Artikelen van Leonard Besselink

Blog
22 januari 2021 Artikel Leonard Besselink
Tijdschrift NJB 3 (2021)
De Afdeling Bestuursrechtspraak en de rechtsstatelijke crisis van de Toeslagenaffaire
Leonard Besselink
De rol van de rechter in de toeslagenaffaire drukt ons met de neus op wat een rechtsstatelijke crisis genoemd mag worden. Het siert de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak dat hij in zijn reactie bereid is toe te geven dat het misging. Maar de excuses en delen van de toelichting daarbij overtuigen bepaald niet. Bestudering van de wetten en toelichtingen daarop die de kinderopvangtoeslagen beheersen, leert dat de hoogste bestuursrechter de wil van de wetgever helemaal niet heeft gevolgd. De rechter schiep en sanctioneerde een uitleg en wetstoepassing waarvoor de wet geen grondslag bood. Dat is bij zulke diep ingrijpende besluiten uit rechtsstatelijk oogpunt ernstig, en roept meer vragen op over hoe dat mogelijk was dan beantwoord worden.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Wat mij heeft verbaasd….
Faas Zwart
De wijziging in oktober 2019 van de rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de terugvordering van kindertoeslagen is juridisch een begaanbare weg, maar doet gekunsteld aan en is aan niet-juristen moeilijk uit te leggen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De EU en de rechtsstatelijke crises in Hongarije en Polen
John Morijn
De staat van de rechtsstaat in de EU is recentelijk sterk verslechterd. Volgens onafhankelijke wetenschappelijke studies bestaat de EU simpelweg niet langer enkel en alleen uit democratische rechtsstaten. Hongarije en Polen zijn de voornaamste probleemgevallen. Dit heeft een grote en groeiende discrepantie tussen bindend Unierecht en de werkelijkheid tot gevolg. De situatie is urgent. Maar er zijn ook vele opties om hier snel iets aan te doen. Er zijn rechtsmiddelen die al lang op de plank liggen maar tot op heden niet worden ingezet. Daartoe overgaan zal wel keuzes vergen, ook van een land als Nederland.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Further politicization of the Polish judiciary - A critical view from within
Dariusz Mazur
The beginning of 2020 was filled with optimism, caused by the ‘march of the thousand robes’ on the 11th of that month in Warsaw and the resolution of 23 January 2020 issued by the Polish Supreme Court giving judges of Poland’s ordinary courts a tool in the form of a ‘test of independence’. By the end of the year this optimism has burst like a bubble, turning into a feeling of bitterness. The ruling camp in Poland used the whole of last year to circumvent or disregard the actions of the bodies of the European Union intended to protect the independence of the Polish judiciary, and to simultaneously deepen the process of its political subordination. The feeling of bitterness is deepened by the passive attitude of the European Commission, which is not fulfilling its obligations as guardian of the treaties.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Further politicization of the Polish judiciary - A concerned view from outside
Lydia Heuveling van Beek
Some judges in the EU can no longer trust their own governments to protect the rule of law in their own countries. Judges in the EU are also EU citizens and as such entitled to the same freedom, security, justice and fundamental rights just like any other EU citizen. Yet this also is no longer the case in every country of the EU. In Poland judges are suspended and then persecuted. There is work to do now for all of us to support the battle of the Polish judges for the preservation of their independence and impartiality. This is a responsibility for the whole EU judiciary as a vital institution of the EU.

[verder lezen in NAVIGATOR]

20 januari 2021
Tijdschrift NJB 9 (2019)
Nous d’abord: investeringsarbitrage na ‘Achmea’
Berend Jan Drijber
In het Achmea-arrest heeft het HvJ EU beslist dat arbitrage op grond van bilaterale investeringsverdragen tussen twee EU-lidstaten in strijd is met het Unierecht, omdat zijn eigen rechterlijk primaat daardoor kan worden aangetast. Bij de vooropstellingen waarin het Hof algemene beginselen formuleert, wordt al duidelijk welke kant het opgaat. De principiële overwegingen over het vertrouwen tussen lidstaten en de gemeenschappelijke waarden van de Unie lijken er in de context van deze zaak met de haren bij gesleept. Zij dienen als opstap voor een doelredenering die in hoge mate steunt op artikel 19 lid 1 tweede zin van het Unieverdrag dat de lidstaten verplicht te voorzien in ‘een gerechtelijk stelsel van rechtsmiddelen op gebieden die onder het Unierecht vallen om de daadwerkelijke rechtsbescherming te verzekeren’. In het Achmea-arrest wordt op slinkse wijze het Unierecht ten tonele gebracht en wordt artikel 19 vervolgens gebruikt als kapstok om de controle van het Hof op geschilbeslechting te verzekeren.


Lees het hele artikel in Navigator.

