Wet van 22-12-2021, Stb. 2022, 15

Wet tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de organisatie van de regionale tuchtcolleges en tot het aanbrengen van enkele andere wijzigingen

—Op dit moment zijn er vijf regionale tuchtcolleges, gevestigd te Amsterdam, Den Haag, Groningen, Zwolle en Eindhoven en het centrale tuchtcollege in Den Haag als beroepsinstantie. De regionale tuchtcolleges en het centrale tuchtcollege worden elk ondersteund door secretariaten, met medewerkers in dienst van het Ministerie van VWS. Met deze wet wordt het aantal regionale tuchtcolleges verminderd tot drie, met als vestigingsplaatsen Amsterdam, ’s-Hertogenbosch en Zwolle. Dat moet ten goede komen aan de continuïteit (grotere teams), de uniformering van de werkwijzen en de professionalisering (meer samenwerking) van de tuchtcolleges en van de ondersteunende secretariaten. In het kielzog van de vermindering van het aantal regionale tuchtcolleges bevat de wet een aantal wijzigingen met betrekking tot de bevoegdheidsregeling, wijziging van de verhouding tussen leden en plaatsvervangers, afschaffing van de functie van plaatsvervangend secretaris en de interne regeling van de werkzaamheden in de tuchtcolleges. De wet bevat voorts een aantal wijzigingsvoorstellen voor de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) die zijn overgenomen uit het niet ingediende wetsontwerp tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Het betreft regels over het deskundigheidsgebied van de apotheker, regels die een voorziening treffen voor de gevallen dat de maatregel van doorhaling wordt opgelegd en de betrokkene voor effectuering daarvan zich al op verzoek heeft uitlaten schrijven, regels die het mogelijk maken dat tuchtrechters na het bereiken van de zeventigjarige leeftijd de behandeling van een zaak kunnen afronden en regels tot wijziging van de Wet medisch tuchtrecht BES.

Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.

Kamerstukken