De ineenstorting van het communistische Sovjetrijk aan het einde van de Koude Oorlog markeerde in de ogen van velen de triomf van de westerse, democratische rechtstaat. Ze kondigde een nieuw tijdperk aan waarin dit politieke model onstuitbaar de wereld zou veroveren. Nu, dertig jaar later, lijkt dit model in crisis en voorspellen even zoveel waarnemers zijn ondergang. Inderdaad staat in vele landen, buiten én binnen Europa, de democratie onder druk. Ook in Nederland, waar de democratische rechtstaat diepe historische wortels heeft, worden bepaalde verworvenheden op het vlak van grondrechten en hun bescherming door sommigen in vraag gesteld. De geschiedenis leert ons een middenkoers te varen tussen ongebreideld optimisme en doemdenken.
In zijn lezing gaat Randall Lesaffer (hoogleraar rechtsgeschiedenis aan de KU Leuven en Tilburg University) op zoek naar de historische wortels van de democratische rechtstaat en legt hij verschillende lagen van zijn ontwikkeling in Europa en Amerika bloot om tot de kern van het model door te dringen. Hij behandelt enkele belangrijke mijlpalen van de westerse constitutionele geschiedenis als tijdelijke resultaten in een voortdurende strijd tussen politieke machtsagenda’s, economische belangen en abstracte ideeën. In deze lezing focust hij, na een kort overzicht van een paar vroegere scharniermomenten, op de vorming van onze moderne democratie en rechtsbescherming in de context van de sociale welvaartstaat in de 20ste eeuw. Vanuit dit oogpunt leest de huidige crisis als een overgang naar een nieuwe fase in de lange geschiedenis van de democratische rechtstaat.