Pas eerst bestaande maatregelen beter toe, vóór nieuwe slachtofferwetten te maken

Minister Dekker voor Rechtsbescherming heeft een Wetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten ter consultatie voorgelegd.1 Verdachten van zware gewelds- of zedendelicten worden verplicht om in de rechtszaal te verschijnen op het moment dat het slachtoffer gebruik maakt van het spreekrecht. Ook krijgen slachtoffers spreekrecht op het moment dat de dwangverpleging van een tbs’er voorwaardelijk wordt beëindigd. 

Het is de vraag of veel slachtoffers hier behoefte aan hebben. Beter dan nu dit soort voorstellen te doen zou het zijn om te kijken of de bestaande maatregelen voor het slachtoffer al genoeg worden benut.

Het informeren van het slachtoffer

Slachtoffers hebben al decennialang recht op informatie over de strafzaak: over de voortgang, de zitting, en hun eigen rechten. Dit type rechten is van primair belang voor het slachtoffer. Veiligheid is een van de eerste wensen van slachtoffers. Ze willen weten of de verdachte vastzit, of hij wordt vervolgd, wanneer de zitting en de uitspraak zijn, en wanneer de dader vrijkomt.Toch wordt dit soort rechten niet altijd gerealiseerd, zo blijkt uit onderzoek.Soms wordt slachtoffers niet verteld wanneer de zitting is. Zij lopen daardoor soms de zitting mis, terwijl ze er misschien graag bij hadden willen zijn.

Sommige slachtoffers willen liever anoniem blijven. Ze willen niet dat de verdachte achter hun persoonlijke gegevens, zoals hun adres, komt omdat ze bang zijn voor represailles. Een invoelbare wens, die ook vervuld kan worden. De politie kan hun persoonlijke gegevens (deels) weglaten uit de aangifte, of domicilie aanbieden. Die mogelijkheden worden vaak niet aan het slachtoffer verteld. De helft van de slachtoffers van ernstige criminaliteit wist niet dat hun persoonlijke gegevens in het dossier komen, en dat het dossier vervolgens linea recta naar de verdachte gaat. Zij proberen dat soms terug te draaien, maar dan is het al te laat. Een derde van de slachtoffers had die gegevens liever willen afschermen. Sinds het verschijnen van het onderzoek dat liet zien dat slachtoffers vaak niet weten dat hun persoonlijke gegevens naar de verdachte gaan,4 heeft de toenmalige minister van VenJ de intentie getoond hier iets aan te doen.5 Niet duidelijk is echter of er in de praktijk nu iets is veranderd.

 

Binnen de rechtbank 

Ook binnen gerechtsgebouwen kunnen maatregelen worden genomen om het slachtoffer te beschermen. Slachtoffers willen liever niet de verdachte tegen het lijf lopen. Er zijn mogelijkheden om zo’n confrontatie te voorkomen, zoals aparte ruimtes waar het slachtoffer kan wachten tot de zaak begint. Vaak zijn die aparte ruimtes er ook wel, maar slachtoffers wordt lang niet altijd verteld dat ze daar kunnen gaan zitten. Als gevolg zitten ze, als de vorige zaak uitloopt, soms lang in dezelfde wachtruimte als de verdachte.4

Soms staan slachtoffers samen met de verdachte in de rij voor de security check bij de ingang van het gerechtsgebouw. Een heel vervelende en mogelijk intimiderende situatie, die vermeden kan worden door gebruik te maken van een aparte ingang. Ook dat gebeurt weinig.

Er zijn dus diverse maatregelen mogelijk om het slachtoffer goed te informeren, te beschermen en veiligheid te bieden. Maar die maatregelen worden in de praktijk onvoldoende gebruikt.

 

Wil het slachtoffer wel in de belangstelling staan?

Uit onderzoek blijkt dat slachtoffers die het spreekrecht uitoefenen, de gevolgen van het strafbare feit duidelijk willen maken aan de rechtbank en de verdachte.5 Maar veel slachtoffers willen dat ook niet. Het bijwonen van de zitting is emotioneel zwaar. Een behoorlijk deel van de slachtoffers gaat niet naar de zitting omdat ze de confrontatie met de verdachte en zijn vrienden willen vermijden.6 Van het mondelinge spreekrecht wordt niet veel gebruik gemaakt. Veel vaker schrijft het slachtoffer een schriftelijke slachtofferverklaring en leest de rechter die tijdens de zitting voor. Dat vinden slachtoffers wel zo prettig. Het is dus maar de vraag of de nieuwe plannen van de minister om de verdachte verplicht erbij te laten zijn als het spreekrecht wordt uitgeoefend, wel aansluiten bij de wensen van veel slachtoffers. Dit nog afgezien van de vraag of het wel verstandig is om het slachtoffer zo’n zware rol te geven op een moment waarop de rechter nog niet heeft vastgesteld dat het feit is bewezen.

In plaats van nu met voorstellen te komen waaraan misschien weinig behoefte bestaat, zou de minister ernaar moeten streven dat de bestaande beschermingsmaatregelen beter worden gebruikt.

 

Marijke Malsch is verbonden aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Zij schreef samen met Nathalie Dijkman en Arno Akkermans Het zichtbare slachtoffer: privacy van slachtoffers binnen het strafproces.

 

 

Bron afbeelding: David Minty 

 

 

  1. https://www.internetconsultatie.nl/slachtofferrechten
  2. A. ten Boom e.a., 2008, Behoeften van slachtoffers van delicten.
  3. M. Malsch e.a., 2015, Het zichtbare slachtoffer.
  4. Malsch e.a., 2015, a.w.
  5. https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vjzvm8m3envt
  6. Malsch e.a., 2015, a.w.
  7. K. Lens e.a., 2010, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?  Malsch e.a., 2015, a.w.
  8. Lens e.a., 2010; Malsch e.a., 2015, a.w.
Over de auteur(s)