Artikelen van Annemieke Hendrikse
Tijdschrift
NJB 31 (2014)
Derdenbeslag op een BCA-Verzekering
Beslag op de aanspraken op een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeraar zou niet mogelijk moeten zijn. De aanspraken onder een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering (BCA-Verzekering) bestaan voor een belangrijk deel uit wilsrechten (het aanmelden van een claim bij de verzekeraar en het aanwenden van de middelen) die niet overdraagbaar zijn en die niet door een beslaglegger in de plaats van de verzekerden kunnen worden uitgeoefend. De aanspraken onder een BCA-Verzekering zijn ook naar hun aard niet vatbaar voor beslag, nu een dergelijk beslag een van de kernelementen van de BCA-Verzekering het kunnen voeren van adequaat verweer aantast. Bovendien geldt dat het hier geen onderdeel van het ‘gewone’ verhaalsvermogen van de bestuurder betreft maar een meestal door de rechtspersoon afgesloten polis die juist is aangeschaft met dit specifieke doel: beschermen van de belangen van de verzekerden tegen de financiële risico’s verbonden aan een bestuurdersaansprakelijkheidsclaim.
‘Promoveren en degraderen’ van gedetineerden
Het wetsvoorstel dat beoogt het huidige systeem van detentiefasering in het Nederlandse gevangeniswezen te vervangen door elektronische detentie (hierna: ‘het wetsvoorstel’) is in april maar nipt door de Tweede Kamer gekomen. Alleen de regeringspartijen en de eenmansfractie Van Vliet stemden voor. Dat maakt de behandeling in de Eerste Kamer spannend; de regeringspartijen hebben hier immers geen meerderheid. Voor de auteurs is dit aanleiding de belangrijkste bezwaren tegen dit voorstel nog eens op een rijtje te zetten. Zij hopen hiermee de Kamerleden ervan te overtuigen dat het wetsvoorstel in zijn huidige vorm geen recidive-reductie en nauwelijks besparingen oplevert, maar wel de kansen voor een groot aantal gedetineerden om min of meer succesvol terug te keren in de samenleving aanzienlijk vermindert.
Teeven: een politieke Houdini?
Erich Weiss, beter bekend als Houdini, slaagde erin zich uit zelfgecreëerde netelige situaties te bevrijden. De vraag doet zich voor of ook de huidige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, mr. F. Teeven, daartoe in staat zal blijken te zijn. Daarvoor is in dit geval slechts politieke in plaats van fysieke lenigheid van node. Dat pleit in het voordeel van de staatssecretaris. Maar is de ‘act’ überhaupt uitvoerbaar? Want ofwel buigt Teeven door zijn beleid voor levenslanggestraften drastisch aan te passen. In dat geval haalt hij zich de toorn van een deel van zijn kiezerspopulatie op de hals. Ofwel hij doet dat niet, met als gevolg dat hij in toenemende mate hardhandig door rechterlijke colleges op de vingers wordt getikt.
De begrijpelijke strafrechtszitting
Er is heel wat meer onbegrijpelijk in de rechtszaal dan de plek waar precies een officier staat. Er is zo goed als niets duidelijk in de rechtszaal; het publiek tast in het duister en de betrokken juristen doen doorgaans geen enkele moeite om oningewijden bij te lichten. Het is een aperte schande dat de openbare rechtszitting een onbegrijpelijk toneelstuk is voor verdachte, benadeelden en publiek.