Nederlands Juristenblad 2
13 januari 2016
2016/1
Nieuwe kwaliteits- en klachtenwet voor gezondheidszorg
Oplossing of problemen erbij?
Door de op 1 januari 2016 in werking getreden Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), een wet waarvan de noodzaak breed werd betwist, verandert er het nodige op het gebied van kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg. De normen van deze wet gelden voor een grotere groep zorgaanbieders dan voorheen onder het regime van de Wet BIG en de Kwaliteitswet zorginstellingen het geval was. Maar de Wkkgz is niet op alle onderdelen even duidelijk en juridisch weldoordacht.
Openheid over medische fouten vereist beleid
Zorginstellingen moeten een beleid formuleren inzake openheid rond incidenten en op grond daarvan de randvoorwaarden voor een goede praktijk creëren. Bij een dergelijk beleid is openheid van zaken (‘open disclosure’) de norm. Een open benadering maakt een integratie mogelijk tussen enerzijds de plicht van artsen en zorginstellingen om adequaat te reageren op incidenten, en anderzijds het algemene beleid inzake kwaliteit en veiligheid van de zorg. Hierdoor ontstaat een samenhangend geheel van acties en maatregelen voor gevallen waarin de zorgverlening heeft geleid tot een situatie die niet de bedoeling was.
Toetsingspraktijk euthanasie voor sommige artsen onrechtvaardig
Voor een aantal artsen schiet de Nederlandse euthanasiewet (Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding; WTL) op een voor hen belangrijk punt tekort. Dokters van wie een euthanasiegeval is beoordeeld, kunnen geen beroep aantekenen tegen de betreffende uitspraak van de Regionale toetsingscommissie euthanasie (Rte). De lopende vijfjaarlijkse evaluatie van de WTL biedt de wetgever de mogelijkheid deze tekortkoming te repareren.
Het hondje van minister Pels Rijcken
Over verwijzingen naar eerdere vervolgingen van politieke ambtsdragers
Artikel 119 Grondwet schrijft voor dat leden van de Staten-Generaal, ministers en staatssecretarissen wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hun aftreden terecht staan voor de Hoge Raad. Bij berichtgeving over artikel 119 Grondwet rouleert steevast het verhaal van minister Pels Rijcken en zijn loslopende hond. Maar hoe zat dat nu precies?
Eerder verschenen
NJB 1 (2016)
5 januari 2016
NJB 44/45 (2015)
15 december 2015
NJB 43 (2015)
8 december 2015
NJB 42 (2015)
1 december 2015
NJB 41 (2015)
24 november 2015