Artikelen van André den Exter
Blog
Leadiant’s grenzeloze hebzucht beboet
De overwegingen met betrekking tot het mededingingsrecht en verdringing van zorg in deze zaak bieden perspectief voor volgende vergelijkbare zaken.


Tijdschrift
NJB 11 (2025)
Betere toegang tot het recht met de regelrechter
Sinds 1 maart jongstleden is het mogelijk om in twee categorieën kantonzaken zonder juridische bijstand en door een eenvoudig aanvraagformulier een geschil aan de zogenoemde regelrechter voor te leggen. Daartoe zijn enkele bepalingen in Rv geschrapt en gewijzigd, maar voor het overige gehandhaafd. Dat maakt de regeling tot een doolhof. Het accent ligt geheel op de mondelinge behandeling. De doelstelling is niet alleen laagdrempelige toegang tot het recht door een eenvoudige en snelle procedure, maar ook meer mogelijkheden te creëren om het geschil op minnelijke wijze op te lossen. Komt er geen schikking tot stand, dan doet dezelfde rechter uitspraak. Met deze ‘doorschakeling’ is de minder mondige burger niet per se gediend, zeker niet als de wederpartij wel juridische bijstand heeft. Het dejuridiseren door de rechter een probleemoplossende rol te laten vervullen, waarbij hij op zoek gaat naar de ‘onderliggende belangen’, is nog problematischer. Die taak vloeit namelijk niet voort uit zijn primaire opdracht. De vermenging van rollen maakt de positie van de rechter diffuus, terwijl een weerbare rechtsstaat vraagt om heldere concepten en normen met rechtsstatelijke waarborgen.
Sancties in het consumentenrecht
De Richtlijn oneerlijke bedingen is al ruim dertig jaar oud. Nog is haar doel niet bereikt. Als niet adequaat wordt opgetreden door de rechterlijke macht met afschrikwekkende sancties tegen oneerlijke bedingen, zal dit voor calculerende ondernemers aanleiding blijven oneerlijke bedingen te handhaven.
Van repressie naar preventie
In dit artikel wordt een (te) weinig gebruikte mogelijkheid voor de overheid in het bewaken van de grens tussen geoorloofde betoging en ongeoorloofde ordeverstoring verkend. De overheid, en de publieke opinie, zijn snel geneigd om naar het strafrecht te grijpen als demonstraties uit de hand lijken of dreigen te lopen. Waar wanordelijkheden tot het niveau van openlijke geweldpleging, mishandeling of vernieling oplopen, ligt strafrechtspleging voor de hand. Maar waar het dat niveau niet bereikt, zouden de mogelijkheden van het bestuursrecht beter benut kunnen worden. Dit artikel onderzoekt de mogelijkheden van de last onder dwangsom als aanvulling op het strafrechtelijke instrumentarium, en als mogelijk alternatief voor strafrecht zolang betogingen niet op geweldpleging zijn uitgelopen.
In memoriam Aart Hendriks
Op 9 februari 2025 overleed Aart Hendriks. Een vertrouwde naam voor de lezers van het Nederlands Juristenblad: Aart was gedurende bijna een kwart eeuw vaste medewerker van het NJB. In die periode leverde hij tientallen bijdragen – eerst, van 2002 tot en met 2010, als medewerker ‘diversiteit en recht’; daarna als medewerker ‘gezondheidsrecht’.
Leadiant’s grenzeloze hebzucht beboet
Met een recente uitspraak begrenst de rechter de ongebreidelde hebzucht van farmaceutische bedrijven. De overwegingen met betrekking tot het mededingingsrecht en verdringing van zorg in deze zaak bieden perspectief voor volgende vergelijkbare zaken.
Blog
Aanwijzing Tekortenregeling Geneesmiddelen. Een paardenmiddel
De Inspectie wordt opgedragen haar primaire taak als kwaliteitsbewaker van veilige en ondeugdelijke geneesmiddelen niet uit te voeren in het belang van de patiënt. Dat klinkt tamelijk absurd: gedogen omwille van de gezondheid van de patiënt, wetende dat daarmee zekere gezondheidsrisico’s worden genomen waartegen de Inspectie juist in het leven is geroepen.