Het Urgenda-vonnis/-arrest is (g)een politieke uitspraak (bis)
Pierre Lefranc
Het vonnis noch het arrest in de Urgenda-zaak doet meer dan het beslechten van het geschil tussen de betrokken partijen. Er werd geen wetgevingsbevel gegeven. De gelding van het vonnis/arrest is louter inter partes. Vanuit deze benadering is het vonnis/arrest zuiver ‘rechterswerk’ en derhalve geen politieke uitspraak. De draagwijdte van deze rechterlijke uitspraak die het individuele (maar niet de partijen) overstijgt, doet niet anders besluiten. Die draagwijdte is nu eenmaal inherent enerzijds aan het collectief karakter van de vordering van de Stichting Urgenda en anderzijds aan het feit dat die vordering is ingesteld tegen de overheid, de Nederlandse Staat.


Lees het hele artikel in Navigator.

Urgenda en niet(?)-rechtstreeks werkend internationaal (klimaat)recht
Joseph Fleuren
In het artikel ‘De constitutioneel meer legitieme manier van toetsing’ plaatst Leonard Besselink kritische kanttekeningen bij het gebruik van niet-rechtstreeks werkende en niet-bindende normen van internationaal recht in de uitspraken van de Rechtbank Den Haag en het Hof Den Haag inzake Urgenda. Op het eerste gezicht valt het onbehagen van Besselink te begrijpen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Naschrift
Leonard Besselink
Collega Fleuren en ik zijn het eens over de stand van de rechtspraak op het punt van toetsing aan niet-rechtstreeks werkend internationaal recht. Uiteraard kan de rechter aan niet-rechtstreeks werkende bepalingen van internationaal recht juridische betekenis toekennen, althans zolang de wet daar niet aan in de weg staat. Evenmin betwijfel ik dat de rechter sinds lang geleden bij gelegenheid de wet ‘volkenrechtsconform uitlegt’. Al evenmin ging het mij om het kritisch evalueren of de in Urgenda gebezigde normen nu wel of niet daadwerkelijk rechtstreeks werkend zijn, en ik beperkte mij gemakshalve tot wat de rechter zelf daarover stelt.


Lees het hele artikel in Navigator.

6 maart 2019
Tijdschrift NJB 41 (2018)
Goed beslagen ten eis komen
Nils Gonzalez Bos en Erik Witjens
Er wordt in financieel-economische strafzaken veelvuldig conservatoir beslag gelegd door het Openbaar Ministerie. Hierbij komt het regelmatig voor dat de beslagwaarde niet in een redelijke verhouding staat tot de vermogenssanctie die uiteindelijk moet worden betaald. Die situatie strijdt met het doel van conservatoir beslag, te weten het veiligstellen van de betaling van deze sanctie. Daarnaast kunnen hierdoor de legale economische activiteiten van rechtspersonen ernstig worden belemmerd. In dit artikel wordt besproken of de wijze waarop het Openbaar Ministerie en de beklagrechter(s) de proportionaliteit betrekken bij het leggen en beoordelen van een conservatoir beslag, in overeenstemming is met Europese rechtspraak. De Europese rechtspraak geeft volgens de auteurs aanleiding om de huidige praktijk van conservatoir beslag in de (financieel-economische) strafrechtpraktijk bij te stellen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Rechtsbescherming na beslag gelegd ter uitvoering van een Europees onderzoeksbevel
Jolanda van Eekelen en Alexander Schild
Met de invoering van het Europees onderzoeksbevel is een nieuw procedurevoorschrift geïntroduceerd: de verplichting om bij het leggen van beslag ter uitvoering van een dergelijk bevel de beslagene in kennis te stellen van de beklagtermijn van twee weken. In de praktijk wordt nog wel eens vergeten om deze kennisgeving te doen of deze duidelijk schriftelijk vast te leggen. Daarnaast wordt in dit artikel ingegaan op een ander probleem waar de praktijk mee worstelt: de omstandigheid dat in beginsel het Openbaar Ministerie verplicht is om de inhoud van een EOB geheim te houden. Op welke wijze kan de beslagene dan nog effectieve rechtsbescherming worden geboden?


Lees het hele artikel in Navigator.

De constitutioneel meer legitieme manier van toetsing
Leonard Besselink
Uit de uitspraak op het hoger beroep in de Urgenda-zaak valt af te leiden dat er manieren zijn om rechterlijke toetsing van beleidsdoelen te vrijwaren van machtenscheidingskritiek op toetsing aan niet-rechtstreeks werkende internationale verdragen en juridisch niet-bindende besluiten. En toch zijn er problemen met de manier waarop in dit hoger beroep door de rechter wordt omgegaan met de toetsing, nu het ook hier blijkt te gaan om reflexwerking van niet-rechtstreeks werkende en juridisch niet-bindende internationale besluiten, dit keer via de positieve verplichtingen ex artikel 2 en 8 EVRM.


Lees het hele artikel in Navigator.

29 november 2018