Het kabinet maakt € 10 miljoen vrij om vernieuwende initiatieven in de praktijk van de rechtsbijstand financieel te ondersteunen. Dat schrijft minister Dekker voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer in de voortgangsbrief Programma Rechtsbijstand. De  brief bevat een uitvoeringsplan voor de stelselherziening en gaat in op de samenwerking met betrokken partijen als advocatuur, gemeenten, mediators en verzekeraars.

In het huidige stelsel ontbreekt het aan een stelselmatige en integrale beoordeling van wat het probleem en de meest passende hulp is. Het nieuwe stelsel is er op gericht om geschillen in een vroeg stadium op een laagdrempelige manier op te lossen en biedt iedereen toegang tot het recht en onafhankelijke rechtsbescherming. De hulpvraag van rechtzoekenden wordt leidend voor de inrichting van het hulpaanbod.

Doelgroepenanalyse

Uit een doelgroepenanalyse moet blijken hoeveel mensen er geholpen zijn met een goede online omgeving, waar goed vindbare en betrouwbare informatie mensen kan helpen om het probleem zelf op te lossen. Een andere groep mensen is er waarschijnlijk bij gebaat om bij de hand te worden genomen door een hulpverlener die dicht bij hen in de buurt zit. De analyse is een belangrijk fundament om het stelsel verder vorm te geven. De analyse wordt in de zomer van 2019 opgeleverd.

Huizen van recht

De gedachte die ten grondslag ligt aan de inrichting van de laagdrempelige toegang in de herziening van de rechtsbijstand, sluit aan bij de ontwikkelingen van het concept van huizen van recht. Ook hierbij ligt de nadruk op het in een zo vroeg mogelijk stadium oplossen of voorkomen van een probleem doordat de toegang tot het recht laagdrempelig, betaalbaar en in de buurt van de mensen is georganiseerd. De afgelopen maanden is een start gemaakt met de uitwerking van de laagdrempelige voorziening. Om de exacte inrichting en organisatievorm van deze laagdrempelige voorziening, inclusief de triage, met partijen werkzaam in en rondom het stelsel vorm te geven zijn de afgelopen maanden expertbijeenkomsten georganiseerd. Uitgangspunt is het budgetneutraal herzien van de eerste lijn.

Raad voor rechtsbijstand

De nieuwe focus op de hulpvraag van de rechtzoekende heeft gevolgen voor het beslisproces van de Raad voor Rechtsbijstand. Het huidige beslisproces van de Raad is, conform de systematiek van de Wet op de rechtsbijstand, zo ingericht dat aanvragen en informatie altijd via de rechtsbijstandverlener worden ingediend en verstrekt. In het nieuwe stelsel zal de rechtzoekende (en niet de aanbieder) de subsidie voor een rechtshulppakket aanvragen, op basis van de diagnose en het advies van de eerste lijn.

Rechtshulppakketten

Nieuw in het stelsel is dat de gesubsidieerde rechtsbijstand zal worden verleend via rechtshulppakketten. Het doel van rechtshulppakketten is een duurzame oplossing van juridische geschillen die niet in de eerste lijn zijn opgelost, binnen het budgettaire kader met een adequate vergoeding voor de dienstverlener. De nieuwe beloningssystematiek met rechtshulppakketten moet beter aan gaan sluiten bij de gedragsregels van de advocatuur, die voorschrijven dat een advocaat voor ogen dient te houden dat een regeling in der minne veelal de voorkeur verdient boven een proces. Bij veel voorkomende problemen worden de werkzaamheden eenduidig beschreven en geldt een vooraf vastgesteld integraal tarief. Met deze protocollering weet de rechtzoekende van te voren beter wat hij kan verwachten: een integrale aanpak voor zijn probleem tegen een integrale prijs. Ook voor de niet-Wrb gerechtigde zal het aantrekkelijk zijn als dit inzicht in werkzaamheden en prijs van de advocaat transparant is.

Ter voorbereiding is een marktverkenning uitgevoerd die een helder inzicht geeft in de parameters die de kwaliteit en de doelmatigheid beïnvloeden en daarmee concrete aangrijpingspunten biedt voor de beleidskeuzes die gemaakt moeten worden. De uitkomsten helpen bij het maken van nadere inrichtingskeuzes voor het stelsel. Het gaat daarbij om de inrichting van de eerste lijn en de rechtshulppakketten, inkoopmodellen, geografische en inhoudelijke dekking door aanbieders, de wijze waarop de kwaliteit wordt geborgd in het stelsel en de vormgeving van de vrije advocatenkeuze. De conclusie is dat het nieuwe stelsel kan leiden tot kwaliteitsverbetering en doelmatigheidswinst, maar dat de opgave groot is.

Strafzaken ZSM

Gebleken is dat een intensiever aanbod van rechtsbijstand nodig is aan verdachten die te maken krijgen met deze werkwijze. In aanvulling op de reeds bestaande rechten van verdachten worden de gevallen waarin een verdachte rechtsbijstand door een advocaat krijgt straks uitgebreid bij een OM-strafbeschikking (afdoeningsbijstand). Door alle verdachten van misdrijven die via ZSM binnenkomen te voorzien van de mogelijkheid van rechtsbijstand van een advocaat voorafgaand aan het uitvaardigen van een OM-strafbeschikking, zou voor die verdachten een minimumniveau aan rechtsbijstand verzekerd zijn. Deze aanpak leidt tot een grotere waarborg van de rechtsstatelijkheid van OM-afdoeningen.

De toevoegingen in het strafrecht beslaan een groot deel van het volume van het totale aantal afgegeven toevoegingen. Maatregelen rond strafrecht hebben dus veel impact en kunnen significant meer bijdragen aan doelmatigheidswinst dan mogelijk is binnen andere zaakscategorieën. Volumedaling op dit terrein is echter geen onderdeel van de plannen. Maar op onderdelen kan efficiënter worden georganiseerd. Ook kan de financiering van de rechtsbijstand beter afgestemd worden op ontwikkelingen in (werkprocessen) in het strafrecht. De ZSM-pilot zal een plek krijgen in de bredere aanpak voor rechtsbijstand in strafzaken. Ook het onderzoek naar de vergoedingensystematiek bij uiterst bewerkelijke zaken maakt daar deel van uit.

Scheidingen

in samenspraak met het Programma Scheiden zonder Schade, worden experimenten ontwikkeld waarbij het bereiken van een duurzame oplossing het uitgangspunt is. Deze experimenten zien op gemeenschappelijk toegang tot de rechter en worden gekoppeld aan de experimenten voor de nieuwe scheidingsprocedure. In plaats van een verzoekschriftprocedure waartegen verweer gevoerd kan worden, is het idee om één gezamenlijk inleidend processtuk te hebben, met daarin ook de punten waarover geen overeenstemming bestaat. Ook wordt bekeken hoe een vorm van een (gekwalificeerde) gezinsvertegenwoordiger hierbij een rol kan spelen. Een passende vergoeding voor rechtsbijstandverleners die mee doen aan deze experimenten is hier een onderdeel van.

Laatste nieuws