheid en rechtsontwikkeling in het bestuursrecht. De inzet van de grote kamer en de dubbelbenoemde rechters kan niet alleen bijdragen aan harmonisering van bestaande rechtspraak, maar kan ook zorgen voor een gezamenlijke koers in de rechtsvorming. Amici curiae kunnen hierbij de nodige informatie inbrengen. Aan de figuur van amicus curiae zijn risico’s verbonden, maar deze kunnen grotendeels geneutraliseerd worden door een goed doordachte toepassing van het instrument. De rechter heeft vanwege de summiere regeling de vrijheid om te experimenteren. Ook de wetenschap kan participeren als amicus. In het beste geval ontstaat zo een debat tussen rechter en wetenschap, wat de rechtsvorming enkel ten goede kan komen.
Het Masker van de Grootvizier
Een rechtsstaat komt daadwerkelijk in gevaar als het niet duidelijk meer is wie bevoegd is tot vernietiging van onwelgevallige beslissingen van de ander, en hoe en met welke reikwijdte. Wat is de bron van het probleem in de discussies die momenteel gaande zijn? Om die te achterhalen is een blik op de historie behulpzaam. Dan wordt helder dat oordelen die het gezag over algemene belangen betreffen, horen aan de overheid; maar dan wel een overheid zonder het verhullende masker van ‘rechter’. Oordelen over ‘civil rights and obligations’ mogen, ook verdragsrechtelijk, echter alleen toekomen aan onafhankelijke en onpartijdige ‘echte’ rechters.
De COVID-19-PCR-test
Op 9 december 2020 besliste de Haagse voorzieningenrechter in een door de Stichting Viruswaarheid aangespannen procedure dat de Staat het gebruik van de PCR-test bij de bestrijding van het coronavirus niet hoeft te staken. Ook oordeelde de rechter dat de overheidscommunicatie over het coronavirus niet hoeft te worden te aangepast. Daarmee werden beide vorderingen van de Stichting Viruswaarheid verworpen. Hoezeer men deze uitspraak ook moge toejuichen of betreuren, de argumentatie waarvan de voorzieningenrechter zich blijkens het vonnis bedient is op ten minste één punt ondeugdelijk.
Naar een rationeel xtc-beleid
De stuurgroep van de DenkTank MDMA-beleid publiceerde eind 2020 een rapport over de ontwikkeling van een rationeel MDMA-beleid. Het rapport is gebaseerd op een objectiverende wetenschappelijke benadering die zich losmaakt van ideologische politieke strijd. Uit een vergelijking van verschillende beleidsopties komt een Optimaal Model naar voren dat de minste schade blijkt op te leveren voor mens en maatschappij: regulering van de productie en van de aan- en verkoop van ecstasy, kwaliteitsbewaking, monitoring van het gebruik en een hardere aanpak van de misdaad. Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus wijst dit model echter rigoureus af. Hij hamert op het gevaar van ‘ondermijning’ door de onderwereld van de legale bovenwereld. Wat pleit er voor en tegen invoering van het optimale model?
Onze overheid is te gefixeerd op data
Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de problemen bij de Belastingdienst nog veel groter zijn dan de toeslagenaffaire die nu in de schijnwerpers staat. Inmiddels is ook duidelijk dat verboden praktijken zoals het gebruik van etnisch profileren en geheime zwarte lijsten al veel langer plaatsvinden, soms al jaren, ook bijvoorbeeld bij de inkomstenbelasting. Over andere overheidsinstanties komen eveneens steeds meer signalen naar buiten dat gegevens worden gedeeld en geanalyseerd in strijd met de regels. Burgers weten daar niet van en kunnen zich er nauwelijks tegen verweren.
