Artikelen van Anita van den Berg
Tijdschrift
NJB 8 (2017)
Normalisering ambtelijke rechtspositie
De normaliseringswet vormt een logisch slotakkoord van een al decennia lopende ontwikkeling, waarbij ambtenaren en werknemers naar elkaar zijn toegegroeid. Hoewel de effecten van normalisering niet overdreven moeten worden, levert normalisering ook enkele praktische voordelen op. Er gaat ander procesrecht gelden en de implementatie van regels gericht op alle werkenden wordt makkelijker. Het ingewikkelde dubbele regime voor sectoren als het onderwijs, waar zowel ambtenaren als werknemers vallen onder een en dezelfde ‘cao’, verdwijnt. In plaats van nageaapt arbeidsrecht, gaat het echte arbeidsrecht gelden. Principieel lijkt dat een betere keuze. Het is echter merkwaardig om ambtenaren en hun bonden contractsvrijheid per decreet op te leggen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het taakstrafverbod in een weerbarstige rechtspraktijk
Het in 2012 ingevoerde taakstrafverbod riep in eerste instantie veel weerstand op, maar hoe pakt het verbod in de praktijk uit? Auteur deed onderzoek naar de toepassing van het taakstrafverbod en interviewde daartoe een groot aantal rechters, officieren van justitie en de verantwoordelijke bewindsman van destijds. Er blijkt meer mogelijk dan in eerste instantie voorzien. Bovendien blijkt in de meest gebruikte ontsnappingsroute door de wetgever welbewust te zijn voorzien.
Lees het hele artikel in Navigator.
Reactie op Initiatiefwetsvoorstel gesloten coffeeshopketen
In hun bijdrage (NJB 2016/2063) over het initiatiefwetsvoorstel Wet gesloten coffeeshopketen, zoals dat na het advies van de Raad van State is vormgegeven (Kamerstukken II 2016/17, 34165, 6), spreken Anita van den Berg & Jan van der Grinten over Etikettenschwindel. Zij menen dat dit wetsvoorstel nog steeds moeilijk is te rijmen met de VN-drugsverdragen en achten de kans reëel dat de rechter de wet in voorkomend geval buiten toepassing zal laten op grond van artikel 94 Gw.
Lees het hele artikel in Navigator.
Naschrift
De Raad van State heeft geadviseerd dat een ontheffing als beoogd met het oorspronkelijke wetsvoorstel niet te rijmen valt met internationale verdragen waaraan Nederland gebonden is. De initiatiefneemster heeft vervolgens een besluit in het voorstel geïntroduceerd dat zich in niets onderscheidt van een ontheffing, behalve dat zij het thans ‘gedoogbesluit’ noemt. De kern van onze opinie is dat de initiatiefneemster wil suggereren dat zij tegemoet komt aan de kritiek van de Raad van State, maar dat in werkelijkheid slechts een etiket is verwisseld. Wij menen dat hierdoor een onzuivere redenering aan het wetsvoorstel ten grondslag ligt die op juridisch drijfzand is gebaseerd.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 40 (2016)
Bedreiging van de rechtsstaat in Polen
Dit artikel is deels een vervolg op de in het NJB van 29 april 2016 (NJB 2016/825, afl. 17) verschenen publicatie van Maurice Adams & Eva van Vugt: ‘Het EU-rechtsstaatmechanisme en Polen’. Waar in die publicatie uitgebreid aandacht wordt besteed aan de Europese dimensie, wordt in onderstaand artikel het accent gelegd op de blijvend zorgwekkende ontwikkelingen in Polen. De kern daarvan wordt gevormd door pogingen om het Poolse Grondwettelijke Hof uit te schakelen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Nog is de rechtsstaat Polen niet verloren!
Van 5 t/m 7 oktober jongstleden bezochten wij, samen met zo’n vijftien anderen, Warschau in het kader van een leernetwerk van de Nederlandse school voor Openbaar Bestuur. Onderdeel van het bezoek vormde een gesprek met prof. Andrzej Rzeplinski, president van het Constitutioneel Hof en met zeven andere rechters, waaronder Darius Zawistowski, raadsheer in de Hoge Raad van Polen en voorzitter van de Poolse Raad voor de rechtspraak. Wat de Poolse collega’s ons vertelden verontrustte ons zozeer dat wij de behoefte voelen om onze zorg openlijk te uiten en te delen met de Nederlandse juristengemeenschap.
Lees het hele artikel in Navigator.
Voortzetting van (verplichte) hulp aan risicojongeren die 18 jaar worden
In dit artikel staat de vraag centraal of en zo ja, in hoeverre wetgeving daadwerkelijk een bijdrage zou kunnen leveren aan het oplossen van de 18+-problematiek bij risicojongeren. Daartoe wordt eerst de 18+-problematiek geanalyseerd. Wat is de kern van het probleem en binnen welke bestuurlijk-juridische context moet een oplossing gezocht worden? Daarna volgt een beschouwing over de mogelijkheden en vooral onmogelijkheden om binnen de huidige en de toekomstige wetgeving drang en dwang toe te passen bij meerderjarige risicojongeren en van de (juridische) oplossingsrichtingen die tot dusver geopperd zijn. Tot slot wijzen de auteurs op kanttekeningen die te plaatsen zijn bij de effectiviteit van drang en dwang bij jongeren en jongvolwassenen met meervoudige problematiek en pleiten zij ervoor dat eerst en vooral goed wordt bekeken wat werkt of zou kunnen werken in de praktijk.
