Artikelen van Brenda Frederiks

Tijdschrift NJB 32 (2019)
De overkill aan geneesmiddelen en het tekort van de wet
Jaap Sijmons, Veelke Dercks en Simone Koelewijn
Na megaclaims op de tabaksindustrie zijn nu de Amerikaanse farmaceuten aan de beurt voor miljarden dollars. Er is überhaupt veel iatrogene schade door receptmedicijnen. Biedt de Geneesmiddelenwet wel voldoende bescherming?


Lees het hele artikel in Navigator.

Commercieel aanbod van DNA-tests
Corrette Ploem, Martina Cornel en Sjef Gevers
Door het toenemende commerciële aanbod aan DNA-onderzoek, met name via het internet, is genetisch onderzoek voor een deel losgeraakt van zijn traditionele inbedding in de reguliere gezondheidszorg waarin deskundigheid en kwaliteit van verleende zorg van oudsher goed gewaarborgd zijn. Dat laatste gaat voor het nieuwe commerciële aanbod van DNA-tests helaas niet op; de huidige regelgeving (Europees en nationaal) beschermt consumenten onvoldoende tegen de nadelen en risico’s van deze tests. Hoewel er uiteraard ruimte moet blijven voor eigen verantwoordelijkheid, ‘zelfsturing’ en zelfbeschikking van de consument, zijn er vooral op het niveau van de Nederlandse wetgeving nog mogelíjkheden om publiek en maatschappij beter tegen de schaduwzijden van commerciële DNA-tests te beschermen. Hopelijk worden die door de wetgever goed benut en wordt die verbeterde wetgeving vervolgens ook door het toezichthoudende apparaat adequaat gehandhaafd.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Wet Bopz wordt vervangen door twee nieuwe wetten
Brenda Frederiks en Aart Hendriks
Op 1 januari 2020 treden de Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) in werking. De vertrouwde Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) houdt dan op te bestaan. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tracht alles voor het einde van dit jaar in gereedheid te brengen. In dat kader zijn vlak voor het zomerreces een Aanpassingswet aangenomen, het Besluit zorg en dwang en het Besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg gepubliceerd, en is een zogeheten Roadmap voor de implementatie van de Wzd wereldkundig gemaakt. In augustus 2019 heeft de minister nog twee conceptregelingen via een internetconsultatie gepubliceerd. Kan iedereen die met deze wetten krijgt te maken daarmee uit de voeten? Wij schetsen een stand-van-zaken overzicht en staan stil bij zaken die nog onduidelijk zijn.


Lees het hele artikel in Navigator.

Reflecties op ‘instellingsfeiten’
Anouk Visscher, Evelien Tonkens en Arjan Braam
Verschillende maatregelen stimuleren strafrechtelijke vervolging van geweld en agressie tegen hulpverleners in de psychiatrie. Gezien de mogelijke toename van (intramurale) incidenten in de ggz via de schakelbepaling in de Wet Forensische Zorg beschouwen auteurs dit als een wenselijke ontwikkeling. In de praktijk bestaan echter spanningen tussen ggz en justitie over de vraag of de nadruk op zorg of straf moet liggen in de afhandeling van ‘instellingsfeiten’. Teneinde de overwegingen van rechters aangaande instellingsfeiten inzichtelijk te maken, wordt in dit artikel beschreven welke obstakels strafoplegging naast een lopend zorgkader bemoeilijken en worden suggesties aangedragen voor een optimale afstemming tussen straf en zorg. Daartoe is een kwalitatieve thematische analyse gemaakt op basis van semigestructureerde interviews met acht rechters. De gespreksonderwerpen werden gebaseerd op vooraf verricht literatuuronderzoek en bespreking van casuïstiek. De meerderheid van de rechters vond het berechten van (intramurale) incidenten problematisch, vanwege de moeilijk te bepalen schulduitsluitingsgrond, vraagtekens rondom recidivevermindering en de impact op het slachtoffer. Rechters wilden voorkómen dat straf leidt tot discontinuïteit van zorg waardoor het psychiatrisch toestandsbeeld mogelijk kan verergeren. Het OM zou rechters vollediger moeten informeren. Geconcludeerd wordt dat straf een lopende (klinische) behandeling in de ggz kan ondersteunen. Met de komst van de ‘BOPZbrigades’ bij het OM wordt de relevante informatie vanuit ggz, politie en OM idealiter gebundeld aan rechters gepresenteerd via de strafeis, leidend tot een vonnis waarin straf en zorg elkaar optimaal aanvullen.