Blog
Onze overheid is te gefixeerd op data
Grote databestanden en geavanceerde analyses zijn geen doel op zich, ze kunnen hooguit een middel zijn om tot oplossingen te komen

Tijdschrift
NJB 44 (2019)
Nieuwe digitale (grond)rechten
Door de steeds bredere inzet van digitale technologie door overheden en bedrijven dringt zich een toenemend aantal vragen op over regulering van die technologie, in het bijzonder welke rechten en bescherming burgers zouden moeten hebben. De nadruk ligt daarbij vrijwel altijd op het toepassen en eventueel aanpassen van bestaande (grond)rechten. Wat echter ontbreekt in het debat en het juridisch onderzoek is een bredere discussie over welke nieuwe (grond)rechten burgers zouden moeten hebben in het digitale tijdperk. Slechts een enkele keer komen nieuwe concepten naar boven, zoals het ‘recht om vergeten te worden’. Deze bijdrage gaat in op de vraag welke nieuwe, aanvullende (grond)rechten we zouden bedenken in het digitale tijdperk als we ze nu zouden moeten opstellen, zonder (al te veel) gebonden te zijn aan reeds bestaande grondrechten. In de hoop een breder juridisch debat hierover op te starten, worden uiteenlopende nieuwe rechten voor burgers voorgesteld.
Lees het hele artikel in Navigator.
De juridische randvoorwaarden voor een datagedreven samenleving
Nederland heeft grote ambities ten aanzien van de transformatie naar een data-gedreven samenleving. Er wordt fors geïnvesteerd in technische universiteiten, geëxperimenteerd met smart cities, predictive policing en data-gedreven processen binnen zowel de publieke als private sector, en steeds meer beleids- en besluitvorming wordt geautomatiseerd. Er is een aantal juridische aanpassingen nodig om dit proces in goede banen te leiden: data-gedreven processen moeten beter worden ingekaderd, er dient meer nadruk te komen op de bescherming van maatschappelijke belangen en het procesrecht zou meer ruimte moeten bieden voor vertegenwoordigende, collectieve en algemeen belangacties.
Lees het hele artikel in Navigator.
Effectieve rechtsbescherming bij algoritmische besluitvorming in het bestuursrecht
In toenemende mate oefent het bestuur regelgevende bevoegdheden uit en kent het de wetgever een grote beslissingsruimte toe inzake bestuurlijke bevoegdheden. In de sterk gedigitaliseerde, complexe samenleving maakt het bestuur daarenboven zelf in toenemende mate gebruik van algoritmen ter vervanging van menselijke tussenkomst om de efficiëntie van besluitvormingsprocessen te verhogen, waarbij zowel sprake kan zijn van algoritmische ondersteuning als volledig geautomatiseerde besluitvorming. Aangezien zowel de mogelijkheid tot controle als de (menselijke) tussenkomst van het openbaar bestuur bij algoritmische besluitvorming afnemen, is een inhoudsvolle rechterlijke toetsing van wezenlijk belang voor een effectieve rechtsbescherming. Het black box-karakter van algoritmen, en zeker van zelflerende, kan echter leiden tot het ontstaan van een rechterlijk vacuüm. Hoe kan deze vicieuze cirkel doorbroken worden?
Lees het hele artikel in Navigator.
Artificiële intelligentie en risicotaxatie
De snelle ontwikkeling van artificiële intelligentie werpt een aantal prangende vragen op voor strafrechtjuristen en forensisch gedragsdeskundigen. Risicotaxatie met behulp van AI heeft de potentie om een relatief betrouwbaar middel te worden om inschattingen van recidivegevaar te maken. Een belangrijk vraagpunt is tot hoeveel vals-positieven (precision) en vals-negatieven (recall) de inschatting leidt. Door de ‘kosten’ van verschillende fouten te bepalen en in het algoritme te verwerken, kan het belang van de maatschappelijke veiligheid worden afgewogen tegen het belang dat burgers niet ten onrechte door strafrechtelijk ingrijpen moeten worden getroffen. Een tweede vraagpunt is hoe omgegaan moet worden met biases. Er zijn technische manieren om vooroordelen in de algoritmes tegen te gaan, maar daarbij moet wel de normatieve vraag onder ogen worden gezien hoe dat op een rechtvaardige wijze kan gebeuren. Ten derde zijn AI-algoritmes relatief ondoorzichtig, waardoor zij niet altijd mogelijkheden aanwijzen voor interventies die gericht zijn op rehabilitatie van de veroordeelde.
Lees het hele artikel in Navigator.
De bewijskracht van de blockchain timestamp
In dit artikel wordt verkend in hoeverre bewijs in de vorm van blockchain-transacties naar Nederlands recht het auteursrechtelijke makerschap in juridische procedures kan ondersteunen en of ons procesrecht zulk bewijs toelaat.
