Geen homo-discriminatie door dominee; wel afwijzing en tolerantie

Op 30 maart 2022 oordeelde het Gerechtshof Den Haag dat dominee Kort van de Oud Gereformeerde ­Mieraskerk in Krimpen aan den IJssel niet strafrechtelijk vervolgd hoefde te worden wegens groepsbelediging en het aanzetten tot haat en discriminatie ex artikel 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht. Dat is maar goed ook, wordt in deze Opinie betoogd. Strafbaarheid zou de spankracht van het strafrecht te boven gaan en te weinig recht doen aan de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en die van meningsuiting. ­Tolerantie is nodig waar het schuurt.

Nederlanders zijn de afgelopen vijftien jaar positiever over homoseksualiteit en genderdiversiteit gaan denken, hoewel het de laatste jaren stagneert. Onder hen ook de gelovigen. Zo denkt nog één procent van de rooms-katholieke gelovigen negatief over homo- en biseksualiteit. Binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) denkt dertien procent negatief over homoseksuelen. Dat blijkt uit een op 16 mei jl. verschenen rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) rond opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa.1 Hoewel hoopvol, zijn dat nog steeds veel procentpunten te veel, nog daargelaten die van andere delen van de samenleving, waaronder niet onderzochte geloofsrichtingen en denominaties.

Zo liep het reformatorische Gomaruscollege met zijn beleid, waarbij homoseksuele leerlingen werden gedwongen tegenover hun ouders hun seksuele geaardheid uit te spreken, zelfs tegen de lamp bij de Onderwijsinspectie en het openbaar ministerie. Slechts om praktische redenen werd het college niet vervolgd voor dwang en het in voorraad hebben van (beleid)materiaal dat zou aanzetten tot discriminatie (de beleidsstukken waren inmiddels aangepast), zo liet het openbaar ministerie weten op 15 juni jl. Anders is het als het gaat om publieke uitingen van negatieve gevoelens of (intolerante) geloofsopvattingen over homoseksualiteit. Tegen dergelijke uitingen en opvattingen valt strafrechtelijk vaak weinig te beginnen. Ook onlangs bleek dat weer het geval.

Op 30 maart 2022 oordeelde het Gerechtshof Den Haag dat dominee Kort (71) van de Oud Gereformeerde Mieraskerk in Krimpen aan den IJssel niet strafrechtelijk vervolgd hoefde te worden wegens groepsbelediging en het aanzetten tot haat en discriminatie ex artikel 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht.2 Dat is maar goed ook. Strafbaarheid zou de spankracht van het strafrecht te boven gaan en te weinig recht doen aan de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en die van meningsuiting. Tolerantie is nodig waar het schuurt.

Wat was er aan de hand? De dominee (beklaagde) had op 16 maart 2020 een brief geschreven aan het gemeentebestuur en de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel. Hij zag een land in verval. Dat land werd nu gestraft door het coronavirus. De uitlatingen waren volgens de klager discriminerend en riepen volgens hem op tot haat jegens homoseksuelen. Vooral de zinsnede: ‘De roepende zonden die tegen de scheppingsorde indruisen, dienen uitgebannen’ ervoer klager, zelf homoseksueel en voorvechter van het LHBTI-beleid, als kwetsend en discriminerend. Dat kan zo zijn, aldus het hof, strafbaar is de uitlating niet. Voor dat oordeel let het hof mede op de context waarbinnen de uitlatingen zijn gedaan en op de gekozen bewoordingen. Uit die context blijkt dat de dominee zich stoort aan allerlei rechten en vrijheden die hij ziet als oorzaak voor de coronapandemie: de abortuswetgeving en -praktijk, de euthanasiewetgeving en -praktijk, de wetgeving inzake winkelsluiting en al wat de dominee ziet als het ‘indruisen tegen de scheppingsorde’. Uit deze en andere contextuele gegevens maakt het hof op dat de passage louter is te beschouwen als een weergave van de geloofsopvatting van klager. Daarnaast acht het hof de bewoordingen niet onnodig grievend.

Deze beschikking van het hof maakt wederom duidelijk dat geloof een relevante factor is voor de context waarbinnen uitlatingen moeten worden begrepen. Niet heel verrassend, want het hof volgt daarmee precedenten met betrekking tot de artikelen 137c en/of 137d WvSr. Denk aan de vrijspraak van imam El Moumni die in een televisie-uitzending homoseksualiteit ‘schadelijk voor de Nederlandse samenleving’ en een ‘besmettelijke ziekte’ noemde,3 en de vrijspraak van voormalig Tweede Kamerlid Van Dijke die in een interview aangaf: ‘Maar waarom zou stelen, bijvoorbeeld uitkeringen pikken van de overheid, minder erg zijn dan zondigen tegen het zevende gebod? Ja, waarom zou een praktiserend homoseksueel beter zijn dan een dief?’.4 Een andere dominee werd eveneens vrijgesproken van kwetsende en grievende uitlatingen over homoseksualiteit.5 De Nashvilleverklaring, hoe stuitend ook, leidde anno 2021 niet eens tot vervolging.6

Steeds is hierbij sprake van een betreurenswaardige diskwalificatie in het maatschappelijk debat door gelovigen van wat zij, in lijn met hun geloofsopvattingen, nu eenmaal zien als zonde.

Deze taal uit de Heilige Boeken wordt steeds moeilijker verstaan in het geseculariseerde Nederland, waarin volgens recent ander SCP-onderzoek bijna 70 procent van de inwoners niet (meer) in God gelooft.7

De moeilijke verstaanbaarheid is soms misschien maar beter. Keerzijde is dat in zo’n samenleving de botsing tussen wel- en niet-gelovigen eerder toe- dan afneemt. Er wordt dan al snel geklaagd dat gelovigen geprivilegieerd zijn en ‘meer mogen (zeggen) dan anderen’. Maar dat is nu net een essentie van de constitutioneel verankerde vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, al dan niet in samenloop met of inkleuring van de vrijheid van meningsuiting of andere grondrechten. Onbegrip daarvoor is zorgelijk, zeker als dat leidt tot dreigementen of geweld, zoals jegens klager en dominee Kort. Deze laatste ontving wekenlang dreigbrieven en -telefoontjes, nadat in het programma BOOS van Tim Hofman, toen met ruim 1,2 miljoen kijkers, werd opgeroepen de predikant brieven te schrijven.8 Wat nodig is aan beide kanten, is meer constitutionele geletterdheid en oefening in tolerantie. Dan komt misschien eind in zicht aan de Babylonische spraakverwarring en kan strafbare escalatie worden voorkomen.

 

Voetnoten

  1. SCP-rapport Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa 2022, mei 2022.
  2. Gerechtshof Den Haag 30 maart 2022 (beschikking), ECLI:NL:GHDHA:2022:488.
  3. Hof Den Haag 18 november 2002, ECLI:NL:GHSGR:2002:AF0667 (Imam El Moumni), NJ 2003, 24.
  4. HR 9 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9368 (Van Dijke), AB 2001, 303 m.nt. B.P. de Vermeulen.
  5. HR 14 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AE7632 (Dominee), NJ 2003, 261 m.nt. P.A.M. Mevis.
  6. Hof Amsterdam 15 juli 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2131.
  7. SCP-rapport Buiten kerk en moskee. Religie in een pluriforme samenleving, derde deel van een drieluik. Het CBS kwam tot een vergelijkbare conclusie in december 2020.
  8. Nrc (Jorit Verkerk), ‘Waarom de Krimpense dominee niet wordt vervolgd voor homodiscriminatie’, 30 maart 2022.