Lees het hele artikel in Navigator.

25 september 2019
Tijdschrift NJB 32 (2018)
De verjaring voorbij
Frank Verstijlen
Met de work-around die de Hoge Raad in het Gemeente Heusden/M. c.s. heeft gevonden, heeft hij artikel 3:105 BW uitgehold en de bestolen eigenaar een kans gegeven ‘zijn’ zaak terug te krijgen. Een belangrijke plus. Maar daar staat tegenover dat daarvoor enig geweld moest worden toegepast op het systeem. Hoeveel geweld is geoorloofd om een nobel doel te bereiken? En wat zijn de implicaties van die systeemaanpassing, bijvoorbeeld op het terrein van de ongerechtvaardigde verrijking?


Lees het hele artikel in Navigator.

Gelijke gevallen?
Irene van Oorschot
Dit artikel beoogt enerzijds te laten zien hoe Wermink, De Keijser en Schuyt in 2012 met hun artikel ‘Verschillen in straftoemeting in soortgelijke zaken: Een kwantitatief onderzoek naar de rol van specifieke kenmerken van de dader’ (NJB 2012/647) een eigen en specifieke werkelijkheid schiepen. Ingezoomd wordt op de manier waarop de onderzoekers verschillen en overeenkomsten aanbrachten in hun data en hoe deze methode de strafrechtelijke praktijk heeft vormgegeven. Dat beeld wordt gecontrasteerd met de manier waarop politierechters zelf hun zaken zien. Dat deel van het artikel concentreert zich op de manier waarop de politierechters verschillen en overeenkomsten tussen zaken zien en hoe ze deze verschillen en overeenkomsten gevolg geven in hun straftoemetingsbeslissingen. Door deze twee manieren van verschillen maken te contrasteren ontstaat meer duidelijkheid over de precieze aard van de controverse, en kan ook een aantal aanbevelingen worden gedaan voor de verdere bestudering van discriminatie en strafrecht.


Lees het hele artikel in Navigator.

Gedwongen zorg in de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz
Sofie Steen en Brenda Frederiks
In dit artikel aandacht voor een aantal verschillen tussen de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz, wat betreft de procedures voor gedwongen zorg. Daartoe worden eerst de begrippen onvrijwillige zorg en verplichte zorg besproken, gevolgd door een toelichting op de procedures om deze vormen van zorg te mogen toepassen. Het belangrijkste verschil tussen deze procedures is dat in de Wet verplichte ggz altijd een rechter meekijkt naar de te verlenen verplichte zorg, terwijl in de Wet zorg en dwang de beslissingen over alle vormen van onvrijwillige zorg volledig bij de betrokken zorgprofessionals worden gelegd. Welke gevolgen heeft dat voor de rechtsbescherming van de personen waarop de twee wetten betrekking hebben?


Lees het hele artikel in Navigator.

Het indirecte belang van artikel 7 VEU
Ronald Janse
Als een lidstaat de waarden van artikel 2 VEU, waaronder de rechtsstaat, schendt, dan riskeert hij dat de artikel 7-procedure tegen hem wordt ingezet. De eerste fase van deze procedure kan ertoe leiden dat de Europese Raad ‘constateert’ dat er in de lidstaat een ‘duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van artikel 2’ en aanbevelingen doen (artikel 7 lid 1). Daarvoor is een meerderheid van viervijfde van de stemmen nodig. Leidt dit niet tot het gewenste resultaat, dan kan de Europese Raad ‘een ernstige en voortdurende schending van de in artikel 2 bedoelde waarden door een lidstaat constateren’ (artikel 7 lid 2).


Lees het hele artikel in Navigator.

Enkele kanttekeningen bij artikel Soetenhorst
Simon van der Linde en Rimco Spanjer
Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het artikel van collega Soetenhorst in het NJB van 14 september j.l. Het is goed dat in de kolommen van het Nederlands Juristenblad aandacht wordt geschonken aan de open access materie, want die raakt ons allen.


Lees het hele artikel in Navigator.