Lees het hele artikel in Navigator.

Tijdschrift
NJB 34 (2019)
Persoonsgegevens in het strafrecht
In april 2016 werd, tegelijk met de AVG, EU-richtlijn 2016/680 aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Deze richtlijn reguleert persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van politiële en justitiële activiteiten. In Nederland is de richtlijn inmiddels geïmplementeerd door de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) aan te passen. De Europese richtlijn beoogt betrokkenen wiens persoonsgegevens worden verwerkt in de context van het strafrecht betere bescherming te bieden op het vlak van (informationele) privacy. Hoewel betrokkenen op papier veel rechten en vrijheden hebben, is er onduidelijkheid over hoe de richtlijn in de praktijk zou moeten werken. In deze bijdrage wordt betoogd dat de oorzaak hiervan te herleiden is tot conceptuele weeffouten in de richtlijn. Met name de regels omtrent (1) toestemming en controle, (2) categorisering van betrokkenen/data subjecten en (3) feiten versus meningen kunnen in de praktijk leiden tot uitvoeringsproblemen. Dit kan weer leiden tot verminderde rechtsbescherming van betrokkenen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Naar evenwichtiger griffierechttarieven?
Bij invoering van de Wet griffierechten burgerlijke zaken zijn de griffierecht-tarieven voor zaken met gering financieel belang sterk gestegen. De minister heeft een wetsvoorstel ingediend om de tarieven voor deze zaken enigszins te verlagen en voor zaken met groter financieel belang enigszins te verhogen. Dit artikel presenteert een eveneens budget-neutrale verandering van het tarievenstelsel, die leidt tot een meer systematisch verband tussen het tarief en het financieel belang van de zaak en tot een verdergaande verschuiving van griffierechten van zaken met gering naar die met groot financieel belang.
Lees het hele artikel in Navigator.
Voorstel Innovatiewet Strafvordering
Het consultatievoorstel voor de Innovatiewet Strafvordering voorziet in de wettelijke regeling van een aantal voor de strafrechtspraktijk relevante onderwerpen, vooruitlopend op het komende nieuwe Wetboek van Strafvordering. In dit artikel wordt ingegaan op één onderdeel van dat voorstel: de vordering van de benadeelde partij in het strafproces. Als het voorstel bewaarheid wordt ontstaan onaanvaardbare verschillen in rechtspositie tussen vorderingsgerechtigden. Een keuze die zulke ingrijpende gevolgen heeft voor slachtoffers van misdrijven, verdient een open debat en afweging van alle betrokken belangen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het verschoningsrecht in het nieuwe Wetboek van Strafvordering
De regeling van het verschoningsrecht in het voorstel voor een nieuw Wetboek van Strafvordering codificeert jurisprudentie. Codificatie van jurisprudentie gebeurt vaker. Uniek is wel dat dit wetsvoorstel zorgt voor codificatie van jurisprudentie, die afwegingen zoals die uitdrukkelijk door de wetgever zijn gemaakt terzijde schuift. In plaats van bezwaren tegen het gebruik van de open term ‘zeer bijzondere omstandigheden’ als argument voor doorbreking van het verschoningsrecht te pareren en in de wet duidelijke regels over de inzet van strafvorderlijke bevoegdheden tegen verschoningsgerechtigden te formuleren, wordt nu gekozen voor voortzetting van een onduidelijke situatie.
Lees het hele artikel in Navigator.
ENCJ-enquête onder rechters
In het NJB van 19 juli staat een bespreking van de ENCJ-enquête onder Europese rechters, die gaat over de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Er worden interessante en belangrijke bevindingen genoemd in het artikel. Het is boeiend om landen met elkaar te kunnen vergelijken. Maar Nederlandse lezers zullen óók, of met name, geïnteresseerd zijn in de resultaten over het eigen land. In het artikel komt naar voren dat Nederland het niet onaardig doet te midden van de Europese landen. Maar wij zien op punten toch een wat zorgelijk beeld oprijzen. Wat zeggen de 642 Nederlandse rechters die meededen aan de ENCJ-enquête over kwesties die hun onafhankelijkheid raken?
