Artikelen van Arno Overmars
Tijdschrift
NJB 41 (2021)
De COVID-19-strategie van maart 2020
Recente ontwikkelingen nopen nog eens tot een blik in de ‘achteruitkijkspiegel’ naar het begin van de aanpak van de COVID-19-crisis. In Nederland is de Onderzoeksraad voor Veiligheid doende met een retrospectief onderzoek, zodat wij lessen en lering kunnen trekken uit deze majeure crisis. Voor daarna is een parlementaire enquête in het vooruitzicht gesteld. In dit artikel staat strikt genomen noch het medisch beleid, noch de organisatie van de crisisbestrijding in het middelpunt, maar een fundamentelere kwestie: de rechtmatigheid van de overheidsstrategie. Het is namelijk niet om het even welke keuzes de overheid maakt. Niet alleen qua gevolgen, maar ook in de mate waarin de uitvoerende macht zich daarbij aan haar wettelijke opdracht houdt. Daarover gaat deze bijdrage.
Het coronabeleid is onconstitutioneel
De Staat is verplicht om in te grijpen bij het uitbreken van een pandemie van een gevaarlijke ziekte en moet dan maatregelen treffen om deze zoveel mogelijk in te dammen. Maar daarbij hoort een ingewikkelde afweging van conflicterende fundamentele rechten, belangen en redelijkerwijze van de ingreep te verwachten gevolgen. Deze noodzakelijke grondrechtelijke toetsing was, is en blijft maar achterwege bij de coronamaatregelen die in Nederland uitgevaardigd worden.
Het juridisch onhoudbare verlangen van universiteiten
Universiteiten hebben in het verleden hun uiterste best gedaan om buitenlandse studenten aan te trekken, zij brengen immers geld in het laatje, maar het succes van deze campagnes is ze de laatste jaren boven het hoofd gegroeid en de noodklok werd geluid. In antwoord daarop is momenteel een wetsvoorstel aanhangig dat de instroom van buitenlandse studenten beoogt te reguleren. Op grond van Europees recht is dit echter helemaal niet mogelijk. Maar het is ook niet nodig. Wanneer onderwijsinstellingen met elkaar in contact komen, elkaar niet als concurrenten zien maar samen optrekken, hebben ze de Nederlandse overheid helemaal niet nodig om met discutabele wetgeving hun, deels zelf veroorzaakte, problemen op te lossen.
Een brief…!? En ‘(Smarten)geld zetten op de AVG?’
Zinnen gebruiken met meer leestekens dan woorden onthult bezorgdheid en betrokkenheid. Hartlief deed dat recent in een Vooraf in het NJB. Het betrof bescherming van persoonsgegevens, de Autoriteit Persoonsgegevens en uitlatingen van mij in het bijzonder.
De demonstrerende rechter
Het is goed dat mijn collega Dijkstra een artikel heeft geschreven over mogelijke grenzen aan de demonstratievrijheid van rechters. Als een van de in toga demonstrerende Nederlandse rechters in de Mars van de 1000 toga’s in Warschau op 11 januari 2020 voel ik de behoefte om te reageren en verantwoording af te leggen.