Nederlands Juristenblad 21
25 mei 2016
2016/5
Vrouwen naar de top
Van symboolwetgeving naar een aanpak die wél werkt. Een rechtsvergelijkende beschouwing over de vraag hoe m/v-diversiteit kan worden gerealiseerd in de top van het Nederlands bedrijfsleven
Tot 1 januari 2016 bevatte Boek 2 BW een wettelijke regeling inzake een evenwichtige verdeling van de zetels in de raad van bestuur en de raad van commissarissen over mannen en vrouwen. Het doel van de regeling was dat eind 2015 de raad van bestuur en de raad van commissarissen van grote vennootschappen voor ten minste 30% uit vrouwen zou bestaan. Deze regeling ging er van uit dat ondernemingen zelf hun verantwoordelijkheid zouden nemen om de gestelde doelen te realiseren en kende nauwelijks sancties. Nu het in de wet gestelde doel vooralsnog niet is bereikt, is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend dat regelt dat het streefcijfer van 30% opnieuw voor een periode van ongeveer vier jaar wordt ingevoerd. De vraag rijst of het simpelweg verlengen van de bestaande regeling de juiste route is om het gestelde doel te bereiken. In dit artikel worden de alternatieven bekeken waarvoor men in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Italië koos.


Lees het hele artikel in Navigator.

Constitutionele toetsing van wetgeving ex ante
Ruimte voor versterking?
In dit artikel komt de vraag aan de orde of de constitutionele toetsing van ontwerpregelgeving in het wetgevingsproces adequaat is geborgd en of de noodzaak bestaat haar te versterken, en zo ja, hoe. Ter beantwoording van deze vragen wordt allereerst ingegaan op de politieke en internationale aandacht voor constitutionele toetsing in het wetgevingsproces. Vervolgens komen de reikwijdte van een constitutionele toets, andere actoren die zijn betrokken bij het verrichten van die toets in het wetgevingsproces en de organisatie van de constitutionele toets van regeringszijde aan de orde. Ten slotte wordt ingegaan op de activiteiten die kunnen worden ondernomen om de constitutionele toets actueel te houden en verder te versterken.


Lees het hele artikel in Navigator.

Effectief terugkeerbeleid
Wanneer vangt de duur van een inreisverbod aan?
Op 29 maart 2016 heeft de Hoge Raad aan het Hof van Justitie de vraag voorgelegd wanneer de duur van een inreisverbod en een daarmee gelijk te stellen ongewenstverklaring aanvangt. Het verwijzingsarrest zou gevolgen moeten hebben voor alle strafzaken waarin het gaat om een verdenking ex artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht voor zover het inreisverboden en daarmee gelijk te stellen ongewenstverklaringen betreffen die ten tijde van de in de tenlastelegging genoemde datum vijf jaren of langer geleden zijn uitgevaardigd. In dit soort zaken zijn er bewijsproblemen omdat (nog) niet vast staat of de ongewenstverklaring nog wel op grond van een wettelijk voorschrift is opgelegd, zoals artikel 197 Wetboek van Strafrecht vereist.


Lees het hele artikel in Navigator.

De aansprakelijkheid van de Staat voor fouten van de rechter
Rechtsvergelijkende opmerking naar aanleiding van het Schaarbeek-arrest
Volgens het Nederlandse recht dient de schade voor onrechtmatige rechtspraak in beginsel voor de burger te blijven. De criteria voor de toekenning van schadevergoeding op dit punt zijn minder burgervriendelijk dan die het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn Köbler-rechtspraak voorschrijft als het gaat om een schending van het Unierecht door de hoogste nationale rechter. In het Schaarbeek-arrest van het Grondwettelijk Hof van België is beslist dat vanwege met name het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel ook zonder dat het Unierecht in het geding is rekening moet worden gehouden met de Köbler-rechtspraak bij het bepalen of een door een hoogste rechter begane fout een kennelijke schending van het recht vormt.


Lees het hele artikel in Navigator.

Griffierecht hoort in het medisch tuchtrecht niet thuis
Invoering van griffierecht voor het medisch tuchtrecht zou het aantal bagatelklachten naar beneden moeten brengen. Een heilloos plan. Moet er minder geklaagd worden? Nee, juist meer. Het indienen van een tuchtklacht zou moeten worden gestimuleerd in plaats van te worden afgeremd. Het tuchtrecht is een onvolmaakt kwaliteitsinstrument, maar wel het noodzakelijke sluitstuk van het geheel aan kwaliteitsinstrumenten.


Lees het hele artikel in Navigator.

Eerder verschenen
NJB 20 (2016
18 mei 2016
NJB 19 (2016)
11 mei 2016
NJB 18 (2016)
4 mei 2016
NJB 17 (2016)
28 april 2016
NJB 16 (2016)
20 april 2016