Lees het hele artikel in Navigator.
Bekijk dit nummer in Navigator.

Tijdschrift
NJB 34 (2017)
Het wetsvoorstel tot het verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars in het licht van het EU-recht en het EVRM
Momenteel ligt er een initiatiefvoorstel voor bij de Eerste Kamer dat het verbod op winstuitkering voor zorgverzekeraars die rechtsopvolgers van de voormalige publieke ziekenfondsen zijn, een verbod dat oorspronkelijk tien jaar zou gelden, voor onbepaalde tijd wil verlengen. Het verbod wordt aldus permanent en bovendien breidt het voorstel het verbod uit naar alle zorgverzekeraars. Deze bijdrage richt zich op de vraag of het beoogde verbod in overeenstemming is met de bepalingen voor het vrije verkeer uit het Verdrag betreffende de Werking van de EU. Ook wordt de vraag of het verbod verenigbaar is met artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM, dat het recht op eigendom garandeert, behandeld. De les die uit deze Europeesrechtelijke analyse kan worden getrokken, is dat er in deze een substantiële bewijslast op de wetgever rust. De spelregels voor de Europese interne markt en het fundamentele recht van eigendom dwingen de overheid een consistente koers te varen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Legal big data
Juridische documenten als wetgeving, jurisprudentie, beleidsstukken en wetenschappelijke artikelen kunnen worden gekarakteriseerd als legal big data: het zijn grote hoeveelheden, datatechnisch gezien ongestructureerde, gegevens. Door recente technologische ontwikkelingen worden deze documenten steeds beter toegankelijk en doorzoekbaar. Hierdoor ontstaan verschillende mogelijkheden om de rechtspraktijk en juridisch onderzoek anders in te richten. In deze bijdrage wordt beschreven wat legal big data is en welke nieuwe perspectieven dit met zich meebrengt. Daarbij worden verschillende toepassingen van legal big data voor de rechtspraktijk en juridisch onderzoek beschreven. In het bijzonder wordt ingegaan op kwantitatieve juridische voorspellingsmodellen, het versnellen van juridisch onderzoek en het verbeteren van wet- en regelgeving. Ook de gevolgen van deze ontwikkelingen voor juristen en hun werkzaamheden worden kort besproken.
Lees het hele artikel in Navigator.
Zestig dagen max
Grootbedrijven maken soms misbruik van hun machtspositie door betalingstermijnen op te rekken. Het enkel aanscherpen van de wettelijke regeling, zoals onlangs is gedaan, zal er nog niet voor zorgen dat dit niet meer gebeurt. Daarvoor is nodig dat het grootbedrijf door die aangescherpte regel tot het besef komt dat het ‘uitwringen’ van kleine leveranciers door lange betaaltermijnen niet alleen onbehoorlijk is, maar ook dat de nadelen groter zijn dan de voordelen. En als dat ook niet helpt, zal druk moeten worden opgebouwd op overtreders.
Lees het hele artikel in Navigator.
EU prejudiciële vragen van lagere nationale rechters mogelijk blijk van rechterlijk activisme?
In hun artikel De verwijzende rechter nemen de hoogleraren Chantal, Elaine en Vanessa Mak de prejudiciële verwijzingspraktijk van lagere nationale rechters onder de loep. Wat hen in het bijzonder interesseert zijn zaken met rechtspolitiek mogelijk ernstige consequenties waarbij de prejudiciële procedure wordt gebruikt om resultaten te bereiken die naar nationaal recht niet mogelijk zijn. Zij betogen dat ‘hier gesproken kan worden van een vorm van rechterlijk activisme’.
Lees het hele artikel in Navigator.
Rechterlijk activisme what’s in a name?
Dat de term ‘rechterlijk activisme’ gevoelig ligt, is zonder meer waar. In de literatuur over dit onderwerp wordt zelfs weleens gesproken van ‘accusations of judicial activism’. Niettemin zijn wij minder huiverig voor het gebruik van deze term dan Christiaan Timmermans, voormalig rechter bij het Europeese Hof van Justitie. Wij maken graag gebruik van de mogelijkheid om in deze respons kort op zijn punten in te gaan.
Lees het hele artikel in Navigator.