Tijdschrift
NJB 5 (2025)
Prijsdiscriminatie voorbij wettelijke discriminatiegronden
Bedrijven personaliseren online prijzen steeds vaker met behulp van consumentendata en algoritmen. Dit kan direct en indirect discriminatie opleveren. Prijspersonalisatie op gronden die niet wettelijk zijn verboden kan echter ook als discriminerend worden ervaren. Dit artikel presenteert de bevindingen van een survey onder 727 Nederlandse consumenten, waarin verschillende niet-verboden gronden werden voorgelegd op basis waarvan prijzen gepersonaliseerd kunnen worden. De perceptie van consumenten blijkt grotendeels overeen te komen met wat momenteel bij wet verboden is, maar er bleken ook enkele ‘nieuwe’ discriminatiegronden te zijn, zoals intelligentie en uiterlijk, die vergelijkbare negatieve reacties uitlokken als wettelijk verboden gronden. Dit roept vragen op over de regulering van gepersonaliseerde prijzen en in hoeverre wetgeving aanpassing behoeft om ethische en sociale normen beter te weerspiegelen, vooral nu het gebruik van prijspersonalisatie naar verwachting in de toekomst zal toenemen.
Een eerste verkenning naar de rol van het Openbaar Ministerie binnen het programma Preventie met Gezag
Om te voorkomen dat minderjarigen en jongvolwassenen door criminelen worden geronseld, zet het Ministerie van BZK in op preventie. Deze aanpak wordt ‘Preventie met Gezag’ genoemd. In deze bijdrage wordt een inkijkje gegeven in de rol en positie van het Openbaar Ministerie binnen deze aanpak.
Aanwijzing Tekortenregeling Geneesmiddelen
Met de Aanwijzing Tekortenregeling Geneesmiddelen draagt de wetgever de Inspectie op haar primaire taak als kwaliteitsbewaker van veilige en ondeugdelijke geneesmiddelen niet uit te voeren. Dat is onbegrijpelijk en maakt van de aanwijzing een paardenmiddel dat afbreuk doet aan de doelstelling van de Geneesmiddelenwet, namelijk het aanbieden van deugdelijke geneesmiddelen, en zal daarmee meer kwaad dan goeds doen.
Blog
De rechter en de stand van de wetenschap en praktijk
Zolang er geen wettelijke kostenlimiet voor dergelijke behandelmethoden geldt, en het binnen de beroepsgroep aanvaardbare zorg betreft, zal de rechter lagere graden van bewijs accepteren mits voldoende onderbouwd. Dat lijkt goed nieuws voor deze categorie patiënten, maar de zoektocht naar relevante publicaties en gedeelde praktijkervaringen vergt het nodige.


Tijdschrift
NJB 14 (2024)
Addendum bij de ‘Kleine Gids voor het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb’
Begin vorig jaar werd het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb in pre-consultatie gebracht. Het voorstel bevatte een groot aantal wijzigingen van de Awb ter versterking van – kort gezegd – de menselijke maat in het bestuursrecht. Inmiddels is de consultatieversie van het wetsvoorstel verschenen, met daarin een aantal aanpassingen ten opzichte van de pre-consultatieversie. De pre-consultatieversie van het wetsvoorstel bracht auteurs op het idee een ‘Kleine Gids voor het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb’ te schrijven, die in NJB 2023/819 werd gepubliceerd. Vanwege de aanpassingen in de consultatieversie leek het hen waardevol met een Addendum op die Kleine Gids te komen. Daarin beschrijven ze de aanpassingen en voorzien die van een eerste reflectie. De vraag die ze zich daarbij stellen is of de aanpassingen verbeteringen betekenen en of de nadere motivering de voorstellen van de regering (nog) overtuigender maken.
Rechtszekerheid en legaliteit in het ecocidewetsvoorstel
‘De wet schiet altijd tekort, niet omdat er iets aan de wet zelf mankeert, maar omdat in vergelijking met de orde die de wet voor ogen heeft de menselijke werkelijkheid noodzakelijk onvolkomen is en daarom geen eenvoudige toepassing van de wet toelaat.’ Ook het wetsvoorstel dat ecocide strafbaar moet stellen, lijdt onder de discrepantie tussen statisch recht en dynamische werkelijkheid. Daardoor schiet dit wetsvoorstel onvermijdelijk tekort. De reden daarvoor is dat de problemen die ten grondslag liggen aan de wens om ecocide strafbaar te stellen filosofisch van aard zijn, en niet zonder meer zijn te vertalen in een wetsartikel.
