Nederlands Juristenblad 27
5 juli 2013
2013/7
Bemiddeling in strafzaken in Maastricht
De eerste onderzoeksresultaten
Terwijl herstelrecht theoretisch steeds meer vorm krijgt en onder zowel wetenschappers, praktijkmensen als leken steeds meer bekendheid geniet, blijft Nederland wat betreft herstelgerichte praktijken in het strafrecht achterlopen in vergelijking met het buitenland; alleen in Maastricht is momenteel sprake van een gevestigde strafrechtelijke bemiddelingspraktijk. De vraag is hoe dit komt. Uit bestaand (internationaal) onderzoek kan immers de conclusie worden getrokken dat genoemde praktijken tot even goede of zelfs betere resultaten leiden dan wanneer wordt gekozen voor een regulier strafrechtelijk traject. Ook op basis van de in dit artikel besproken cijfers over de bemiddelingspraktijk in Maastricht lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat deze solide functioneert.
Privacyrechtelijke aspecten van drones
Drones kunnen een efficiënt hulpmiddel zijn bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid maar het gebruik ervan is niet zonder risico’s voor de privacy van burgers. De specifieke technische aard en de inzet van drones roepen nieuwe vragen op over de verantwoorde inzet van surveillance in de publieke ruimte. Het huidige juridische kader lijkt genoeg aanknopingspunten te bieden voor het reguleren van het gebruik van drones maar dit kader dient wel nader geconcretiseerd te worden in de context van deze drones. In ieder geval is de huidige inzet van drones oncontroleerbaar waardoor het risico bestaat dat bij de inzet onvoldoende rekening wordt gehouden met de rechten van burgers.
Europese rechtspleging
Hoe moet de rechterlijke organisatie (rechters, officieren van justitie en gerechtelijke ondersteuning) zich inhoudelijk en organisatorisch voorbereiden op haar Europese toekomst? Die vraag dringt zich op nu de rechtspraktijk steeds vaker aanloopt tegen de weerbarstige materie van het internationale en Europese recht. Daarbij komt dat de stroom jurisprudentie uit Luxemburg (Hof van Justitie van de Europese Unie) en Straatsburg (Europees Hof voor de rechten van de mens) niet meer valt bij te benen. Het zicht op de materie wordt bovendien ontnomen doordat ‘Europa’ zich weinig aantrekt van de hokjes waarin we het recht hebben opgedeeld. Het klassieke straf-, bestuurs- en civielrecht lopen steeds vaker door elkaar. En juist op een rechtsterrein waar de EU zich tot voor kort principieel buiten hield (het strafrecht) doen zich momenteel de lastigste EU-problemen voor. Het is kortom tijd om na te denken over ‘Europese rechtspleging’.
Van LJN naar ECLI
Vijf prangende vragen
Van verboden verenigingen en de openbare orde
Eerder verschenen
NJB 26 (2013)
28 juni 2013
NJB 25 (2013)
21 juni 2013
NJB 24 (2013)
14 juni 2013
NJB 23 (2013)
7 juni 2013
NJB 22 (2013)
31 mei 2013