27 september 2018
Tijdschrift NJB 40 (2016)
Bedreiging van de rechtsstaat in Polen
Ab Govers
Dit artikel is deels een vervolg op de in het NJB van 29 april 2016 (NJB 2016/825, afl. 17) verschenen publicatie van Maurice Adams & Eva van Vugt: ‘Het EU-rechtsstaatmechanisme en Polen’. Waar in die publicatie uitgebreid aandacht wordt besteed aan de Europese dimensie, wordt in onderstaand artikel het accent gelegd op de blijvend zorgwekkende ontwikkelingen in Polen. De kern daarvan wordt gevormd door pogingen om het Poolse Grondwettelijke Hof uit te schakelen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Nog is de rechtsstaat Polen niet verloren!
Jan Watse Fokkens en Kees Sterk
Van 5 t/m 7 oktober jongstleden bezochten wij, samen met zo’n vijftien anderen, Warschau in het kader van een leernetwerk van de Nederlandse school voor Openbaar Bestuur. Onderdeel van het bezoek vormde een gesprek met prof. Andrzej Rzeplinski, president van het Constitutioneel Hof en met zeven andere rechters, waaronder Darius Zawistowski, raadsheer in de Hoge Raad van Polen en voorzitter van de Poolse Raad voor de rechtspraak. Wat de Poolse collega’s ons vertelden verontrustte ons zozeer dat wij de behoefte voelen om onze zorg openlijk te uiten en te delen met de Nederlandse juristengemeenschap.


Lees het hele artikel in Navigator.

Voortzetting van (verplichte) hulp aan risicojongeren die 18 jaar worden
Vivianne Dörenberg, Brenda Frederiks en Xavier Moonen
In dit artikel staat de vraag centraal of en zo ja, in hoeverre wetgeving daadwerkelijk een bijdrage zou kunnen leveren aan het oplossen van de 18+-problematiek bij risicojongeren. Daartoe wordt eerst de 18+-problematiek geanalyseerd. Wat is de kern van het probleem en binnen welke bestuurlijk-juridische context moet een oplossing gezocht worden? Daarna volgt een beschouwing over de mogelijkheden en vooral onmogelijkheden om binnen de huidige en de toekomstige wetgeving drang en dwang toe te passen bij meerderjarige risicojongeren en van de (juridische) oplossingsrichtingen die tot dusver geopperd zijn. Tot slot wijzen de auteurs op kanttekeningen die te plaatsen zijn bij de effectiviteit van drang en dwang bij jongeren en jongvolwassenen met meervoudige problematiek en pleiten zij ervoor dat eerst en vooral goed wordt bekeken wat werkt of zou kunnen werken in de praktijk.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen, laatste bedrijf
Jan van Dunné
Als het in de Eerste Kamer voorliggende wetsontwerp Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen zou worden aanvaard wordt de kans gemist om geldend recht zoals dat al geruime tijd door de rechtspraak in ons land is vastgelegd, in de wet te verankeren. Men hoeft geen Groninger te zijn om te hopen dat de bewaking van de kwaliteit van wetgeving bij de Eerste Kamer in goede handen is.


Lees het hele artikel in Navigator.

Initiatiefwetsvoorstel ‘Wet gesloten coffeeshopketen’
Anita van den Berg en Jan van der Grinten
Het initiatiefwetsvoorstel dat de achterdeur van coffeeshops wil reguleren is volgens de Raad van State moeilijk te rijmen met de VN-drugsverdragen. Het woord ‘ontheffing’ vervangen door ‘gedoogbesluit’ verandert daar niets aan.


Lees het hele artikel in Navigator.