De rechter en de stand van de wetenschap en praktijk
In Nederland hebben circa één miljoen mensen een zeldzame aandoening, een aantal dat bovendien stijgt door betere diagnostiek. Het hoeft geen betoog dat de mondiale zoektocht naar (veelal extreem dure) behandelmethoden de kosten van de gezondheidszorg verder onder druk zet, waarmee de urgentie van het maken van striktere pakketkeuzes voor de zorgverzekeraars zal toenemen.
Blog
Misbruik van machtspositie op de weesgeneesmiddelenmarkt; rupsje nooitgenoeg
Onlangs gaf de ACM een belangrijk signaal af naar farmaceuten louter belust op winstbejag. Daarnaast zou ook de indicatie-uitbreiding voor ‘nieuwe’ weesgeneesmiddelen moeten worden heroverwogen.


Tijdschrift
NJB 32 (2021)
Aansprakelijkheid voor falende informatieuitwisseling in de gezondheidszorg
Hoe kan in de context van medische aansprakelijkheid meer duiding worden gegeven aan de omvang van de verplichtingen van individuen die betrokken zijn bij een concreet geval waarin informatie niet op het juiste moment bij de juiste persoon aanwezig is? De analyse van de rechtspraak in dit artikel bevestigt dat er in deze context kan worden gewerkt met een onderverdeling in doorgeefplichten en navraagplichten die duidelijker maakt wat we van welke personen verwachten en hoe de concrete verplichtingen op elkaar inwerken. Een nadruk op individuele plichten maakt een betere indeling van casuïstiek mogelijk en maakt duidelijker welke afwegingen er zijn te maken. De aansprakelijkheidsvraag wordt dan beantwoord aan de hand van de uitkomst van het samenspel van verplichtingen die in de casus aan de orde zijn. Dat is winst ten opzichte van de tot nog toe zeer algemene benadering in de literatuur over het medisch aansprakelijkheidsrecht, waar men zich te gemakkelijk verschuilt achter ‘de omstandigheden van het geval’.
Autonomie en privacy als rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel?
Recentelijk is door verschillende auteurs voorgesteld om de rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel te heroverwegen en door in dat verband meer nadruk te leggen op privacy en persoonlijke autonomie. In een tijdperk waarin digitale en andere technologische opsporingsmethoden zich steeds verder ontwikkelen, is aandacht voor de rechtsgronden van het eeuwenoude zwijgrecht en nemo tenetur-beginsel zeker van belang. Het is evenwel de vraag of persoonlijke autonomie en privacy overtuigen als rechtvaardiging van het recht om te zwijgen en om niet te hoeven meewerken aan de eigen veroordeling. Dit wordt in deze bijdrage betwijfeld.
Misbruik van machtspositie op de weesgeneesmiddelenmarkt
Onlangs gaf de ACM een signaal af naar farmaceuten, louter belust op winstbejag. Een belangrijk signaal, maar daarnaast zou de indicatie-uitbreiding voor ‘nieuwe’ weesgeneesmiddelen moeten worden heroverwogen.
Reactie Verdacht door uw geslacht?
In het NJB-themanummer Vrouwen in de rechterlijke macht zien we allerwegen de stelling verwoord dat het geslacht van de rechter er niets toe doet voor haar of zijn uitspraken, naast de opinie dat het tòch belangrijk is dat de rechterlijke macht een afspiegeling is van de maatschappij. Gaat het dan om het functioneren van de rechtspraak als geheel? Sommigen gaan verder en menen dat het in concrete strafzaken belangrijk is dat de rechtbank lijkt op de verdachte. Zo zou een meervoudige kamer met enkel vrouwen geen mannelijke zedenverdachten moeten berechten.
Reactie De functieaanduiding van de verschillende rechters
In de zeer lezenswaardige aflevering 28 van dit blad over Vrouwen in de rechterlijke macht eindigt Rowin Jansen zijn artikel Wachten tot de tijd rijp is met de opmerking dat in de afgelopen eeuw de functieaanduiding ondanks alle verdere ontwikkelindan een ‘hofrechter’ en een raadsheer m/v bij de Hoge Raad is dan een ‘raadrechter’. gen met betrekking tot de toetreding van vrouwen in de rechterlijke macht niet is veranderd. Hij maakt er geen prijsvraag.

