De onveilige mens in een expanderende wereld

De Nederlandse Juristen-Vereniging heeft gekozen voor (een aantal van) de grote thema’s van deze tijd: globalisering en territorialiteit, klimaatverandering en mensenrechten, en de vluchtelingenproblematiek en migratie, alles onder het motto: “De grenzen voorbij”. Dat levert boeiende, maar soms wat abstracte, preadviezen op,1 en besprekingen verderop in dit blad die visionair, kritisch en bevlogen kunnen worden genoemd.2

In de Inleiding bij de preadviezen3 wordt daarbij een spanningsveld gesignaleerd tussen de onontkoombare globalisering en de sterke noodzaak tot Europese en internationale samenwerking enerzijds en de steeds sterkere oproep tot behoud van nationale beleidsvrijheid en soevereiniteit anderzijds, waarvan onder meer de Brexit, het America First van Trump en het Europese eigen volk eerst significante uitingsvormen zijn. Gesproken wordt van een kentering.

Zelf zou ik menen dat het twee kanten van dezelfde medaille zijn; in dialectische zin is sprake van een these en een antithese. Om dat duidelijk te maken, zou ik de blik willen werpen op de individuele mens in een groter wordende wereld. Die mens kunnen we allemaal zien op stoep of perron – of gewoon bij ons thuis op de bank - in een symbiotische verstrengeling met de mobiele telefoon. Rechtstreeks in verbinding met eindeloze hoeveelheden informatie op internet, in interactie met grote hoeveelheden volgers op sociale media, of met oortjes in of liefst noise cancelling koptelefoon op al streamend luisterend naar allerlei playlists vanuit de cloud. Die mens is als individu direct verbonden met een enorme en snel expanderende buitenwereld. Dat is prachtig. Informatie is binnen handbereik, sociale contactmogelijkheden zijn zeer uitgebreid en geïndividualiseerd luistergenot is vrij beschikbaar. Ook anderszins is de buitenwereld vergroot. De mens kan overal naartoe vliegen, beweegt zich in een grote Eurozone zonder grenscontrole naar goeddunken, koopt of time-shares zich een appartement of huisje om in een warm klimaat te overwinteren, en kan via allerlei media real-time meekijken bij wat er waar ook ter wereld gebeurt. Zonder tussenkomst van of tussenlaag met anderen.

Maar de keerzijde daarvan is dat diezelfde mens geconfronteerd wordt met een buitenwereld die gecompliceerd is, waarvoor nauwelijks effectieve verantwoordelijkheid valt te dragen, die zich niet of nauwelijks laat controleren en die direct van grote invloed kan zijn op zijn of haar functioneren of welbevinden. De sympathieke likers op sociale media kunnen opeens pesters worden of anderszins allerlei naar, op uitsluiting of vernedering gericht, gedrag laten zien. Uit diezelfde Eurozone komen opeens grote hoeveelheden arbeidsmigranten en van daarbuiten dienen zich niet minder aanzienlijke vluchtelingenstromen aan die, indien toegelaten, ook gehuisvest moeten worden en toegang tot schaarse voorzieningen moeten krijgen. En de media laten ontwikkelingen zien die in toenemende mate beangstigend zijn, zoals klimaatverandering, of die disruptief kunnen werken, zoals nepnieuws. Die expanderende buitenwereld is dan niet alleen een onuitputtelijke bron van mogelijkheden, maar vooral een bedreiging die leidt tot aanzienlijke gevoelens van onveiligheid en gebrek aan controle en verantwoordelijkheid. Daaraan draagt bij dat instituties steeds verder op afstand staan. In wijkverband is minder cohesie, gemeenten zijn verdwenen en opgegaan in fusieverbanden. Belangrijke beslissingen worden verderaf genomen, niet meer in het eigen dorp of de eigen staat, maar op supra- of internationaal niveau, in Europa of door of in samenspraak met de “internationale gemeenschap”.

Die onveilige mens zoekt naar herwinning van de controle, naar nieuw houvast waar dat is verdwenen. Hij of zij sluit daartoe soms dan maar gelegenheidscoalities met andere individuen of groepen die zich in gelijke zin niet veilig voelen, met als gevolg een volatiel en versplinterd politiek landschap en klimaat, dat op zijn beurt uiteindelijk ook niet aan een gevoel van veiligheid bijdraagt. Zo bezien is het eigen volk eerst misschien niet een verkieslijk en een bepaald te bestrijden fenomeen, maar het is ook een begrijpelijk antwoord op een reëel probleem en op een prangende vraag. Het is de onvermijdelijke andere kant van de medaille van de internationalisering en we zullen het spanningsveld tussen these en antithese op moeten heffen door intensief te gaan zoeken naar (en open te staan voor) wat de synthese zal moeten worden, door verantwoordelijkheid met veiligheid te combineren.

We zullen de mens van de onbegrensde mogelijkheden en van de welhaast even onbegrensde onmogelijkheden een veilige plek moeten geven. Aandacht voor kleinere verbanden is nodig. En er zullen reële oplossingen voor de onveiligheid én voor de problemen van de groter wordende wereld moeten worden gezocht en gevonden. Dat is een politiek en maatschappelijk vraagstuk, maar evenzeer een vraag en een taak voor juristen. Hoe kan het recht bijdragen aan die veiligheid en mogelijkheden bieden tot vergroting van controle en verantwoordelijkheid?

Vanuit die optiek hebben de rechters van rechtbank en hof in de Urgenda-zaak hun hedendaagse taken goed verstaan. Zij hebben de ogen voor reële en urgente problemen niet gesloten. Zij hebben de gealarmeerde individuen en groepen niet het juridische bos ingestuurd, waar dat vrij eenvoudig had gekund, en zij hebben de falende grotere verbanden van de nationale staat en de politiek bij de kladden gegrepen en aan hun verantwoordelijkheden gehouden. Op 24 mei 2019 waren de pleidooien bij de Hoge Raad, te zien via streaming. De uitspraak volgt nog dit jaar. De aanpak is modern en voortvarend; hopelijk wordt de inhoud net zo mooi – en verantwoordelijkheids- en veiligheidslievend.

 

Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2019/1263, afl. 22

 

Afbeelding: https://pixabay.com/photos/hug-silhouette-human-faces-2709639/

 

  1. Concepties van territorialiteit in het internationaal recht”, Lianne Boer en Wouter Werner, “Territorialiteit te boven – Klimaatverandering en mensenrechten”, Karin Arts en Martijn Scheltema, en “Territorialiteit en vluchtelingenrecht: verantwoordelijkheid nemen, afschuiven of delen?”, Tineke Strik en Ashley Terlouw.
  2. “Buiten de geografische grenzen: het begrip territorialiteit en cyberspace”, Ybo Buruma, “Het preadvies van K. Arts & M. Scheltema”, Jaap Spier, en “Vluchten kan niet meer”, Taru Spronken.
  3. “Inleiding: De grenzen voorbij. De actualiteit van territorialiteit en jurisdictie”, Marianne Hirsch Ballin, Marnix van Ginneken en Nico Schrijver.

 

Over de auteur(s)
Author picture
Coen Drion
Advocaat-partner bij Jones Day