Good cop, bad cop

Het is een beetje stil geworden rondom de Salduz praktijk, de bijstand van de raadsman tijdens het politieverhoor. Op 27 februari 2017 is de Wet raadsman bij politieverhoor in werking getreden en het valt nog te bezien of er gelet op de karigheid van de gefinancierde rechtsbijstand nog voldoende advocaten overblijven om verdachten daadwerkelijk tijdens de politieverhoren bij te staan. 

Nu het meer formeel getinte processuele gekrakeel over de vraag of de advocaat op grond van de Straatsburgse jurisprudentie nu wel of niet bij het verdachtenverhoor mag zijn, is verstomd, komt het erop aan dat er een cultuuromslag gaat plaatsvinden zowel bij de advocatuur als bij de politie. De bezwaren tegen het toelaten van advocaten tot de verhoren van de kant van de politie kwamen mede voort uit de vrees dat de politie het overwicht zou verliezen als zij bij de verdachtenverhoren een beter juridisch geschoolde advocaat tegenover zich zouden krijgen. Dat zou kunnen leiden tot minder verklaringsbereidheid bij verdachten en dus minder opgehelderde zaken. Vandaar de wat krampachtig gedetailleerde beschrijving in het Besluit inrichting en orde politieverhoor1 wat de advocaat tijdens het verhoor wel en niet mag. Daar staat tegenover dat advocaten nauwelijks geschoold zijn in de verhoortechnieken die de politie gebruikt en hoe zij hier op een constructieve manier invloed op zouden kunnen uitoefenen. Er zijn trainingsprogramma’s gestart om advocaten op te leiden voor de invulling van hun rol in de verhoorfase.2 In een pilot van zo’n trainingsprogramma waarbij ik betrokken ben geweest en waaraan zowel politieagenten als advocaten deelnamen, viel mij op dat de politieagenten sneller en feillozer signaleerden wanneer er (subtiele) druk tijdens een verhoor werd uitgeoefend dan de advocaten, die vaak passief zaten te kijken naar wat er onder hun ogen gebeurde. Er zijn meer vaardigheden nodig dan alleen te wijzen op het zwijgrecht van de verdachte, zeker als zwijgen voor de verdachte geen gunstige strategie is. Maar ook de politie zal moeten wennen aan de aanwezigheid van een advocaat tijdens de verhoren.

Begin september kopten de media dat de politie meer bereikt met ‘vriendelijk’ verhoren van verdachten. Tegenover rechercheurs die open vragen stellen, wat humor tonen en die de aanwezigheid van de advocaat accepteren, leggen verdachten vaker meer waardevolle (betrouwbare) verklaringen af die bijdragen aan de opheldering van een strafbaar feit, dan wanneer het verhoor in een vijandige sfeer verloopt waarbij veel gesloten en suggestieve vragen worden gesteld.3 Aan deze bevindingen ligt een uitgebreid theoretisch en empirisch onderzoek naar de effecten van verhoortechnieken van de politie in Nederland ten grondslag, dat in opdracht van het programma Politie & Wetenschap door onderzoekers van de Erasmus Universiteit in Rotterdam in mei 2017 is afgesloten.4

Het doel van het politieverhoor is het verkrijgen van een verklaring van de verdachte en daartoe kunnen verschillende technieken worden ingezet. De onderzoekers onderscheiden zeven verhoorstijlen: I emoties uitlokken waardoor wordt ingespeeld op gevoelens van schaamte en schuld bij de verdachte (interne druk); II confronteren met bewijsmateriaal dat gepaard gaat met autoritair optreden hetgeen bij de verdachte resulteert in druk en stress (externe druk); III misleiden door suggestieve vragen te stellen en hypothetische scenario’s te presenteren of de ernst van de situatie af te zwakken; IV opbouwen van een werkrelatie waarbij vooral positieve stimuli zoals op gelijk niveau communiceren en het tonen van sympathie worden gebruikt; V samenwerken waarbij de verhoorsituatie is gebaseerd op wederkerigheid; VI informeren over rechten en consequenties en VII construeren van verklaringen in een neutrale verhoorsfeer en het aanmoedigen van de verdachte zijn verhaal te vertellen. De laatste verhoorstijl heeft bij de politie de voorkeur zo constateren de onderzoekers, maar uit het onderzoek komt daarnaast naar voren dat verdachten in de praktijk ook wel onder druk worden gezet door confrontatie met tactische informatie, emotioneel worden beïnvloed en worden misleid, waardoor stress en spanning bij de verdachte wordt veroorzaakt. Dat dit leidt tot meer verklaringsbereidheid blijkt niet uit het onderzoek. Wat verder is opgevallen is dat verdachten meestal bereid zijn te praten, al geven ze niet altijd volledige openheid. Opmerkelijk is ook dat de aanwezigheid van de advocaat geen invloed lijkt te hebben op de mate waarin de verdachten over de zaak verklaren en juist een positief effect heeft in die zin dat verdachten dan minder geneigd zijn om de zaak heen te praten. De aanwezigheid van de advocaat lijkt er bovendien voor te zorgen dat opsporingsambtenaren verdachten minder misleiden, dat zij minder inspelen op de emoties en dat verdachten minder proberen het afleggen van verklaringen te ontwijken. Er zou, dat is een van de conclusies, dus meer moeten worden geïnvesteerd in verhoorstijlen die drukverlagend werken, zoals het verkennen van mogelijkheden om samen te werken door meer en op een open manier informatie uit te wisselen. Het is de bedoeling dat deze bevindingen worden meegenomen bij het opleiden van rechercheurs.

Het lijkt misschien een open deur: verdachten tijdens een verhoor onder druk zetten heeft een averechts effect en kan soms zelfs tot desastreuze gerechtelijke dwalingen leiden. Vriendelijkheid werkt beter, maar toch zit het kennelijk niet in ons systeem om dat ook in praktijk te brengen. Het doet mij denken aan een ‘leiderschaps-training’ die door de universiteit werd voorgeschreven aan bestuurders van faculteiten waaraan ik een keer heb deelgenomen. De training begon met de oefening dat je buurman/vrouw een vuist moest maken die je binnen tien seconden open moest zien te krijgen. De meesten, onder wie ik zelf, probeerden dat met mild geweld. Er was er één die gewoon vroeg: wil je je vuist openmaken? Dat werkte het snelst.

 

Dit Vooraf is verschenen in NJB 2017/1853, afl. 34.

 

  1. Stb. 2017, 29.
  2. Zie www.salduzlawyer.eu/
  3. www.nu.nl/wetenschap/4910138/politie-bereikt-meer-met-vriendelijk-verhoren-van-verdachten.html
  4. W.J. Verhoeven en E. Duinhof, Effectiviteit van het verdachtenverhoor. Een veldstudie naar de relatie tussen verhoortechnieken, de verklaring van verdachten en de aanwezigheid van de advocaat in zware zaken, Sdu 2017.
Over de auteur(s)
Author picture
Taru Spronken
A-G bij de Hoge Raad