Tijdschrift
NJB 11 (2021)
Korte metten met politiegeweld?
Ongeoorloofd politiegeweld is een thema dat in het juridische domein de gemoederen bezighoudt. Het is tevens een ongemakkelijk thema. Een zeer menselijke reactie op dat ongemak is om weg te kijken of het gebeurde af te doen als ‘incident’ of ‘onregelmatigheid’, terwijl juist hier de symboolfunctie van de rechterlijke toets van groot belang is. In het recente overzichtsarrest maakt de Hoge Raad duidelijk dat aantijgingen van ernstig politiegeweld door de feitenrechter niet onbesproken mogen blijven, maar tegelijkertijd wordt verzuimd hiertegen krachtig stelling te nemen. Hierdoor rijst de vraag of feitenrechters dit probleem voldoende serieus zullen nemen, ook gelet op de gemengde signalen die van het recente arrest uitgaan. Ook als feitenrechters wel krachtig willen optreden, dan zijn hun handen grotendeels gebonden, nu de Hoge Raad uitdrukkelijk aanstuurt op strafvermindering en de feitenrechter weinig ruimte geeft zelf te bepalen wat een passend rechtsgevolg is. Strafvermindering doet echter niet in alle gevallen recht aan de belangen die op het spel staan.
Verkiezingsgeschillen in Nederland
Op 17 maart 2021 mocht het stemgerechtigde deel van de Nederlandse bevolking weer bepalen wie hem zal vertegenwoordigen in de Tweede Kamer. In Nederland beslist de Tweede Kamer in oude samenstelling over geschillen omtrent het verloop en de uitslag van de verkiezingen. De rechtmatigheid hiervan wordt beoordeeld tijdens het onderzoek van de geloofsbrieven. Een beroep op de rechter ontbreekt. Het arrest Mugemangango/België van het EHRM (10 juli 2020) zet dit stelsel onder druk. Bestaat er voor Nederland een noodzaak om het stelsel betreffende verkiezingsgeschillen te hervormen?
Foltering vóór het Folteringverdrag
De eindconclusie van het rapport van de commissie die de Nederlandse rechtshulp aan Argentinië in de zaak van Julio Poch onderzocht heeft in rechtsgeleerde kringen kritiek ondervonden. Die kritiek roept vragen op over ons rechtshulprecht, het legaliteitsbeginsel en de temporele werking van het Folteringverdrag. Deze vragen zijn niet alleen relevant voor de beoordeling van het Nederlandse optreden in de zaak Poch, maar ook omdat Nederland partij is bij vele multilaterale verdragen. Een goed begrip van de verschillende soorten verplichtingen die voor Nederland uit deze verdragen voortvloeien is noodzakelijk om aan die (zelfgekozen) verdragsverplichtingen te kunnen voldoen. Het internationaal recht is bepaald anders, en ingewikkelder, dan de criticasters het doen voorkomen.
Blinde vlek commissie-Joustra voor Adoptieverdrag
Op 8 februari 2021 heeft de Commissie onderzoek interlandelijke adoptie (commissie-Joustra) haar rapport overhandigd aan de Minister voor Rechtsbescherming. In het onderzoek stond centraal ‘de rol en verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid met betrekking tot interlandelijk adoptie van kinderen in ten minste de periode 1967-1998’, het jaar waarin voor Nederland het Haags Verdrag van 23 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (HAV) in werking trad. De Commissie besloot haar onderzoek uit te breiden tot de periode ná 1998, maar betrad daarmee een terrein, dat van het multilaterale verdragenrecht, waarmee zij niet vertrouwd was. Daardoor schieten zowel haar analyse van deze periode als haar aanbevelingen tekort.
De zorginstelling als verdienmodel voor criminele activiteiten
Een onlangs verschenen rapport schetst een ontluisterend beeld over de vermenging van de onder- en bovenwereld in de gezondheidszorg. Meer inzetten op toezicht en controle door verschillende instellingen is de reflex, maar wat ontbreekt is een reflectie op de achterliggende oorzaak van zorgfraude die veelal te herleiden is tot de zorgwetgeving die onnodig complex is vanwege halfbakken compromissen tussen regeringspartijen.
Blog
De zorginstelling als verdienmodel voor criminele activiteiten
Een onlangs verschenen rapport schetst een ontluisterend beeld over de vermenging van de onder- en bovenwereld in de gezondheidszorg.