Nederlands Juristenblad 20
19 mei 2015
2015/5
Rechtswetenschappelijk onderzoek
Een samenvatting van de uitkomsten van een landelijke enquête
Ondanks dat er al meer dan een decennium een debat woedt over de wetenschappelijkheid van de rechtswetenschap en de wijze waarop juristen de kwaliteit van hun onderzoek borgen was er nog nooit aan het forum van rechtswetenschappers gevraagd hoe men denkt over onderzoekskwaliteit en de beoordeling daarvan. Met de onderzoeksvisitatie van 2016 in het vooruitzicht zijn de rechtswetenschappers in Nederland nu eindelijk zelf eens bevraagd over hoe men hierover denkt opdat er ook vanuit het wetenschappelijk forum input is voor debatten over kwaliteitszorg. Een selectie van de bevindingen wordt in dit artikel weergegeven. De integrale weergave van het onderzoek, inclusief de methodologische verantwoording en alle tabellen, is op de website van het NJB opgenomen (www.njb.nl/rechtswetenschappelijk-onderzoek). Kern van de zaak is de vraag of er vanuit de rechtswetenschap als discipline niet meer initiatief zou kunnen worden genomen om het lot in eigen hand te nemen. In plaats van niets doen of juist blind de kwaliteitszorgsystemen van andere disciplines te kopiëren naar de rechtswetenschap, zou de rechtswetenschap ook als discipline, gevoed door praktijkervaringen en nader onderzoek, verder kunnen bouwen aan kwaliteitszorg op een wijze die rekening houdt met de eigenheid van de rechtswetenschap als kruispuntwetenschap.
Het Calimero-gevoel van de jurist
Interview met prof.mr. Carel Stolker naar aanleiding van zijn boek Rethinking the Law School: Education, Research, Outreach and Governance, Cambridge: Cambridge University Press 2014, 472 p.
Civiel effect
Keurslijf of keurmerk?
Als juridische faculteiten verantwoordelijk willen zijn voor de vooropleiding van advocaten en rechters dienen zij ook op een academische wijze invulling te geven aan het ‘profiel’ van de afgestudeerde togajurist zodat er een opleidingscontinuüm kan ontstaan, zoals medici met de specialisatieopleidingen doen. De eisen voor het civiel effect vormen dan geen ‘keurslijf’ maar een uitdaging om te kunnen voldoen aan een meerlagige rechtsorde en de ingewikkelde maatschappelijke werkelijkheid. Het gaat er om competente togajuristen te vormen die tot in hun haarvaten beseffen wat ‘recht’ is en hoe dit toe te passen.
Ervaringen van een Vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit
Vertrouwenspersonen Wetenschappelijke Integriteit aan de universiteiten werken over het algemeen in stilte. Gegeven het cruciale maatschappelijk belang dat (geloof in) de integriteit van de wetenschapsbeoefening heeft, is het niettemin wenselijk dat die stilte af en toe wordt doorbroken en derden enig zicht wordt geboden op de integriteitsproblemen zoals die zich in de eerste lijn manifesteren in de universitaire wereld. Dit is in elk geval de bedoeling van deze bijdrage.
Eerder verschenen
NJB 19 (2015)
12 mei 2015
NJB 18 (2015)
7 mei 2015
NJB 17 (2015)
29 april 2015
NJB 16 (2015)
23 april 2015
NJB 15 (2015)
16 april 2015