Nederlands Juristenblad 4
25 januari 2018
2018/1
AI en de rechtspraak
Meer dan alleen de ‘robotrechter’
In een periode van groeiende argwaan tegenover het vermogen van digitale technologie en ‘techbedrijven’, ambieert de rechterlijke macht een stap verder te zetten dan het enkele digitaliseren van werkprocessen bij het afhandelen van zaken. Een ‘robotrechter’ voor de afdoening van grote hoeveelheden standaardzaken lijkt aanstaande. Te midden van alle aandacht voor en discussie over een volledige geautomatiseerde rechtsgang lijkt te worden vergeten dat artificiële intelligentie (AI) de rechtspraak zoveel meer heeft te bieden. In deze bijdrage wordt daarvan een schets gegeven. Beschreven wordt ook dat deze toepassingen op gespannen voet kunnen staan met uitgangspunten, tradities en soms ook kernwaarden van rechtspraak en allerlei risico’s en dilemma’s met zich meebrengen. Voor de omgang hiermee wordt een voorzet voor een kompas gegeven.


Lees het hele artikel in Navigator.

Komt de robotrechter er aan?
Algoritmes die uitkomsten in rechtszaken voorspellen trekken veel aandacht. Velen concluderen uit het bestaan van zulke voorspelalgoritmes dat ook het automatisch beslissen van rechtszaken dichterbij is gekomen. Maar deze conclusie berust op een verkeerd begrip van voorspelalgoritmes en op veronachtzaming van het verschil tussen het voorspellen en het nemen van juridische beslissingen. Het is realistischer om in te zetten op ondersteuning van de menselijke beslisser met artificiële intelligentie, zodat mens en computer samen beter presteren dan mens of computer alleen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Huisvuil en responsiviteit
Vertrouwen, ervaren procedurele rechtvaardigheid, responsiviteit en doenvermogen zijn de sociaalwetenschappelijke concepten die de kijk op het bestuursrecht de afgelopen jaren hebben beïnvloed. Nadat auteurs een aantal zittingen van een bezwaaradviescommissie bijwoonden doemde onmiskenbaar een vijfde concept op: uitlegbaarheid. Want regels waar de overheid haar burgers mee confronteert, moeten ruimte bieden voor responsiviteit en rekening houden met hun doenvermogen, maar bovenal uitlegbaar zijn. Zo niet, dan kan het ervaren van procedurele rechtvaardigheid nooit tot meer vertrouwen leiden.


Lees het hele artikel in Navigator.

Betere bescherming tegen afnemende wilsbekwaamheid
Uitgangspunt bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid is dat iedereen die wettelijk niet handelingsonbekwaam is wilsbekwaam is en dat de notaris desgevraagd in beginsel zijn ministerie moet verlenen en aan de wensen van een cliënt dient te voldoen. Daarom is het van belang dat de beoordeling van de wilsbekwaamheid van ouderen op het moment van het verrichten van rechtshandelingen met meer waarborgen wordt omgeven dan nu het geval is. Een wilsbeschikking niet meer ‘mogen’ maken, is erg. Maar op gevorderde leeftijd, oud en zwak, een wilsbeschikking maken die niet deugt en waarbij een eerdere, wél weloverwogen uiterste wilsbeschikking wordt herroepen, is erger.


Lees het hele artikel in Navigator.

Eerder verschenen
NJB 3 (2018)
18 januari 2018
NJB 2 (2018)
10 januari 2018
NJB 1 (2018)
4 januari 2018
NJB 44 (2017)
13 december 2017
NJB 43 (2017)
7 december 2017