Nederlands Juristenblad 17
1 mei 2014
2014/5
Privacy in het post NSA-tijdperk
Tijd voor een fundamentele herziening?
De recente NSA-affaire heeft een brede technologische ontwikkeling blootgelegd waarin zeer grote hoeveelheden persoonsgegevens worden verzameld, opgeslagen en verwerkt, zonder dat dit een vooraf en helder bepaald doel heeft. Alhoewel dit evidente privacyproblemen met zich meebrengt, lijken de meeste privacydoctrines, waarvan in Europa de belangrijkste artikel 8 EVRM is, niet toegesneden op deze nieuwe ontwikkeling.
Constitutionele creativiteit en rechterlijke zelfbeperking
Doorgaans wordt iets te gemakkelijk de stelling aanvaard dat in het Nederlandse staatsbestel bevoegdheden van de rechter door de wetgever worden verleend en afgebakend en dat de rechter uit ontzag voor de wetgever moet terugtreden. Hier wordt een minder bevooroordeelde en minder polariserende kijk op de relatie wetgever-rechter bepleit. Er wordt een lans gebroken voor een rechter die vanwege zijn fundamentele taak om burgers bescherming te verlenen tegen onevenredige belangenaantasting over een geheel eigen democratische legitimatie beschikt en daarom een vrijere positie mag innemen.
‘Pogroms in Duitschland’
De vraag rijst waarom in 1940 de nieuwe machtsverhoudingen zo gelaten werden aanvaard en ambtenaren de ariërverklaring bijna en masse invulden en opstuurden. Terwijl de berichtgeving in Nederlandse kranten na de Reichskristallnacht in november 1938 toch al niets aan duidelijkheid te wensen overliet omtrent de intenties van het Duitse Naziregime.
Reactie
Reactie op Modaliteiten van een duurzaam en efficiënt model voor de ‘governance’ van ABN AMRO
Naschrift
Naschrift Who pays the ferryman en Quis custodiet ipsos custodes?
Eerder verschenen
NJB 16 (2014)
24 april 2014
NJB 15 (2014)
17 april 2014
NJB 14 (2014)
10 april 2014
NJB 13 (2014)
3 april 2014
NJB 12 (2014)
27 maart 2014