Lees het hele artikel in Navigator.
De Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen, laatste bedrijf
Als het in de Eerste Kamer voorliggende wetsontwerp Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen zou worden aanvaard wordt de kans gemist om geldend recht zoals dat al geruime tijd door de rechtspraak in ons land is vastgelegd, in de wet te verankeren. Men hoeft geen Groninger te zijn om te hopen dat de bewaking van de kwaliteit van wetgeving bij de Eerste Kamer in goede handen is.
Lees het hele artikel in Navigator.
Initiatiefwetsvoorstel ‘Wet gesloten coffeeshopketen’
Het initiatiefwetsvoorstel dat de achterdeur van coffeeshops wil reguleren is volgens de Raad van State moeilijk te rijmen met de VN-drugsverdragen. Het woord ‘ontheffing’ vervangen door ‘gedoogbesluit’ verandert daar niets aan.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 7 (2015)
Conclusie OMT-programma
Op het dieptepunt van de Europese schuldencrisis sprak de president van de Europese Centrale Bank (ECB) Mario Draghi de inmiddels fameuze woorden: ‘Within our mandate, the ECB is ready to do whatever it takes to preserve the euro. And believe me, it will be enough.’ Hiermee kondigde hij het zogenoemde Outright Monetary Transactions-programma (OMT-programma) aan, in het kader waarvan de ECB onbeperkt staatsobligaties van eurolanden kan opkopen. Tegen dit programma bestonden vanaf het begin bezwaren, met name gericht op de vraag of de ECB hiermee niet haar mandaat te buiten ging. In Duitsland leidde dit tot een klacht bij het Bundesverfassungsgericht. Het Duitse constitutionele hof stelde in een verwijzende uitspraak, voor de eerste keer ooit, prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie en plaatste kritische kanttekeningen bij het OMT-programma. Deze bijdrage bespreekt de conclusie van advocaat-generaal (A-G) Cruz Villalón bij het Hof van Justitie van 14 januari 2015 over deze zaak, die niet alleen interessant is vanwege de vraag of het OMT- programma in lijn is met het Unierecht, maar ook voor de verhouding tussen het Bundesverfassungsgericht en het Hof van Justitie.
De strafbeschikking
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft een rapport uitgebracht over de manier waarop het OM de bevoegdheid hanteert om strafbeschikkingen op te leggen. Zijn bevindingen liegen er niet om: op nogal wat punten blijkt het met de wet niet zo nauw te worden genomen. Betreft het kinderziekten, zoals het OM in een eerste reactie stelde, of is er meer aan de hand?
Voorzorg in het bestuursrecht
Het lijkt er op dat Antarctica, zeehonden en hoogveengebieden voorzorgsrechtelijk beter beschermd zijn dan omwonenden van intensieve veehouderijen en bewoners van het aardbevingsgebied. Met de ontwikkeling van het voorzorgsbeginsel buiten het natuurbeschermingsrecht wil het in Nederland nog niet erg lukken. Om die ontwikkeling een impuls te geven verdient het aanbeveling om het voorzorgsbeginsel, althans tenminste de voorzichtige variant daarvan (bij twijfel niet niets doen) als leidraad voor het bestuur op te nemen in de Algemene wet bestuursrecht. Dat verplicht overheden om het beginsel bij hun besluitvorming te betrekken, onderzoek te doen naar risico’s en onzekerheden, transparant te formuleren welke risico’s nog wel en welke niet meer zullen worden geaccepteerd en daarop zo nodig beleid te ontwikkelen.
Initiatiefwetsvoorstel ‘Wet aanpak woonoverlast’
Het initiatiefwetsvoorstel ‘Wet aanpak woonoverlast’ introduceert een bevoegdheid voor de burgemeester om specifieke gedragsaanwijzingen te geven aan veroorzakers van woonoverlast. Volgens auteurs is het wetsvoorstel ongelukkig geformuleerd en mist het daardoor vrijwel iedere betekenis. Bovendien is het de vraag of met dit voorstel niet teveel wordt meegegaan in de gedachte dat de overheid verantwoordelijk is voor ieders welbevinden op velerlei gebied.
Blog
Initiatiefwetsvoorstel ‘Wet gesloten coffeeshopketen’
Het initiatiefwetsvoorstel dat de achterdeur van coffeeshops wil reguleren is volgens de Raad van State moeilijk te rijmen met de VN-drugsverdragen. Het woord ‘ontheffing’ vervangen door ‘gedoogbesluit’ verandert daar niets aan.
Blog
Initiatiefwetvoorstel ‘Wet aanpak woonoverlast’
Is het wel de taak van de gemeente om zich te mengen in burenoverlast? Dit wetsvoorstel lijkt hoe dan ook niet de geëigende weg.