Pastafariërs kun je niet serieus nemen

Geloven Pastafariërs dat het Vliegend Spagettimonster de wereld heeft geschapen? De eerste Pastafariër die mij ervan overtuigt dat hij dat echt gelooft krijgt mijn vergiet. De door Monique Verheij in NJB 2018/2, afl. 1 beschreven wordingsgeschiedenis van het Pastafarisme en de ‘heilige geschriften’ zoals het geciteerde gebed ‘Our Pasta, who ‘Arghh’ in heaven’, maken duidelijk dat het Pastafarisme een parodie is op het verschijnsel godsdienst. Maar daarmee is het zelf nog geen godsdienst.

Verheij merkt op dat religiewetenschappers het er niet over eens zijn wat nu wel of niet een religie of levensbeschouwing is. En de rechter zou volgens Verheij gezien de belijdenisvrijheid de heilige geschriften niet in twijfel mogen trekken en dus niet tot de conclusie kunnen komen dat de gelovige niet serieus is. Als we die lijn hanteren is iets altijd een godsdienst als een aanhanger zegt dat het dat is.

Volgens mij zit Verheij hier op een dwaalspoor. Ook als niet van elk verschijnsel met zekerheid kan worden gezegd of het een religie is, kan van sommige verschijnselen met voldoende zekerheid worden gezegd dat het geen religie is. De rechter zal om een onterecht beroep op de vrijheid van godsdienst te voorkomen een marginale toetsing moeten toepassen. Iets wat niet serieus genomen kan worden, iets wat in alle redelijkheid niet voor een godsdienst of levensbeschouwing kan doorgaan, kan de ‘aanhangers’ ook geen aanspraak geven op de bij een godsdienst of levensbeschouwing behorende rechtspositie.1

Denken rechters daar nu zo verschillend over als Verheij suggereert? Dat valt nogal mee. In beide door Verheij genoemde gevallen wenste de Pastafariër met een vergiet op het hoofd op een identiteitskaart dan wel rijbewijs te staan en werd in dat kader de vrijheid van Godsdienst en levensbeschouwing tevergeefs ingeroepen. De weg waarlangs verschilt. De rechtbank Noord-Nederland overweegt: Ter zitting is met partijen vastgesteld dat het pastafarisme in elk geval een in de maatschappij aanwezige levensbeschouwende stroming is.”.Hoewel het Pastafarisme zich presenteert als ‘kerk’ en een ‘godheid’3 zegt te vereren, wordt het dus niet als religie erkend. De rechtbank gaat er dan wel van uit dat het een levensbeschouwing is, maar heeft niet onderzocht of dit ook een serieus te nemen levensbeschouwing is. Dat was ook niet nodig, omdat de rechtbank al op andere gronden de eis afwees. De rechtbank deed dat omdat de Pastafariër niet had aangetoond dat de door hem aangehangen levensbeschouwende stroming het bedekken van het hoofd aan hem voorschrijft.

De Rechtbank Oost Brabant4 heeft met verwijzing naar de vaste rechtspraak van het EHRM wel onderzocht of het Pastafarisme serieus te nemen is als godsdienst of levenbeschouwing en is tot de conclusie gekomen dat dit niet het geval is. Hoewel onzin moeilijk is te weerleggen, is deze uitspraak daar uitstekend in geslaagd en deze kan dan ook als voorbeeld dienen voor toekomstige zaken. Hooguit kan men zeggen dat het allemaal te veel eer is. Maar dat geldt ook voor deze bijdrage.

 

Mr. R.H.C. Jongeneel is Senior-rechter, Rechtbank Amsterdam. Deze Reactie is ook verschenen in NJB 2018/547, afl. 11 (maar daar ontbraken een aantal voetnoten).

 

  1. Zie ook: L.M.H.A.A. Hennekens, 'Art. 2:2 BW, het Vliegend Spaghettimonster en de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging', WPNR 2016/7105, p. 331-338 en A. Vleugel, 'Geloof-‘waardige’ godsdienst en het spaghettimonster-geloof: wat telt (wel) als godsdienst(ig)?', RM Themis 2017, p. 228-238. Vleugel bepleit een ‘minimale objectivering’ van het begrip godsdienst of levensbeschouwing aan de hand van begrijpelijkheid, samenhang, belangrijkheid en serieusheid.
  2. Rb Noord Nederland 28 juli 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:3626; vergelijkbaar zijn: Rb. Gelderland 17 januari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:275, Rb Overijssel 25 juli 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2970 en College voor de rechten van de Mens, 11 december 2017, 2017-145. In de laatste drie zaken werd uitdrukkelijk in het midden gelaten of het Pastafarisme een godsdienst of levensbeschouwing is.
  3. Op de website https://www.kerkvanhetvliegendspaghettimonster.nl/category/kerk-en-bestuur/page/2/ aangeduid als “Onze Noedelige Heiligheid”.
  4. Rb Oost-Brabant 15 februari 2017, ECLI:RB:NL:RBOBR:2017:762.

 

Afbeelding: Shutterstock

Over de auteur(s)