Het Wetboek van Strafrecht van 1886 kende al een verbod op dierenmishandeling. Dat verbod was echter vooral gericht op bescherming van de maatschappij en niet het dier, dieren hebben immers geen rechten, zo was de algemene opvatting. Sinds halverwege vorige eeuw is de houding ten aanzien van dierenwelzijn en daarmee de wettelijke bescherming van dieren behoorlijk ontwikkeld. In 1996 is in de toenmalige Gezondheids- en Welzijnswet Dieren (GWWD) een zorgplicht voor houders van dieren opgenomen, inmiddels opgenomen in de Wet dieren. Handhaving van de regels met betrekking tot dierenwelzijn is, mede door de komst van de dierenpolitie, behoorlijk geïntensiveerd. Zowel particulieren als professioneel dierenhouders kunnen met bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving te maken krijgen.
Tijdens deze cursus, georganiseerd door de Bijzonder Strafrecht Academie, staat de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving van feiten die op dieren betrekking hebben centraal. Daarbij gaat het met name om de bepalingen van de Wet Dieren en aanverwante regelgeving. Naast het wettelijk systeem en de verschillende handhavingsmogelijkheden, is in de cursus veel aandacht voor de praktijk en worden aan de hand van bestuurs- en strafrechtelijke jurisprudentie veel voorkomende verweren en bewijsproblemen in dierenzaken besproken. Docent: Jaap Baar (advocaat).