16 november 2016
Tijdschrift NJB 37 (2016)
Loon naar werken voor de EU-arbeidsmigrant?
Gerrie Lodder
Een EU-arbeidsmigrant in Nederland kan hier werken als werknemer, als zelfstandige EU-arbeidsmigrant in Nederland gevestigd, als zzp'er die in een andere lidstaat is gevestigd en in Nederland diensten verricht en als intra-EU-gedetacheerde arbeidsmigrant. Deze vier verschillende constructies worden gereguleerd door drie verschillende Unierechtelijke vrijheden: het vrije werknemersverkeer, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van diensten. Daaronder hangt een vangnet dat wordt gevormd door het IPR in de vorm van de Rome I-verordening. Omdat de voorwaarden waaronder de EU-arbeidsmigrant mag werken niet voor alle constructies gelijk zijn, ligt uitbuiting op de loer. Om de norm ‘gelijke arbeidsomstandigheden voor gelijk werk op dezelfde locatie’ te realiseren moet de discrepantie tussen de Unierechtelijke juridische werkelijkheid en de arbeidsrechtelijke tweedeling in werknemers en zelfstandigen worden verminderd. Daarvoor is niet alleen nodig dat er een eenduidige Unierechtelijke definitie komt van het begrip zelfstandige en duidelijkheid over de positie van schijnzelfstandigen, maar ook dat gedetacheerde werknemers worden beschouwd als werknemer in de zin van de Verblijfsrichtlijn en niet als onderdeel van de vrijheid van dienstverlening van de werkgever.


Lees het hele artikel in Navigator.

De ZSM-werkwijze in praktijk
Leonie van Lent, Marc Simon Thomas en Petra van Kampen
In juni van dit jaar verscheen een tussenevaluatie van de ‘ZSM-werkwijze’. In dit artikel wordt allereerst kort uiteengezet wat de essentie van ZSM is en wat de belangrijkste veranderingen zijn geweest die de huidige stand van zaken bepalen. Daarna worden de door de evaluatie bevonden positieve effecten van ZSM benoemd. Vervolgens wordt ingegaan op de kritiek omtrent de zorgvuldigheid van deze werkwijze die de afgelopen jaren is geuit en op de zorgen daarover die door de respondenten uit het evaluatieonderzoek naar voren zijn gebracht. Daarna wordt ingegaan op de reactie van de minister, die de zorgen uit het evaluatierapport over de zorgvuldigheid niet lijkt te delen. In de conclusie wordt kort samengevat welke rechtsstatelijke zorgen over ZSM anno 2016 (nog) bestaan en wordt ingegaan op de vraag of de minister daar een adequaat antwoord op heeft.


Lees het hele artikel in Navigator.

In Wet zorg en dwang geen plaats voor Bopz-arts
Brenda Frederiks en Roy Knuiman
In de sectoren psychogeriatrie en verstandelijk gehandicapten fungeert de Bopz-arts sinds jaar en dag als geneesheer-directeur. Specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicaptenzorg vervullen deze functie, wat in de praktijk betekent dat zij de spilfunctie rondom het beleid van vrijheidsbeperking vervullen. Dit systeem werkt naar behoren en tevredenheid en past bij het eigen karakter van beide sectoren en kan bovendien naadloos aansluiten bij het stappenplan en de besluitvormingsprocedure binnen de Wet zorg en dwang. Het wekt dan ook bevreemding dat de wetgever in de Wet zorg en dwang deze functie van geneesheer- directeur niet langer opneemt.


Lees het hele artikel in Navigator.

Hof van Justitie legt bom onder het internet
Mireille van Eechoud en Joost Poort
De uitspraak van het Hof van Justitie EU in de zaak Playboy/GeenStijl gaat in tegen de fundamentele werking van het internet en komt de acceptatie van het auteursrecht bepaald niet ten goede. Door de uitspraak is het volstrekt onzeker geworden wanneer hyperlinken kan zonder de wet te overtreden. De Commissie moet deze rampzalige uitspraak middels regelgeving repareren.


Lees het hele artikel in Navigator.

Reactie: onrechtmatig Wmo-beleid wat nu?
Renske Imkamp en Matthijs Vermaat
In een bijdrage in het NJB2 bespraken Wouter Koelewijn & Bas Wallage de gevolgen van de recente uitspraken van de Centrale Raad van Beroep waarin werd vastgesteld dat huishoudelijke hulp een voorziening is die onder de reikwijdte van de Wmo 2015 valt. De conclusie luidde dat de grote groep Wmo-gerechtigden die eerst geen bezwaar en beroep heeft ingesteld nu tegen het leerstuk van de ‘formele rechtskracht’ aanloopt. Ons inziens gaan de auteurs bij de uitleg van artikel 4:6 Awb aan twee belangrijke aspecten voorbij en worden rechtzoekenden en gemeentebesturen daarmee op het verkeerde been gezet.


Lees het hele artikel in Navigator.

26 oktober 2016