Wetsvoorstel (20-03-2023) houdende goedkeuring van het op 3 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 1997, 302 en Trb. 2002, 222) en het op 30 april 2010 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2010 bij het Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 2010, 316)

—Het genoemde verdrag is in internationale maritieme kringen bekend onder de naam ‘HNS-verdrag’, waarbij de afkorting ‘HNS’ is ontleend aan de Engelse naam van het Verdrag: International Convention on Liability and Compensation for Damage in Connection with the Carriage of Hazard­ous and Noxious Substances by Sea. Het verdrag kan worden bestempeld als het sluitstuk van het wereldwijde verdragssysteem, dat de aansprakelijkheid en schadevergoeding regelt ten aanzien van rampen met gevaarlijke en schadelijke stoffen. Het verdrag regelt de aansprakelijkheid en schadevergoeding bij ongevallen met schepen die gevaarlijke of schadelijke stoffen als lading over zee vervoeren. Dergelijke ongevallen kunnen leiden tot grote aantallen ernstig gewonde of dodelijke slachtoffers, ook buiten het schip. Daarnaast bestaat een grote kans op ernstige economische schade voor de scheepvaart, de bevolking, het overige bedrijfsleven en de overheden, alsmede ernstige schade aan het ­milieu.

Op grond van het verdrag is de scheepseigenaar aansprakelijk voor schade door HNS-stoffen. De scheeps­eigenaar kan zijn aansprakelijkheid op grond van het verdrag beperken tot een maximale limiet. Het verdrag kent een eigen limitatieregime. Daarnaast verplicht het verdrag de scheepseigenaar zich te verzekeren voor de bedragen van zijn gelimiteerde aansprakelijkheid. Ten slotte voorziet het verdrag in de oprichting van een internationaal schadefonds.

Kamerstukken

R2182